Kröller Müller Museum: Lucas Lenglet, Gilbert & George, Richard Long en vele anderen....

27 april 2019
800.000 gulden betaalde de Nederlandse Staat in 1935 voor de 6.800 hectare grond met daarop het door Berlage ontworpen jachthuis St. Hubertus, inclusief de privé-verzameling van bijna 11.500 kunstwerken. Een schijntje. En voor deze grijpstuiver aan de familie Kröller waren wij - "het Nederlandsche Volk" - gelijk ons eerste nationale park* rijker. Precies: de Hoge Veluwe.

En voor wat betreft die kunstcollectie: die was door de vrouw des huizes, mevrouw Helene Kröller-Müller door de jaren heen zorgvuldig bij elkaar geshopt en bedoeld voor de toekomst. In een van haar (3.400 nagelaten) brieven schreef ze niet te verzamelen "voor het tegenwoordig bezit (...). Maar bij hetgeen ik verzamel, denk ik altijd aan de toekomst, (...) want ik verzamel om aan de toekomst dát te geven wat mij lijkt het beste in het leven."
Tot nut en genot der gemeenschap...
* de eerste van de inmiddels 20 nationale parken.

Tot zover andere tijden, terug naar de onze. Zo'n 80 Jaar na haar dood bezichtig ik haar nalatenschap. Ik ga op huisbezoek in het Rijksmuseum Kröller Müller en loop een rondje door de beeldentuin.
Loop je mee?



1. Een van de zes drieluiken van 'The Paintings: With us in the nature' van Gilbert & George. 2. 'Goudlokje' bij 'Caféterras bij nacht' uit 1888 van Vincent van Gogh. 3. Op bezoek in het Kröller Müller,  drie van de vier (foto: ©Gerry Cools). 
"Uniek in elk seizoen", luidt de slogan van het museum op de website. En dat zal best, maar ik* ben er in de lente. En één keer eerder bezocht ik het museum, maar dat is zeker zo'n 15, 20 jaar geleden. Slechts één keer in die ongeveer vijfenveertig jaar van mijn volwassen leven. Shame on me. Maar ja, het nationale park inclusief museum ligt niet direct op de route en het is vrij lastig te bereizen met het openbaar vervoer. (Een zwak excuus, ik weet het...).
* Ik? Dit keer werd ik tijdens mijn bezoek vergezeld door drie vrienden met een vergelijkbare passie voor kunst.

goede kunst wordt ingegeven door intellect

En - zonder de wijsneus uit te willen hangen - (toch) nog even terug in de tijd. Tussen 1907 en 1922 creëerde de in Essen, Duitsland geboren Helene Müller - echtgenote van de Nederlandse zakenman en haar vaders zakenpartner Anton Kröller - een van de grootste privé-collecties uit de twintigste eeuw. In die 15 jaar shopte ze 800 schilderijen, 275 beelden, ruim 5.000 werken op papier en 500 stuks toegepaste kunst en niet van de minsten. Wat dacht je van een representatief overzicht van het werk van Vincent van Gogh: 90 schilderijen en 180 tekeningen en dat is de grootse verzameling werken van 'onze' Vincent op die van de familie Van Gogh na. Daarnaast spaarde ze ook behoorlijk wat werk van Manet, Renoir, Seurat, Picasso, Mondriaan, Gris, Israëls, Toorop en ga zo maar door.
En zowel van Vincent van Gogh's - die schilderijen hangen in de rondlopende 'Van Gogh Galerij' (alwaar drommen kunstminnende Japanners en Chinezen een bliksembezoek brengen), als van de andere kunstenaars uit de verzameling, zie je een substantieel aantal op zaal.

een vrouw met een hobby

Dankzij het kapitaal dat haar Anton met zijn transport- en mijnbouwbedrijf vergaarde, kon Helene Kröller-Müller deze grote verzameling, met voornamelijk 19e en 20ste eeuwse kunst, aanleggen. De schatrijke dame kreeg pas rond haar 36ste belangstelling voor kunst, toen zij - zoals zoveel rijke vrouwen in die tijd - uit verveling een cursus kunstbeschouwing ging volgen bij 'kunstpaus' H.P. Bremmer (zelf kunstschilder, -criticus, -pedagoog, -verzamelaar én -handelaar), die haar ook adviseerde bij de aankoop van die kunst. Er wordt wel eens smalend beweerd dat het niet háár, maar zíjn collectie was, die in 1935 in handen van het Rijk kwam.
Mevrouw Kröller Müller kon nog net meemaken dat 'haar' museum, -  een 'noodgebouw' ontworpen door architect Henry van de Velde* - in 1938 werd geopend. Anderhalf jaar later overleed zij.
* in 1977 vergroot door Wim Quist en er zijn plannen voor verdere uitbreiding.






1. t/m 4. de Van Gogh Galerij met op de eerste foto misschien wel zijn beroemdste schilderij: 'De Aardappeleters' uit 1885. 5. en 6. Gilbert & George, 'The Paintings: With us in the nature', 1971. Op de zesde foto ook werk van Nicholas Pope, 'Yoo Hoo', 1981.
En dan is er natuurlijk die beeldentuin. In 1961 besloot de toenmalige directeur tot de aanleg daarvan, om - naast de kunst ín het museum - ook ruimte te creëren voor de plusminus 40 (buiten-) beeldhouwwerken die het museum toen rijk was. De beeldenzaal in het museum zou zich dan als het ware "voortzetten in de open lucht en zou daarmee een overgang vormen tussen een binnen- en een buitenmuseum."

een hoofdrol voor plastiek

Het resultaat van zijn inspanningen is een prachtige tuin met een unieke collectie van (inmiddels) 160 sculpturen en daarmee één van de grootste en fraaiste van Europa. Een prachtige buitenzaal van 25 hectare.
Overal staan beelden. In het oudste gedeelte vind je plastieken van de klassiek modernen, zoals Rodin, Moore, Arp en Hepworth (in het Rietveldpaviljoen zie je meerdere beelden van haar hand). Dieper in de tuin is de natuur wat ruiger en kom je sculpturen tegen van kunstenaars als Dubuffet, Van Lieshout, Serra, Claassen. Teveel om op te noemen.

een romantisch droevig, mooi sculptuur

We beginnen binnen, al wanen wij ons buiten. In zaal 8 in de rechtervleugel zien we een unicum: het enorme 'The Paintings: With us in the nature'* uit 1971 van het Engelse kunstenaarskoppel Gilbert & George. (Ik stond oog-in-oog met het duo tijdens de afgelopen Brafa, dus) ik kan hen naar waarheid schetsen: op-en-top keurig in het pak, ietwat bekakt en stiff upper lip. Stoïcijns en flegmatiek.
De schilderijen - het artiesten-setje noemt de serie doeken een "romantisch droevig, mooi sculptuur" - zijn de enige verfwerken die de heren ooit maakten (zij zijn van de performances, fotocollages, films en video's en boeken). De canvassen zijn heel vlak geschilderd, primitief haast en de kunstenaars hebben zichzelf schijnbaar achteloos in verschillende houdingen in die weelderig groene, lieflijk ogende omgeving geplaatst.
"Dit sculptuur hebben wij geleefd", aldus Gilbert & George. "Het was zomer 1970. Toen kwam de winter en wij herschiepen onze gevoelens. (…) Terwijl wij genoten van het schilderen, was onze grootste vreugde het zien terugkeren van ons sculptuur." De kunstenaars hoopten hun beleving van de zomer van 1970 in het Engelse landschap te kunnen vangen, maar terwijl ze bezig waren, beseften ze dat dit eigenlijk onmogelijk is.
Nog te zien tot en met 5 mei.
* De serie van zes triptieken (elk 230 x 680 cm) en twee ingelijste en gesigneerde verklaringen van de kunstenaars werden in 2010 aangekocht voor ruim 2,5 miljoen euro. 



 


1. t/m 3. Richard Long, 'From the River' met op de 1ste foto 'River Avon mud circles', 1984. 4. t/m 6. Lucas Lenglet, 'And all the untilled air between', met op de 6de foto (Anne-Marie in) de laatste zaal die rondom is behangen met een 'kleed' van duizenden veiligheidsspelden. 
Ook Engels, en gefascineerd door de natuur is land art kunstenaar Richard Long. In 1984 tekende de kunstenaar uit Bristol (1945) met modder uit de Avon (een rivier in Somerset die bij Bristol in zee uitmondt) drie grote cirkels - elk ruim 3 meter in doorsnee - op een wand in het Kröller-Müller. Af en toe worden de cirkels, die normaliter afgedekt zijn met een voorzetwand, weer tevoorschijn gehaald. Samen met een aantal andere werken - zoals grafiek en van gevonden drijfhout of steen gemaakte cirkels of andere geometrische vormen - staat de muurschildering centraal in de tentoonstelling 'From the River'.
(Ook) tot en met 5 mei. In Museum De Pont in Tilburg is ook werk te zien van Richard Long (en die expo loopt nog t/m 16 juni).

in- en uitsluiting

Dan een actueel thema, zo rond 4 en 5 mei: namelijk het begrip 'vrijheid'. De (omgevings-) kunstenaar Lucas Lenglet (Leiden, 1972) verwerkt elementen uit de architectuur om te reflecteren op de maatschappij en onze relatie tot de ander. Zijn werk handelt over in- en uitsluiting in de breedste zin van het woord. Want "vrijheid voor de een, is beperking voor de ander."

In het Kröller Müller zie je sinds verleden week (20 april) 'And all the untilled air between', een installatie gemaakt als tweede in de serie 'Vestibulum'*. "De voormalige entree van het museum, waar 'buiten' overgaat in 'binnen', is bij uitstek een plek voor een ingreep door Lenglet. De werken die hij in de ruimte plaatst, verwijzen naar objecten die de overgang tussen binnen en buiten markeren: slagbomen, hekken of tralies. Zo tast hij de voortdurende wisselwerking tussen in- en uitsluiting af."
In het Parool van 20 april zegt de kunstenaar: "ik heb veel tijd besteed aan het bestuderen van het gedrag van mensen daar. Dat is nogal weifelend. Er zijn keuzes te maken: links of rechts afslaan, treden naar beneden... De meeste bezoekers lopen verdwaald rond, alsof dit plots geen onderdeel meer is van het museum. (...). De klassieke museumhouding - handen op de rug en alleen kijken - is in één klap veranderd. Je bewustzijn van die plek wordt veel lichamelijker."
En dat is de spijker op z'n kop. Ietwat wankelmoedig liepen wij rond in en bij dit mooie werk van Lenglet in deze 'uithoek' van het museum.
* Vestibulum: elk half jaar nodigt het museum een kunstenaar uit om voor de voormalige entree - nu een doodlopende gang - een presentatie te maken die zich op de een of andere manier, óf tot de plek, of tot de geschiedenis van het museum of de collectie verhoudt.





 
1. Christo, '56 Barrels', 1968/1977. 2. Jean Amado, 'De la mer, le passage...', 1979. 3. Jacques Lipchit, 'Le chant des voyelles', 1931-1932. 4. (Red Hat ladies bij) Aristide Maillot, 'L'air', 1939/1962. 5. Bertrand Lavier, 'Privé sur mobi', 1986. 6. Claes Oldenburg, 'Trowel', 1971. 
Pas op, nu volgt een mening. (Precies zoals ik mij herinnerde) is het Kröller Müller een mooi museum. Niet al te groot en fijn. En de weg ernaar toe, op de witte leenfietsen, is in dit seizoen (ook) werkelijk prachtig. Al dat frisse, ontluikende loof en lommer.
50 shades of green...

What I see is what you get

Er is slechts één puntje waarbij ik mijn wenkbrauwen frons en dat is de entreeprijs. Toegang tot het park én het museum kost 19,90 (en bij een museumkaart € 9,90, want dan betaal je 'alleen' voor het park) en dat vind ik best wel (...) veel geld. Zeker als Jachthuis St. Hubertus* gesloten blijkt, want alleen op zaterdag en zondag geopend. (En het is nog wel schoolvakantie 😳).
Ik had graag het gesamtkunstwerk van binnen willen bekijken. Helaas...
* Het Jachthuis behoort tot het Nationale Park en niet tot het Kröller Müller.


-X-


Have a nice day!


1. Het (jammerlijk gesloten) Jachthuis St. Hubertus. 2. Het #artteam in de bocht... (vlnr. Janneke Lantink, Anne-Marie van Parreren, Gerry Cools en #yourstruly).
Bronnen: De groene Amsterdammer; Wikipedia; 'Een tijdlijn vol verhalen'; Vrij Nederland; Vereniging Rembrandt, Het Parool.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©miriamvandermeer | www.agreylady.nl.

Fashion Statements in het Amsterdam Museum: van hoepelrok tot street wear

20 april 2019
Wat wil jij uitdragen? Ben je een gedurfd type of hou je je liever op de vlakte? Ik heb het over je kleding, hé. Kies jij dan voor een krachtig fashion statement'* of loop je liever in onopvallend en gedekt? Ben jij een grijze muis of juist een paradijsvogel? Casual of überchique? Confectie of (haute) couture?
* kleding die je draagt ​​om aandacht te trekken en andere mensen te laten zien wie je bent.

In 'Fashion Statements, Mode en identiteit, toen en nu' in het Amsterdam Museum zetten zes succesvolle hedendaagse designers hun creaties naast én tegenover 75 kostuums en schoenen uit de achttiende en negentiende eeuw. Alle zes reflecteren zij op die historische collectie met een eigen thema. "Het is een dialoog tussen het heden en verleden; een uitwisseling van statements."
Loop je met me mee langs baljurken en huisjaponnen, korsetten, (gala)kostuums en crinolines, sneakers, muiltjes, street wear en (nog meer) high fashion?



1. het campagne-beeld van de tentoonstelling ©AmsterdamMuseum. 2. Bas Kosters, (twee van de drie) 'Slashed Fabrics three piece with dog on wheels: Collectie Permanent State of Confusion, 2015. 3. Vraaggesprek tijdens de perspreview. Op de foto drie van de zes deelnemers, vlnr Karim Adduchi, Bas Kosters en Ninamounah, met (uiterst rechts) gastcurator Marian Duff.
In het oorspronkelijk uit de Middeleeuwen stammende, voormalige Burgerweeshuis, ingeklemd tussen de Kalverstraat en de Nieuwezijds Voorburgwal zie je een baljurk uit 1895 gemaakt van fluweel en struisvogelveren met een onwaarschijnlijk smalle wespentaille. De omvang op buikhoogte van deze deftige baljurk - ooit gedragen door Marie van Someren Brand-Zoethout, echtgenote van de eerste conservator van het Stedelijk Museum - is slechts 54 centimeter. En ter vergelijk: na meting op mijn eigen lijf op navel-hoogte, blijk ik bijna dubbel zoveel centimeters te meten, terwijl mijn BMI dik (...) in orde is. (Okay, een beetje buikvet, dat wel...).

shape your body

Ook interessant: een zwangerschapskorset, ergens te dateren tussen 1890-1910 (en dat is nog maar ruim 100 jaar geleden!). Dit martel-werktuig (mijn woorden) - want al die keurslijven werden onmenselijk strak aangetrokken, met bovenstaand effect -  is te zien in dát deel van de expositie dat de toepasselijke naam 'Shape your body' mee kreeg.
Het thema hier is het (ver)vormen van het lichaam, want het vrouwelijk lichaam is - zoals gezegd - door de eeuwen heen in de meest onnatuurlijke vormen geforceerd. "Met hulpstukken als paniers, crinolines, onderrokken en korsetten werd het silhouet van de vrouw aangepast aan het op dat moment heersende vrouwbeeld", aldus de zaaltekst. Hier staan een aantal korsetten en (crinoline-) onderrokken opgesteld (dat zijn van die kooivormige, hoepelrok-constructies), die gecombineerd worden met drie ontwerpen van de jonge Ninamounah.

weg met het keurslijf

De in 2017 aan de Gerrit Rietveld Academie afgestudeerde Nederlandse ontwerper reflecteert op die vervormingen met haar "collecties met thema's zoals seks en fetsjisme, die schuren tegen de grens van wat wij comfortabel vinden", aldus de glossy Elle.
Ninamounah toont de lichaamsvormen die de maatschappij heeft onderdrukt. "Het lichaam is (lijkt) nooit goed genoeg." In de tentoonstelling zie je uit haar meest recente collectie: 'Evolve around me', drie ensembles van haar hand. En kijk bij één van die - schijnbaar heel draagbare 'mantelpakken' ook eens naar de achterkant. Die blijkt dan toch minder draagbaar dan op het eerste gezicht lijkt.

 




1. De baljurk van Marie van Someren Brand-Zoethout met wespentaille2. en 3. 'Shape your body': korsetten en hoepel-onderrokken én de ensembles van Ninamounah met ondeugend detail.  4. Een onderonsje: Bas Kosters, Tatyana van Walsem en museumdirecteur Judikje Kiers. 5. Allerlei japonnen in 'More is More' en 6. De moderne creaties van Marga Weimans.
Je bent wat je draagt en what you see is what you get. Kleding helpt om uiting te geven aan jouw identiteit. Wat je draagt kan je stemming beïnvloeden én het zegt iets over de manier waarop je naar de wereld kijkt. Maar naast de persoonlijke keuzes die je maakt met je outfit, is kleding ook onderdeel van een bredere boodschap.
"Het weerspiegelt de modetrends, die weer te maken hebben met sociale, culturele en politieke ontwikkelingen. Elke tijd heeft immers zijn eigen silhouet. Slank in de Empire (tot het begin van de 19de eeuw), in de Biedermeier (1815-1848) waren een laag decolleté, een hoge taille en pofmouwen heel erg modisch en daarna moest het vooral 'More is more': ronde of brede hoepel-rokken, rond 1860 op z'n hoogtepunt. Soms zelfs zo breed dat de dame in kwestie alleen zijdelings door de deur kon. Dergelijke jurken werden (worden) 'robe à la française' genoemd.

het op je heupen hebben...

De soms excentrieke stijl van ontwerper Marga Weimans sluit goed aan bij de betekenis van het silhouet in de mode: met haar designs onderzoekt ze het begrip 'volume'. In de expo staan drie jurken uit haar 'Debut'-collectie te pronken, waaronder een 'kamervullende'. Deze is gemaakt van allerlei materialen uit de bouwmarkt en die - net als de historische robes - in vorm wordt gehouden door een koepelconstructie van metaal. "Met de pracht van haar jurken spreekt Weimans ook kritiek uit op de geschiedenis van de slavernij, die met textiel en daardoor ook met mode (denk aan de katoenpluk op de plantages, red.) is verweven" (lees ik in het 'leenboekje').

Ook Karim Adduchi heeft iets met 'omvang'. In 'Hips don't lie' zien wij zijn interpretatie van de robe à la française van de 21ste eeuw (uit zijn collectie 'She knows why the caged bird sings, 2015).
Zijn jurken zijn groot met veel textiel, maar voelen toch licht aan. Sterk, maar fragiel: een dualiteit die de ontwerper ziet bij vrouwen. Met het gebruik van traditioneel Berbers en Marokkaans handwerk, gaat Adduchi terug naar zijn roots."






1. Zaaloverzicht. 2. Bas Kosters, deel van 'Pastel Prince' (Coll. Permanent State of Confusion, 2015). 3. Drie historische japonnen. 4. Bas Kosters, deel van 'Dutch flag anti suit' (2015). 5. Drie robe à la française en 6. 'Hips don't lie' met twee (van de drie) interpretaties van Karim Adduchi
(Ik zal een beetje tempo moeten maken, want zo schiet het niet op...).
En voortbordurend (hoe toepasselijk) op het thema 'Prints in fashion & Embroidered bodies' zie je in de expo prachtig versierde, lees geborduurde japonnen en herenvesten (sommigen zo kwetsbaar, dat ze maar een beperkte periode geëxposeerd kunnen worden). Ook hergebruik en verstellen komt in dit deel aan de orde en als er iemand is die, én gek is op hergebruik, texturen, opsmuk en felle kleuren en daarnaast niet terugdeinst voor een printenmix van-heb-ik-jouw-daar, dan is het Bas Kosters. Voor menigeen ietwat over de top, maar altijd vrolijkmakend zie je zijn creaties in een mooi, knallend rood decor. (Ik ben fan!)

niet voor grijze muizen

Goed: nog twee te gaan. Wij meanderen door naar de zaal met 'Shades of black', waar het duo achter Art Comes First hun fascinatie voor zwart tentoonspreiden. "Voor Art Comes First is 'black' veel meer dan een kleur. Het staat voor liefde voor alles wat zwart is: black culture, black music, black love. Sam Lambert en Shaka Maidoh heroveren zwart."
Zwarte kleding dragen was ooit alleen weggelegd voor de elite, de upper class én rouwenden: nu is zwart een statement. Black is beautiful! Punk, gothic, artistiek, rebels en/of activistisch.

sneakerfreaks en stoute schoenen om aan te trekken

Tenslotte gaat het bij 'Not made for walking' om schoenen(fetish) door de eeuwen heen. Collector's items, geborduurde muilen, sneakers, aftrappertjes, (lak)schoenen voor op je Paasbest en je eigen schoenenverzameling in de inloopkast.
De mannen van PATTA - straattaal voor '(sport)schoen' - zijn er groot en beroemd mee geworden. Sinds 2004 zijn founders Edson Sabajo en Guillaume Schmidt een begrip onder sneakerfreaks.
In "Fashion Statement' worden drie van hun sneakers (Patta x KangaROOS, Patta x NIKE en Patta x Fila) breed uitgemeten naast schoentjes en (enkel-)laarsjes die eigenlijk te mooi zijn om te dragen (en daarom soms alleen voor in huis).





1. Zaaloverzicht. 2. Zaaloverzicht met ontwerpen van Art Comes First. 3. Witte japonnen 'á l'antique' (geïnspireerd op Griekse en Romeinse beelden). 4. en 5. Schoenen, muiltjes en sneakers van PATTA in 'Not made for walking'. 
Chapeau! voor (gastcurator en oprichter van MAFB*) Marian Duff, Judith van Amelsvoort (als conservator van het Amsterdam Museum) en (ook petje af) voor tentoonstellingsontwerper Tatyana van Walsem die - ondanks (of misschien wel mede door) de uitgesproken en soms felle kleuren van het decor - een mooi, rustig beeld wist te creëren.

talk of the town

Ik zag in het Amsterdam Museum een overzichtelijke expositie, waarin alle creaties volledig tot hun recht komen.
Inclusief en divers. En zo hoort het ook.


-X- 


Het mag duidelijk zijn: hoort, zegt het voort!
Deze expositie-van-de-bovenste-plank kunt je bezoeken t/m 8 september. Kijk even op de website voor bezoekersinformatie.

* Stichting Music And Fashion Battle (MAFB) is een in 2008 opgerichte community voor beginnende en jonge mode- en kunstvormgevers. Zij interesseert een jonge, cultureel diverse generatie voor modevormgeving door scouting, coaching en ontwikkeling. Deze verbindt zij met mode- en kunstprofessionals (bron AFK).



Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl, tenzij anders vermeld.

World Press Photo 2019 in De Nieuwe Kerk in Amsterdam

16 april 2019
Exclusief voor iedereen! Sinds 13 april zie je in De Nieuwe Kerk in Amsterdam de wereldpremière van World Press Photo 2019, oftewel de internationale persfotowedstrijd. Zoals altijd hangt de Koninklijke kerk vol met alle, ruim 150 bekroonde foto's en video’s én - dit jaar voor het eerst - ook met 'the story of the year'. De Nederlands/Zweedse fotograaf Pieter ten Hoopen won afgelopen donderdag de prijs in deze nieuwe categorie met zijn serie 'The Migrant Caravan': een fotoreportage over de grootste migrantenkaravaan in de recente geschiedenis: een 'volksverhuizing' van zo'n 7000 personen, waaronder ten minste 2300 kleine kinderen, die naar Amerika probeerden te vluchten.

Hieronder volgt mijn selectie van hoogtepunten van de 62ste editie van World Press Photo. Ik maakte deze impressie in het zonovergoten en al zo'n 500 jaar oude, geweldig mooie Godshuis op de Dam.



1ste foto: Yanela Sanchez huilt terwijl haar moeder wordt gefouilleerd aan de Amerikaans-Mexicaanse grens | John Moore / Getty Images.
Wat een entourage! De Nieuwe Kerk - en die naam is een gotspe, want het gebouw stamt al uit het begin van de vijftiende eeuw - heeft een magische uitstraling. Neem dat prachtig vergulde koorhek uit circa 1650 en de uit eikenhouten gestoken preekstoel uit 1649-1664. Kijk vooral ook eens omhoog: de glas-in-lood-ramen dateren uit verschillende tijden en sommige zijn aangebracht ter (na-)gedachtenis aan een specifieke gebeurtenis.
Zo zie je het Kronings- of Inhuldigingsraam van glazenier Otto Mengelberg uit 1898, geplaatst ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Dan zijn er de gedenkramen uit 1938 ontworpen door Van Konijnenburg en Nicolas naar aanleiding van haar veertigjarig regeringsjubileum; het Bevrijdingsraam uit 1995 van Toon Verhoef én het in 2005 geplaatste glas-in-lood-raam 'Een tuin van glas' (2005) van de hedendaagse kunstenaar Marc Mulders, dat het zilveren regeringsjubileum van voormalig koningin Beatrix memoreert (bron: Wikipedia).

internationaal fotoconcours: breaking news...

Goed, dat voor wat betreft die uitgelezen ambiance. Over tot de orde van de dag en dat is de World Press Photo, editie 2019. Naar aanleiding van de voorgaande versies van deze prestigieuze fotoprijs zijn er heel veel winnende foto's iconisch geworden. Neem die van het blote 'napalm-meisje' uit 1972, gefotografeerd tijdens de Vietnam-oorlog of dat beeld gemaakt in 1989 van de 'tank man' op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking.
In de Nieuwe Kerk is een 'eregalerij' ingericht, waar alle winnende foto's breed wordt uitgemeten én er is een kleine selectie van foto's (soms ook gesigneerd) onder de noemer 'World Press Photo Iconic Originals'. Ik heb op die vertoningen slechts een vluchtige blik geworpen, want - hoewel altijd beeldbepalend voor dat specifieke jaar én vaak perfect van compositie en heel kunstzinnig in scherpte|diepte - word ik van die confronterende foto's niet vrolijk. 
Maar ja, wie wel?







Wat velen niet weten, is dat de internationale fotoprijs een Nederlandse oorsprong heeft. (En het nu volgende citaat plukte ik simpelweg van de website). "In 1955 organiseerde een groep Nederlandse fotografen een internationale wedstrijd om hun werk aan een wereldwijd publiek te (kunnen) laten zien. Sindsdien is het concours uitgegroeid tot 's werelds meest prestigieuze fotocompetitie en reist de tentoonstelling met alle winnende foto's en video's de wereld rond om daarmee miljoenen mensen te bereiken."
En zo is het maar net, want de start van deze reizende expositie is altijd in de Nieuwe Kerk en vervolgens doet de fotogalerij zo'n honderd steden aan (waaronder Zutphen en Groningen) in 45 verschillende landen. De kalender van de tentoonstelling vind je hier.

verhalenvertellers: verrassend, uniek, relevant en memorabel

Al zes decennia werkt de onafhankelijke en non-profit World Press Photo Foundation (WPPF) vanuit een kantoor in Amsterdam. De jury - die dit jaar onder leiding stond van Whitney Johnson, vice president bij National Geographic (USA) - maakte een selectie* van de meest indringende, bijzondere en kwalitatief hoogwaardige beelden uit de visuele journalistiek van het afgelopen jaar (in dit geval dus 2018). Inmiddels is het een respectabele en toonaangevende prijs, want fotografen uit de hele wereld hopen op erkenning van hun werk in de categorieën Milieu, Hedendaagse kwesties, Algemeen nieuws, Lange-termijn-projecten, Natuur, Portretten, Sport en 'Hard nieuws' (in het Engels: spot news) en bij al deze categorieën wordt er onderscheid gemaakt tussen 'enkele foto's' en 'series'.
En hoewel de meeste foto's in de expositie indringend en confronterend zijn, kreeg de laatstgenoemde groep, 'hard nieuws' die naam - spijtig genoeg - niet voor niks.
* voor deze 2019-versie waren er 78.801 inzendingen.

ramptoerisme versus komkommernieuws

De makers van de 14 prijswinnende foto's kregen ieder een bedrag van € 10.000 op hun bankrekening bijgeschreven. De bijbehorende oorkonde werd donderdagavond 11 april tijdens een groots opgezet gala in de Westergasfabriek (volgens het NRC "als een soort oefening voor een live, Oscar-achtig tv-evenement in de nabije toekomst"), uitgereikt door prins Constantijn, sinds 2008 beschermheer van de WPPF.







In voorbereiding op mijn bezoek aan de Nieuwe Kerk googelde ik wat op "World Press Photo" en aanverwante zaken en daarbij viel mijn oog op deze uitspraak: "fotojournalistiek is een van de meest oprechte vormen van communicatie."
Foto's liegen niet, toch? Hoewel? Deelnemende fotografen zijn verplicht de ethische code te accepteren en alle winnende foto's worden geverifieerd. "Zo kan men erop vertrouwen dat de foto's situaties weergeven waarvan de fotograaf ook echt getuige is geweest."
De beelden van World Press Photo zijn over het algemeen spectaculair en hebben een enorme nieuwswaarde. Het NRC kopte bijvoorbeeld: "migratie naar de VS domineert bij winnaars World Press Photo". Dus, het lot van migranten (al dan niet legaal), oorlog en geweld én de klimaatverandering en de zeespiegelstijging zijn (ook dit jaar weer) hot topics.

"pas op, nu volgen schokkende beelden..."

Als ik de foto's in de categorie 'spot news' bekijk, dan ga ik snakken naar komkommernieuws. Wat een ellende in de wereld (...) en die narigheid levert nu eenmaal fascinerende, maar meestal ook schokkende beelden op.
De foto's zijn heel nauwkeurig (1), eerlijk (2) en boeiend qua inzicht op onze wereld (3), want dat zijn de criteria waarop de jury de persfoto's beoordeelt. Maar ik kan niet altijd lang (genoeg) naar die afbeeldingen kijken. Noem me een watje (een 'nieuwsmijder' desnoods) - I don't care - ik hoef niet per se een stomp in de maag. Ik kijk dan toch liever naar de foto's in andere categorieën zoals Natuur, Portretten en Sport.



1. De allereerste winnende World Press Photo was deze sportfoto van de Deense fotograaf Mogens van Haven in 1955.
Wat je er ook van vindt, sinds afgelopen zaterdag zijn de ruim 150 prijswinnende foto's te zien in de jaarlijkse expositie in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. En die kerk is sowieso de moeite waard om eens van binnen te bekijken. Zeker als de zon via die prachtige glas-in-lood-ramen naar binnen schijnt.


-X-



Wat een prachtige ambiance voor de soms/vaak/meestal harde, in een enkel geval ontroerende, maar altijd nieuwswaardige beeltenissen van World Press Photo 2019. Te zien tot en met zondag 7 juli 2019, dus go, go, go!



Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl, tenzij anders vermeld.

Auto Post Signature

Auto Post  Signature