'Less is More' en Pere Llobera in Museum Voorlinden in Wassenaar

26 maart 2019
Waar beter dan in de 'daglichttempel' in de Wassenaarse duinen kun je een expositie maken met dergelijke terughoudende en minimalistische kunstwerken? Uit het enorme arsenaal - naar mijn weten zo'n 8.000 stuks - van privéverzamelaar Joop van Caldenborgh, moet het niet al te moeilijk zijn om een tentoonstelling te maken over het nieuwe nulpunt. En dat is uitstekend gelukt. De mooie line up kreeg de toepasselijke naam 'Less is More' mee.

Verleden week bracht ik (wederom) een bezoek aan Museum Voorlinden - voor de OV-ers onder ons toch een hele onderneming - maar die 'barre tocht' bleek ruimschoots de moeite waard: vier voor de prijs van één. De exposities over Armando en Yayoi Kusama besprak ik hier al eerder (klik op de link): vandaag vertel ik je alles over 'Less is More' én Pere Llobera. Nou ja, álles?

Kijk je mee naar minimalisme in de kunst en het werk van een Spaanse 'plaatjesmaker'?



1. Op de achtergrond: Daniel Buren, 'De travers et trop grand (rouge)', 2013 en 'op de rug gezien' Antony Gormley, 'Membrane', 1986. 2. Zicht op de villa en een deel van Michel François, 'Retenue d'eau', 19998. 3. Ook te zien in Museum Voorlinden: Pere Llobera, 'Untitled', 2010.
Verleden week spoedde ik mij - voor de vierde keer sinds de opening in 2016 - naar het mooie landgoed Voorlinden. En vooral nu - in de lente, is het duinmuseum een prachtige locatie om te bezoeken. De nieuwbouw en de oude villa (waar de kantoren en het restaurant zijn gevestigd) staan op een terrein waar je vijf verschillende landschappen kunt zien: een (door meestertuinier Piet Oudolf) aangelegde tuin, weilanden, jonge duinen, bos en oude strandwallen.
Wanneer je langs de lange toegangsweg naar het eigenlijke museum loopt (en ik zeg expres 'lopen', want voor deze locatie reis ik achtereenvolgens met tram, trein, bus en benenwagen), dan wordt je begroet door niets anders dan vogelgeluiden en die rust wordt, eenmaal binnen, doorgezet. De spierwitte, ruime museumzalen baden in het (zon)licht en zijn een lust voor het oog. Allemaal heel Wa en Zen en zo ook de nieuwe collectie-vertoning 'Less is More', want daar wordt de kijker uitgenodigd "om te vertragen, tot stilstand te komen en voor een moment de kloktijd te vergeten." 

less of the same and more of the different

De hand out bij de expositie verwoordt het als volgt: "de tentoonstelling is een reactie op de overdaad aan prikkels die 24 uur per dag via onze smartphones binnenkomen. We staan altijd aan. Maar er is een tegenbeweging in opkomst. Chefkoks pleiten voor de simpele keuken met minder ingrediënten. Opruimgoeroe's (Marie Kondo, red.) schrijven boeken vol tips hoe te ordenen en te ontspullen. Fashionista's scanderen: "buy less, choose well" (een quote van Vivienne Westwood) en de 'Tiny House Movement' wordt steeds groter. We streven naar zin en vervulling met zero waste. Minimalisme lijkt de nieuwe levensstijl te worden."
Het bovenstaande zou ik willen samenvatten met slechts één woord: consuminderen. We willen steeds vaker niet per se zélf bezitten, waar toegang hebben en gebruiken volstaat. Wel de lusten, niet de lasten: don’t own, enjoy! You are what you consume, so don’t be fast, cheap, easy or fake.






1. Een deel van Olivier Mosset, 'Patricia's Pillow', 1985 en op de voorgrond nogmaals Antony Gormley's 'Membrane', 1986. 2. Steven Aalders, 'Quartet', 2012. 3. Daniel Buren, 'De travers et trop grand (rouge)', 2013. 4. Jan Henderikse, 'Kurkenreliëf', 1967-1968. 5. Ernesto Neto, 'Paff (turmeric)', 1997. 6. Jean-Pierre Raynaud, 'Peinture', 2007.
"Er lijkt een steeds groter verlangen te ontstaan naar een nieuw nulpunt", aldus directeur Suzanne Swarts. "Het zijn deze kunstenaars die - aan de vooravond van een nieuw tijdsgewricht - ons perspectieven en handvatten gaan bieden voor de manier waarop we het leven (opnieuw) met minder kunnen inrichten. Less is More."

Terug naar minimal, zero en nul, want overdaad schaadt

Je moet vooral niet proberen om kunst op iets anders te laten lijken. Zoiets. Dat was ongeveer de gedachte van de minimalisten (in de Verenigde Staten), Zero (in Europa) en Nul (in Nederland). In de jaren zestig van de vorige eeuw wilden kunstenaars als Donald Judd, Sol LeWitt, Robert Mangold, Eva Hesse en Jan Schoonhoven en Jan Henderikse (hier ter plekke) werk creëren dat op zichzelf stond. Niet iets maken om iets anders te imiteren, want dan is het resultaat altijd minder dan the real thing. Daarom kregen die kunstwerken toentertijd vaak ook geen titel mee ('Untitled'). Wij als toeschouwer moesten vooral niet denken dat het iets (anders) voorstelt. Nee, beeldende kunst moet (of zou moeten) gaan om formele begrippen als vorm, kleur en materiaal: "een rechthoekige doos, een vierkante tegel, een geschilderde driehoek."
Kortom: de toeschouwer moet zelf duiden, opvatten en verklaren zonder een door de kunstenaar aangedragen aanwijzing. Goed kijken, dan wordt het vanzelf leeg in je hoofd en probeer dan het werk te beleven en te ervaren.
Slow art.

minder, minder, minder...

Goed. Over naar 'Less is More'. Voor de presentatie heeft het museum alle kunstwerken uit het depot getrokken die zich in meer of mindere mate baseren op dat erfgoed uit de jaren '60. "Veel kunstenaar grijpen - ruim vijftig jaar na de opkomst van deze stromingen, terug op die minimalistische principes: reduceren, ordenen en hergebruiken. De essentie staat centraal, het 'Niets' en de leegte worden omarmd."



 

1. Zaaloverzicht met 'Common Ground' (2012-2016) van Miroslaw Balka. 2. Adolf Luther, 'Hohlspiegelobjekt', 1990. 3. Imi Knoebel, 'Priceless Pearl', 2001 en Ai Weiwei, 'Bowls of Pearls', 2006. 4. en 5. Zaaloverzicht
Het enige verschil met de Minimal Art en Zero-kunstwerken uit the sixties is, dat de jonge generatie vaker een 'boodschap' heeft, of in ieder geval maatschappelijke issues aan de kaak wil stellen. Zij zijn betrokken bij actuele vraagstukken.
Neem Pascale Marthine Tayou met zijn 'Plastic Tree C' (uit 2014). Met zijn installatie van takken met bijna 300 felgekleurde plastic zakken refereert de Kameroense artiest "enerzijds aan consumentisme en vervuiling, maar anderzijds aan de zak als drager van de enige bezittingen die vluchtelingen meenemen op reis naar een betere toekomst.
Ook het kunstwerk van Miroslaw Balka - voor 'Common Ground' (2012-2016) gebruikte hij tientallen 'gewone huis, tuin en keuken'-deurmatten - heeft een diepere betekenis. De kunstenaar verzamelde de oude matten bij bewoners uit een achterstandswijk in Krakau (Polen) en in ruil daarvoor kregen zij een nieuwe mat. Common ground, gezamenlijke grond, maar dan vooral in de betekenis van gedeelde interesses en overtuigingen...

A small act is worth a million thoughts (Ai Weiwei)
De Chinese kunstenaar/activist Ai Weiwei is vertegenwoordigd met 'Bowls of Pearls' (2006). Schijnbaar twee uitvergrote porseleinen kommen met rijst, maar niets is wat het lijkt. De kommen zijn niet gevuld met rijst, maar met zoetwaterparels. In het normale leven een zeer kostbaar goedje, maar als het er zoveel zijn? Zijn ze dan nog zo bijzonder of verliezen de kleinoden dan hun waarde?

Less is More is een mooie, meditatieve presentatie waar we niet al te veel woorden aan vuil hoeven maken. Ieder voor zich topstukken die te voorschijn zijn gehaald uit het depot - wat een rijkdom! - en gezamenlijk gegroepeerd zijn rondom het thema 'het nieuwe nulpunt'.
Ik zeg: doen!



1. Pascale Marthine Tayou, 'Plastic Tree C', 2014. 2. Donals Judd, 'Zonder titel', 1981. 3. Alan Uglow, 'Interference', 2000 en op de voorgrond Liza Lou, 'Continuous Mile (white), 2006-2008.
En zeker niet 'alleen' voor dit minimalisme (en die twee eerdergenoemde), maar ook voor de veelzijdige schilderwerken van Pere Llobera (1970) is een bezoek aan Museum Voorlinden aan te bevelen.
Deze (een soort van) figuratieve artiest van Spaanse afkomst is moeilijk te vatten. Elk schilderij staat op zich en lijkt een verbeelding van een gebeurtenis, alleen weet de toeschouwer niet precies wat. Er moet een aanleiding zijn geweest of er moet zich iets hebben voorgedaan, maar wat precies? Dat laat Llobera in het midden.
Een recensent noemde het werk 'irritant': "hij (Llobera, red.) is een kundig schilder, maar hij geeft mij als toeschouwer niet bepaald houvast." En dat is nu nét wat zijn werk zo intrigerend maakt. Naar mijn bescheiden mening, dan hé. Het zijn alledaagse taferelen waar je als kijker deelgenoot van bent, maar van wat précies, dat is niet duidelijk. 
Ja, geweldig!

In februari jl. ontving Pere Llobera uit handen van juryvoorzitter Wim Pijbes de 'Sacha Tanja Penning*' uitgereikt als waardering voor zijn hele oeuvre. 
De Penning is een jaarlijks terugkerend eerbetoon aan een kunstenaar, persoon of instantie die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de figuratieve kunst in Nederland.


-X-


Museum Voorlinden is altijd een goed idee!





Vier maal Pere Llobera: 'The Package' (2007), 'Untitled' (2018), 'Untitled (Self-destructive Superman)' (2018) en tenslotte 'Rococo Guardrails' (2018). 
 Tekst en alle (iPhone) foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Yayoi Kusama in Museum Voorlinden: de Polkadot Princess 90 jaar!

21 maart 2019
Hieperdepiep hoera! Op 22 maart is het precies 90 jaar geleden dat Yayoi Kusama - de beroemde grande dame van de beeldende kunst en 's werelds best verkopende vrouwelijke kunstenaar werd geboren. Het Japanse levende sculptuur - altijd met oranje pruik en genopte jurk - ook wel bekend staande als de "Polkadot Princess', is vooral ook een hit op de sociale media, want haar kunst blijkt zeer instagrammable en wordt massaal gedeeld (#kusama #dots #polkadot).

Museum Voorlinden in de Wassenaarse duinen viert haar verjaardag met het tonen van 15 kunstwerken die als voorbeeld kunnen dienen voor haar langdurige oeuvre. Stap binnen in de 'Infinity Mirror Room', bewonder de reusachtige Polkadot Pumpkin en verdrink in haar 'Infinity Nets'.

Van de week mocht ik vast een kijkje nemen en maakte van dat bezoek het navolgende verslag. Kijk je mee?



1. Zaaloverzicht met 'Infinity Nets' (1943/1989) en een deel van 'Narcissus Garden' (1966/2010). 2. Yayoi KusamaCourtesy Yayoi Kusama Studio Inc., Ota Fine Arts, Tokyo and Victoria Miro, London © Yayoi Kusama,  3. Museum Voorlinden directeur Suzanne Swarts geeft commentaar bij 'Pumpkin', 2009.
Yayoi Kusama (22 maart 1929) heeft het niet makkelijk gehad in haar lange leven. Ze werd geboren in het stadje Matsumoto, Japan als de jongste dochter in een gegoed conservatief gezin. Haar ouders hadden een liefdeloos verstandshuwelijk en haar vader nam het blijkbaar niet zo nauw met de huwelijkse trouw, wat een grote impact op het gezin moet hebben gehad. De boze moeder - die oogluikend die buitenechtelijke relaties van haar echtgenoot moest tolereren - reageerde haar frustraties en woede af op haar gezin. Het verhaal gaat dat Yayoi Kusama van haar moeder haar vaders escapades moest bespioneren.
Deze traumatische ervaringen in haar jeugd zouden (ook) de reden zijn voor Kusama's a-seksualiteit.

self-obliteration

Als jonge vrouw begon Kusama hallucinaties te ervaren. Zo gebeurde het dat ze out of the blue het patroon van het tafellaken zag verschijnen; op ramen, stoelen en op zichzelf. Haar idee was dat bloemen en dieren met haar konden praten. "De bloemen waren als een oneindige zee van stippen om haar heen. Die ervaringen blijken van cruciale invloed te zijn geweest op haar ontwikkeling als kunstenaar." 
Dit 'opgaan in de omgeving' noemde ze self-obliteration, oftewel 'zelfvernietiging'. De beelden die ze dan zag én ziet (want het 'zien van dingen' is the story of her life), zette haar aan tot het maken van kunst.
Haar kunst wordt dus veroorzaakt door de waanvoorstellingen, maar zijn gelijk ook weer de remedie tégen die hallucinaties. Obsessief brengt ze patronen (bijvoorbeeld die stippen) aan op haar kunstwerken. Dwangmatig schilderen om de angsten te bedwingen, dat is wat Kusama doet.

arbeidstherapeutische kunst

En ondanks het feit dat Kusama al op jonge leeftijd te kennen had gegeven kunstenaar te willen worden, kreeg zij van huis uit geen enkele gelegenheid om haar ontluikende creatieve talent te ontwikkelen. Integendeel zelfs, de kunstenaar in spe ondervond niets anders dan tegenwerking en miskenning, ook in haar volwassen leven.





1. 'Accreations IV', 1967. 2. 'Macaroni Handbag', 1965. 3. 'Zonder titel', 1965. 4. 'Dots', 1999. 5. 'Zonder titel', 1965.
In 1957 ontvluchtte Kusama de voor haar verstikkende omgeving van het naoorlogse, nog traditionele Japan en verhuisde ze naar New York, toentertijd the place to be voor een jonge, ambitieuze kunstenaar. Een stad waar PopArt en minimalisme de dienst uitmaakten. Precies daar beleefde de Japanse haar hoogtijdagen in de roerige jaren zestig. Ze verkeerde in avant-gardistische kringen met kunstenaars als Andy Warhol, Mark Rothko en Donald Judd.

In The Big Apple wisselden haar obsessies, neuroses en dwangmatige kunstzinnige uitingen elkaar af: het begon met het schilderen van grote doeken met een wirwar van lijnen (de zgn. 'Infinity Nets'), daarna maakte ze penisvormige uitsteeksels van gips die ze 'blobs' noemde en weer later werden het fallussen van zachte materialen (als ware die penissen knuffels) en dat werd de 'soft sculptures' reeks.
Daarop volgde een periode waarin Kusama allerlei voorwerpen beplakte met macaroni (de 'Food Obsession Serie') en vervolgens raakte ze in de ban van stippen, pompoenen en spiegels (wat resulteerde in de 'Mirror Rooms'). Over de schilderijen met de infinity nets vertelde ze ooit in een interview: "mijn netten groeiden van de doeken af, ze begonnen de muren te bedekken, het plafond en uiteindelijk het hele universum."

van NUL en Zero naar Gutai en Fluxus

In de jaren zestig maakte Kusama naam. Zo creëerde ze in 1963 de solo-tentoonstelling 'Agreggation: One Thousand Boats'. De installatie bestond uit een roeiboot die volledig bedekt was met zachte penisvormen en de ruimte waarin dat sculptuur werd geëxposeerd was behangen met 999 foto’s van het kunstwerk. (Wil je weten hoe dat eruit ziet? Klik dan op de link om dit werk in de collectie van het Stedelijk Museum te bekijken).
"Door de hoeveelheid wordt het absurdistisch, terwijl de inzet van fallusvormen voor Kusama ook een manier was om kritiek te leveren op de machismo in de New Yorkse kunstscène. Als vrouw had ze het moeilijk in een, door witte mannen gedomineerde kunstwereld, waar haar vakbroeders er ook nog eens regelmatig met haar ideeën vandoor gingen en daarmee zelf bekendheid genereerden." Zo zou Claes Oldenburg haar idee voor de soft sculptures hebben 'gestolen' en maakte Andy Warhol - net als Kusama eerder had gedaan - werk met repeterende afbeeldingen. Kunstzinnige ingevingen die beide heren geen windeieren hebben gelegd....




1. 'I am dying now, there the death', 2014. 2. 'Box (Cherry)', 1999. 3. 'Blue Stripes', 1965. 4. 'In the Woods', 1983.
Kusama deed echt alles om haar werk én zichzelf in the picture te zetten en een buzz te creëren (de selfie-cultuur avant la lettre...). Zij organiseerde en nam deel aan allerlei performances en controversiële (anti-Vietnam-oorlog en pro-vrije seks) hippie-happenings, die soms nakend eindigden en waar Kusama de blote deelnemers naar hartenlust voorzag van rode stippen en noppen (zo ook een in Amsterdam, waarbij zij een poedelnaakte Jan Schoonhoven beschilderde: zie foto).
Een mooie stunt was die tijdens de Biënnale van Venetië van 1966. Kusama stond met 1.500 spiegelende ballen - onuitgenodigd - in de tuin vóór de poort van deze tweejaarlijkse kunstmanifestatie. Als een onofficiële actie bood Kusama de ballen voor $ 2,00 per stuk te koop aan. "Onder het mom van 'Your Narcissism for Sale' gaf de kunstenaar kritiek op de moderne kunst als commercieel product."
Het was een geslaagde publiciteitsstunt met Kusama als het stalende middelpunt in deze spiegelende zee van bollen. De organisatie stuurde haar weg, maar niet nadat ze had bewezen dat haar 'verkooppunt' precies hetzelfde voor ogen had als de ijsjes- en souvenirverkopers voor de ingang van het kunstfestival: namelijk geld verdienen en een graantje meepikken van de massale toestroom.

managing madness

In 1970 besloot Kusama terug te keren naar Japan, waar zij zich een paar jaar later vrijwillig heeft laten opnemen in een psychiatrische instelling. Tot op de dag van vandaag werkt ze gestaag door aan haar levenswerk. 's Ochtends wordt zij door een medewerker van de inrichting naar haar honderd meter verderop gelegen atelier gebracht en in de middag gaat het gezelschap weer rechtsomkeer.
"Ze weet als geen ander hoe ze managing madness kan inzetten voor de kunst. Ondanks talloze tegenslagen in haar leven heeft Kusama nooit haar drive verloren en krijgt ze inmiddels wereldwijd erkenning." Een van Kusama's 'Infinity Nets' (no. 2) werd in 2008 voor bijna 6 miljoen dollar verkocht.

'Ik ga door met maken, tot ik verdwijn in het proces.'

Ik vraag mij af. Zou je de kunst van Kusama - door die oncontroleerbare scheppingsdrang en de bijbehorende obsessies - kunnen scharen onder wat wij 'outsider art' zijn gaan noemen?


 

1. foto van Yayoi Kusama en Jan Schoonhoven, geen copyright kunnen vinden.... 2. 'Infinity Nets (Eksyo)', 2010. 3. Een 'doolhof' van bolle spiegels: 'Invisible Life', 2000-2001. 4. 'Pumpkin', 2009.
De tentoonstelling in Museum Voorlinden is een mooi, klein eerbetoon aan de Japanse 'hogepriesteres van de polkadot'. In 15 werken krijg je een beeld van wat Kusama bezighoudt (letterlijk en figuurlijk). Topattractie in de vertoning is de 'Infinity Mirror Room: Gleaming Lights of the Souls' uit 2008.
Hou er rekening mee dat er voor deze experience gewerkt wordt met een tijdslot voor een bezoek van (maximaal) 45 seconden voor elke toeschouwer. Er kunnen immers slechts 2 personen tegelijk naar binnen. In de entreehal vind je een Kusama-infopunt waar je je tijdslot kunt afspreken (dit is dus niet van te voren en/of online te boeken). Meer info op www.voorlinden.nl.

De expo is te zien tot 1 september 2019. En wil je meer weten? Op uitzending gemist kun je de Kunstuur-special nog bekijken...


-X-


Zoals gezegd is het een kleine hommage, maar Museum Voorlinden is altijd een goed idee. Over de expositie 'Armando' maakte ik al eerder een verslag (zie hier) en er is ook werk te zien van de Spaanse schilder Pere Llobera (mooi!) én de collectie-tentoonstelling 'Less is More' (en dat zie je hier).

Geheel in stijl: Kusama cakejes  :-)
Tekst en alle (iPhone)foto's ©Miriam van der Meer | www.agreylady.nl, tenzij anders vermeld.

Willem van Veldhuizen met 'Almost Unreal' in Museum Jan van der Togt

16 maart 2019
'Almost  Unreal'. 't Is bijna onecht, zo echt. Willem van Veldhuizen schildert zonder haast zijn uitermate gedetailleerde, extreem realistische interieurstukken. De canvassen zijn de hedendaagse pendant van zijn beroemde voorganger Pieter Saenredam, die in de eerste helft van de zeventiende eeuw voornamelijk kerkinterieurs schilderde. Van Veldhuizen doet hetzelfde, maar dan van musea. De 'binnenhuisschilder' verbeeldt minutieus museumzalen. Hoe bijzonder is dat.

In Museum Jan van der Togt in de oude dorpskern van Amstelveen kun je verdwalen in musea 'all over de world'. Van The Big Apple naar Istanbul en van Kyoto naar de Veluwe. Slenter met mij van zaal naar zaal in de tentoonstelling 'Almost Unreal, Schilderijen 1978 - 2019'!



1. 'Paviljoen '92', 1992. 2. Zaaloverzicht met op de voorgrond 'Colour Dial' van Rive Roshan. 3. 'Museuminterieur Pompidou, Parijs', 1981.
De schilderijen van Willem van Veldhuizen (Rotterdam, 1954) volgen over het algemeen een vast patroon. In de veertig jaar van zijn artistieke praktijk schildert hij uiterst realistisch-ogende doeken met een sterke compositie en heel veel diepte. In het bovenste gedeelte - vaak een smalle strook - zie je de achterwand, een muur of een grote raampartij die uitzicht biedt op een tuin, park of patio, een rivier, de zee of een stedelijk landschap. We zien bijvoorbeeld de skyline van New York, Rome of Rotterdam. Het ruimtelijke gevoel wordt bereikt met licht, schaduw en weerspiegelingen. Op de voorgrond toont hij doorgaans een groot glimmend vloeroppervlak en alles is tot in detail en zeer nauwgezet geschilderd. "De meeste gebouwen die ik schilder, zijn gebaseerd op de gulden snede, dus belandt die verhouding automatisch ook in mijn werk."

slick and smooth

De interieurs zijn open, ruimtelijk en modern. Slick and smooth. Terughoudend ook en als een 'blank canvas', want zo'n museale omgeving is immers bedoeld om de daar getoonde collectie zo goed mogelijk tot z'n recht te laten komen. Heel clean en vaak met gladde vloeren, want dat is wel zo praktisch in een museum.
Luxe marmersoorten, graniet, travertin of gietvloeren die zonder uitzondering glad gepolijst zijn, waardoor een spiegelend oppervlak is ontstaan. Hoe mooi weerkaatst de schaarse meubilering - een enkele bank; een paar stoelen, maar dan altijd design-iconen, zoals de rood/blauwe stoel van Gerrit Rietveld, Marcel Breuer's Wassily-chair of de meubels uit de Barcelona-serie van architect en ontwerper Ludwig Mies van der Rohe. Soms ook een enkel kunstwerk - vaak een klassiek sculptuur op een sokkel dat in het hardsteen gereflecteerd wordt. In de interieurs van Van Veldhuizen verwijst hij vaak naar zijn favorieten in de kunst, zoals (o.a.) Michelangelo, Picasso, Man Ray, Rothko en Barnett Newman.






1. 'The New Museum NYC', 2010. 2. 'New York, Soho Rooms', 1999. 3. Detail. 4. 'Museuminterieur Kröller-Müller', 1981. 5. Zaaloverzicht  6. 'Louisiana', 1996. 
De structuur van de tegels en plavuizen is altijd fenomenaal getroffen en ze staan in schril contrast met de omliggende omgevingen. "De werkelijkheid van het gebouw of van de wereld daarbuiten weerspiegelt zich in die vloeren."

"Musea zijn kathedralen van de moderne tijd. Vroeger vergaapten mensen zich aan de Dom in Utrecht, nu gaan ze naar Tate Modern. Mij gaat het vooral om het architecturale aspect. Musea zijn ontdaan van alle overbodigheden om volledig ten dienste te staan van de kunst", aldus Willem van Veldhuizen in de bij de tentoonstelling uitgebrachte catalogus.

stilte, evenwicht en harmonie

En die fascinatie voor het architectonische heeft de Rotterdamse schilder gemeen met zijn illustere voorganger Pieter Saenredam. De 17de eeuwse Hollandse kunstschilder, tekenaar en prentmaker maakte gedurende zijn loopbaan zeer verfijnde tekeningen en schilderijen van het interieur van kerken en kathedralen. Ook in zijn werk komt het zogenaamde lijnperspectief heel mooi tot uiting. Op Wikipedia wordt het duidelijk uitgelegd. "Voor het perspectivistisch effect maakte hij (Saenredam, red.) gebruik van de lijnen van de pilaren en bogen, en wanneer hij schilderde vanuit een laag standpunt buitte hij de lijnen van de vloertegels uit. De resultaten van zijn uiterst nauwkeurige werk zijn niet zoals men zou verwachten koude, mechanische perspectiefstudies, integendeel, ze stralen warmte, sfeergevoel, ruimte en een serene rust uit."
En dat doet ook wel opgeld bij de schilderijen van Saenredam's 21ste eeuwse navolger. De door Van Veldhuizen geschilderde binnenruimten zijn geen "koude, mechanische perspectiefstudies', maar sfeergevoelige, ruimtelijke en rustgevende canvassen. En sommige doeken, vooral het latere werk, stralen wel degelijk warmte uit.






1. 'The yellow dress', 2017 en 'Narrow view with two dresses', 2011. 2. Zaaloverzicht met het 3-D geprinte werk van Olivier van Herpt. 3. 'Avenue Matignon', 1982. 4. 'Guggenheim IV', 2011. 5. Zaaloverzicht met 'Colour Wheels (editie 2)', 2019 van Rive Roshan. 6. 'Drie sokkels', 1993.
De achtergronden zijn vensters op de wereld. Elk schilderij is een trompe-l'oeil of doorkijkje naar een fictieve omgeving, want die zijn altijd samengesteld. Vandaar dat de schilder zichzelf ook geen hyper- of fotorealist noemt. Het is niet zo dat hij exact werkt naar een foto, inclusief de scherptediepte van dat beeld. Nee, de achtergrond, landschappen en skylines zijn altijd gecomponeerd. Ze zijn denkbeeldig. Neem het zicht op Rotterdam, Nijmegen of dat op New York. Niemand zal deze herkennen, want Willem van Veldhuizen plaatst markante elementen (zoals gebouwen en bruggen) naar eigen believen her en der in zijn schilderijen. Precies dáár waar de schilder ze hebben wil. Het is de compositie die bepaalt waar een object uiteindelijk komt te staan.

#emptymuseum

De lichtinval en de schaduwen tekenen de doeken van Willem van Veldhuizen. Levende wezens zijn nooit te zien, de ruimten zijn gedompeld in een roerloze rust.
"Ik zie een uitzicht, een schaduw op een sculptuur of een reflectie op een marmeren vloer en plotseling gaan al mijn haren overeind staan. Ik wil dat mensen echt goed kijken naar mijn werk. Pas dan zien ze de essentiële details die aan een oppervlakkige blik voorbijgaan. Ooit vertelde een verzamelaarskoppel me dat ik hen een 'meditatief venster' had gegeven, een plek waarin ze konden wegdromen. Dat was misschien wel het grootste compliment dat iemand me kan geven."

"Veertig jaar geleden raakte Willem van Veldhuizen gefascineerd door de bijna lege vertrekken die hij in musea vindt. De harmonie, de zalen waar niks overbodigs te vinden is, de focus op de kunst: ze houden hem nog altijd bezig. In zijn schilderijen hiervan vind je geen mensen maar stilte, en een overrompelend persoonlijke visie op ruimtelijkheid. Met zijn lichteffecten, reflecties en zijn doorkijkjes naar buiten doet Van Veldhuizens werk realistisch aan. Toch is het geen klakkeloze weergave van de werkelijkheid. Het is almost unreal."






1. 'Zicht op Nijmegen', 2006. 2. 'Kolbe's Patio I', 1991. 3. Vazen van Scholten & Baijings uit 2017. 4. 'Museuminterieur met twee stoelen', 1989. 5. 'Gezicht op Rotterdam', 2009. 6. 'St. Paul de Vence I', 1995. 
Naast schilderijen maakt Willem van Veldhuizen ook tekeningen naar model. In de expositie zijn dan ook een twintigtal figuurstudies te zien, die getekend zijn in het atelier van de Rotterdamse artiest. Daarnaast maakt hij incidenteel keramiek.

overzichtelijk: letterlijk en figuurlijk

In 'Almost Unreal' worden de doeken gecombineerd met enkele designobjecten. Je ziet schoenen van Iris van Herpen, glazen objecten van Scholten & Baijings, twee sculpturen van Rive Roshan, vazen van Olivier van Herpt en een installatie van Judith Roux. "Net als Van Veldhuizen spelen zij met licht, kleur en ruimte en met verschillende dimensies. In de museumzalen vervullen zij de rol die kunstwerken in de schilderijen van Van Veldhuizen innemen. Een multidisciplinair ensemble van schoonheid en verstilling", aldus de wervende tekst van het museum.

Één ding moet mij van het hart: ik ben geen groot fan van de zilverkleurige (of gouden) omlijstingen die om sommig werk is aangebracht. Maar hé, da's een kwestie van smaak en daarover ga ik met niemand twisten....


-X-


Mocht je de tentoonstelling willen bezoeken: de kunst van Van Veldhuizen is te zien tot en met 2 juni aanstaande. Kijk even op de website voor bezoekersinformatie.

Kunstenaar Willem van Veldhuizen et moi bij een van mijn favoriete werken. 'Museuminterieur Pompidou, Parijs', uit 1981: een geweldig hoge 'horizon' met design-beauties van Gerrit Rietveld.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature