Kunst die blaft noch bijt: 'GRRROM!' in het Groninger Museum

29 december 2018
What's not to like? In de vertoning 'GRRROM! Een tentoonstelling met een staartje' in het Groninger Museum zie je "grote dieren, kleine dieren, fantasiedieren, onderkruipsels, een kip zonder kop en een blauwe hond. De beesten bivakkeerden al een hele tijd in het museumdepot en het werd hoogste tijd om ze uit te laten."
Een thema-expositie over dieren in de kunst: altijd leuk!

Loop mee langs een bonte stoet van schepsels die afgebeeld staan op tekeningen, prenten, aquarellen, schilderijen en foto's en bekijk ook de sculpturen die van stal zijn gehaald.
Vandaag krijg je een beschrijving van een beestenbende!


1. David Linares, 'Zonder titel', 1989, 'gezicht' van de tentoonstelling. Foto: ©Groningermuseum. 2. Zaaloverzicht. 3. (Deel van) 'Huiswaarts' van Siert Dallinga, 1988. 
Dieren vormen een belangrijk onderdeel van onze leefomgeving. Ze dienen als voedselbron (behalve voor vegetariërs en veganisten), als werkkracht, als 'kapitaal' dat een inkomen genereert en natuurlijk als gezelschapsdier. En de alleroudste tekeningen zijn dan ook van dieren. Je weet wel, zoals die in de Grotten van Lascaux in Frankrijk. De oudste rotsschilderingen dateren uit 35.000 v.Chr(plusminus, ze kunnen er een jaartje naast zitten...). Ik leerde op school dat het om bizons zou gaan, maar volgens Wikipedia zijn er door onze voorvaderen ook mammoeten, wolharige neushoorns, oerossen, paarden en herten op de granieten grotwanden achtergelaten.
Logisch dat dieren voor kunstenaars een eindeloze inspiratiebron zijn en zijn geweest.

dierenliefde 

En vanaf het begin van de kunstgeschiedenis worden aan dieren ook menselijke eigenschappen toegekend (allegorisme), maar dat kan per land en per periode ook weer verschillen. Neem de uil. Die stond in het oude Griekenland voor wijsheid, terwijl de nachtvogel in de 16de eeuw werd geassocieerd met domheid en slechte zaken. Ook de slang wordt vaak met het kwaad in verband gebracht. De aap staat voor ondeugd en wellust, de hond voor (huwelijks)trouw of waakzaamheid. Een vogeltje dat uit zijn kooitje ontsnapt is een zinspeling naar het 'verliezen' van de maagdelijkheid.

Naast deze zinnebeeldende betekenis, werden dieren ook afgeschilderd als wetenschappelijk studieobject, als decoratief motief of gedienstig aan de mens. Neem het paard, de ezel of de hond. Die zie je op oude schilderijen vooral als last- of werkdier: al ploegend, jagend en (helden-)figuren dragend, zoals het paard van Napoleon of de ezel van Jozef en Maria.
Pas in de loop van de Gouden Eeuw ontstonden er dierenschilderijen waarin beesten de hoofdrol speelden. Neem Paulus Potter, die groeide uit tot de bekendste dierenschilder vanwege zijn oliën van vee, honden en wild (zoals 'De Stier' uit 1647 en te zien in het Mauritshuis in Den Haag). Abraham Hondius specialiseerde zich in jachtscènes en dierengevechten en dan met name van honden. En Melchior d’Hondecoeter verdient vermelding, want hij was een kei in het schilderen van vogels.





1. Franciscus de Geest (toegeschreven aan Margareta de Heer), 'ooievaar en beervlinder', ca. 1620-1765. ©GroningerMuseum. 2. Drie dierschilderijen, waaronder 'Blauw Dog', 1893 van Otto Eerelman en rechtsboven Anton Mauve, 'De Melkbocht', ca. 1858-1888. 3. Jan Vonck, 'Dode Zwaan', midden zeventiende eeuw. 4. Albertus Verhoesen, 'Haan met Kippen', z.d. 5. Wim Delvoye, 'Dura lex sed lex', 1986.
In de negentiende eeuw ontstond de term animaliers. Deze uit het Frans afkomstige benaming werd gegeven aan kunstenaars die besloten zich volledig te wijden aan het schilderen of beeldhouwen van dieren. Vooral rond 1850 werden afbeeldingen van beesten ongekend populair.

Animaliers

Zo deed Albert Verhoesen gevogelte, Wouterus Verschuur was heel goed met paarden en Pieter Gerardus van Os & Zn. (Pieter Frederik) "deden hun naam eer aan als koeienschilders." Het schilderen van runderen was sowieso erg en voque, vooral vanuit een chauvinistisch oogpunt. Want hoe Hollands wil je het hebben? Het rood- en zwartbonte vee in het vlakke landschap omzoomd door knotwilgen. En wat dacht je van de leden van de Haagse school? Ook zij streefden ernaar om het Nederlandse platteland zo natuurgetrouw mogelijk weer te geven (compleet met veel koeien, schapen, vogels etc.). Bij de voorbereiding van de tentoonstelling bleek het Groninger Museum verrassend veel koeienschilderijen in de vaste collectie te hebben.

dierentemmen

Langzamerhand kwamen ook de kleine huisdieren weer terug op schilderijen en tekeningen. De toenemende welvaart - waardoor het hebben van gezelschapsdieren voor iedereen mogelijk werd - maakte dat er een nieuw genre ontstond, namelijk die van de honden- en kattenportretten.
In de eerste zaal van de expositie zie je voorbeelden van deze realistische stijl van afbeelden van dieren en als voorbeeld daarvan - en prominent aanwezig - zijn zeven schilderwerken van de Groninger kunstenaar Otto Eerelman (1839-1926), zoals het prachtige doek, genaamd 'Blauwe Dog' uit 1893 en de vertederende 'St. Bernardpup' uit 1924. Eerelman had geen ambitie om de schilderkunst te vernieuwen. Hij nam 'genoegen' met het - overigens uitstekend lonende - schilderen van huisdieren in opdracht.






1. Zaaloverzicht. 2. Paul Perry, 'Body Armour', 1994. 3. Gianni Desi, 'zonder titel', 1980. 4. Walter Dahn & Jiří Georg Dokoupil, 'Wall painting with animals and self-portraits', 1984. 5. Peter Angermann, 'Walt Disney & Leonardo betrachten das Abendland', 1982. 6. Een bonte stoet creaturen op zaal. 
Vervolgens doet de abstractie haar intrede en in de tweede zaal zie je dat er veel meer gedaan is met het dier als inspiratiebron. "De explosie van vernieuwende stijlen, die vanaf het einde van de negentiende eeuw op gang kwam, heeft immers definitief de verplichtende werkelijksgetrouwe weergave ondermijnd."

wolf in schaapskleren

En dan gaat het 'los' in het museum. Na de charmante, vaak vertederende verbeeldingen van allerlei prozaïsche honden, katten, koeien en vogels, zie je een "spannende dwarsdoorsnede van de veelzijdige museumcollectie." Na de mooie Deense dog van de eerder genoemde Eerelman en de koeien van de Haagse School, kom je oog in oog te staan met de van papier-maché gemaakte Mexicaanse monsters van David Linares; met de Japanse prenten met paarden op het slagveld, met een skelet van een gorilla en het levensechte zwarte paard - met de dubbelfunctie als schemerlamp - van kunstenaarscollectief Front.

hond in de pot en kat in de zak

Klap op de vuurpijl is de 'olifant-installatie' van Paul Perry uit 1994. "Een driedimensionaal staketsel neemt de herkenbare vorm van een olifant aan, nadat er een wit gewaad overheen is gedrapeerd. Het is gemaakt van kevlar, hetzelfde materiaal waarvan kogelwerende vesten worden gemaakt. De witte stof is aan de onderzijde afgezet met een brede baan opengewerkt kant. Het geheel lijkt te zweven boven een vloer van stro."

Persoonlijk kreeg ik bij het zien van het sculptuur de volgende associatie. Het dier is onderdeel van een (religieuze) optocht ergens in India. Of Nepal, Bangladesh. Zo iets. Denk Hindoeïstisch processie met allerlei dansende mensen met veel bloemen en offers. Sitarmuziek. Heel kleurrijk en vrolijk. Nou ja, you get my drift en één ding wordt mij duidelijk: het is een conceptueel sculptuur (wat betekent dat het multi-interpretabel is).
Ik lees in het 'Groninger Museum Magazine' dat de kunstenaar er meerdere invalshoeken mee heeft willen verbeelden. Het voert te ver om hier zijn context uit de doeken te doen, maar al te meer reden om voor € 2,00 het uiterst leesbare periodiek van het museum te kopen. De interessante glossy kan op meerdere plekken in het kunsthuis worden gekocht en het blijkt een fijn 'naslagwerk' met achtergrondinformatie over de tentoonstellingen die nu in het museum te zien zijn. Kopen, dus.





1. Zaaloverzicht. 2. Plumcake, 'Levitando', 1987. 3. Een 'monster' van Felipe Linares en op de achtergrond werk van Francois Thango. 4. Breyten Breytenbach, 'Old King Breyten', 1966. 5. Arjan van Arendonk, 'Hit & Run', 1994.
Tot zover mijn recente belevenissen in het Groninger Museum. Ik stop ermee, maar niet nadat ik je gewezen heb op een tentoonstelling die hoog op mijn verheuglijstje staat.

In 2019 is het 25 jaar geleden dat het door Alessandro Mendini ontworpen (en toen controversiële) gebouw werd geopend en dat moet natuurlijk gevierd worden. Er zijn een drietal tentoonstellingen die verwijzen naar dit jubileumjaar, maar vooral 'Mendini World' heeft mijn bijzondere interesse. "Vijfentwintig jaar na de opening van het door hem ontworpen gebouw, krijgt Mendini (Milaan, 1931) alle ruimte om zijn droomtentoonstelling te realiseren." Het wordt een "visueel overweldigende mix van beeldende kunst, design en architectuur" van de "grand old man van het Italiaanse design".
De geplande opening is op 12 oktober (dus nog ff geduld..).

Mocht je naar Groningen willen afreizen voor Dale Chihuly (t/m 5/5) - zie mijn vorige blogpost - en/of 'GRRROM!' (t/m 31/3), kijk dan eerst even op de site voor bezoekersinformatie.


-X-


Wát je ook gaat doen met Oud & Nieuw, wees vooral voorzichtig! (want de volgende dag gezond weer op).


Tekst en (iPhone)foto's (tenzij anders vermeld) ©MiriamvanderMeer, www.agreylady.nl

Een kleurexplosie van glas: Dale Chihuly in het Groninger Museum

21 december 2018
"Fotograferen? Ja, graag! If you love the Chihuly-exhibition, aarzel dan niet, maak foto's en deel die op jouw favoriete sociale media. En het is nóg leuker om mensen te fotograferen die foto's van Chihuly-kunstwerken maken.
Hmmmm, hier ligt een uitdaging... 🤔"

Aldus het bijschrift op de Instagram-pagina van het Groninger Museum. Aanleiding voor deze post (foto + bijschrift) is de begin december geopende tentoonstelling met de clowneske glazen en vaak enorme werkstukken van de Amerikaan Dale Chihuly.
Loop met mij langs de kleurrijke, amorfe creaties van een glaskunstenaar die sinds 1976 geen blaaspijp meer in de mond heeft genomen.

Hé? Wat?



1. 'Fire Orange Baskets', 2002-2013. 2. Chihuly in zijn werkplaats ©DaleChihuly. 3. 'Baskets', 1980-1988.
Tja? Glassculpturen in een museum? Glas, net als keramiek, wordt voornamelijk geassocieerd met toegepaste kunst, design zo je wilt. Vaas, schaal. Dus deze expositie is nogal gewaagd, want is glaskunst wel 'echte' kunst? Glaskunst neigt ook naar kitsch. Toch? Sommig werk, althans. Neem bijvoorbeeld die semi-artistieke veelkleurige 'Venetiaanse' dierfiguurtjes of presse papiers.
Maar oké, het serieuze, grotere werk kun je op zijn minst tot de hogere ambachtskunde rekenen, want ja, bij glasblazen komt een flinke dosis vakmanschap kijken. Heel fascinerend hoe zo'n roodgloeiende bal glas aan een holle buis wordt geblazen, gedraaid, geknepen, geknipt. Weer terug in de loeiende glasoven, weer blazen, draaien, duwen.
Veel zweet, (zwaarte- en middelpuntvliedende-) kracht en souplesse en dat het zwaar werk is, wordt duidelijk in het filmpje over de Chihuly hotshop aan het begin van de tentoonstelling.

"Glaskunst is B-kunst"

"Een verrassende en gedurfde tentoonstelling", aldus het NRC (13/12 jl.). "Op wat vazen op de afdelingen voor toegepaste kunst na, zijn in musea voor moderne en hedendaagse kunst doorgaans alleen de vitrines van glas. Glaskunst is B-kunst, ondergebracht in gespecialiseerde musea (zoals het glasmuseum in Leerdam en ook Museum Jan van der Togt in Amstelveen heeft een behoorlijk grote collectie, red.). Met de tentoonstelling 'Chihuly' neemt het Groninger Museum het dus niet alleen op voor een in Europa onbekend kunstenaar, maar ook voor een museaal weinig gewaardeerd medium."

GlassStress

Hoewel? Is dat wel zo? In het Dordrechts Museum kon je in de zomer van 2016 de tentoonstelling 'GlassFever' zien met hoogtepunten uit de Berengo*-collectie. En sinds 2011 is GlassStress een vast onderdeel van de Biennale in Venetië. Voor die tentoonstellingen in het historische Palazzo Franchetti hebben grote namen uit de internationale kunstscene door de jaren heen werk gecreëerd. Ik noem een Ai Weiwei, Louise Bourgeois, Song Dong, Joseph Kosuth, Tony Cragg, Hans Op de Beeck, Jaume Plensa en zo kan ik nog wel even doorgaan. (Voor meer: kijk even op hun site).
Ten slotte zou ik onze 'eigen' Maria Roosen onder de aandacht willen brengen. Hoewel zij zichzelf geen glaskunstenaar noemt ("ik ben beeldhouwer"), is het gros van haar werk gemaakt van de - na bewerking - zo breekbare combinatie van zand, soda en kalk.

Adriano Berengo: galeriehouder en (glas-)kunsthandelaar die 25 jaar geleden de glasindustrie op Murano nieuw leven inblies door hedendaagse kunstenaars te laten samenwerken met de meesterblazers uit de glaswerkplaatsen (Bron: Volkskrant). 







1. 'Basket and Reed Quad Drawing', 2008. 2. Detail van 'Niijima Floats', 1992-2018 bij de ingang van de expo. 3. Onderdeel van "Grand Stairwell Installation'  (2018) in het trappenhuis. 4. en 5. 'Baskets', 1980-1988. 6. Zaal met 'venetians', 1988-2006. 
Goed. Dat voor wat betreft het kunstgehalte van glassculpturen in het algemeen. Óver naar het mooie Groninger Museum* en "ervaar de sensationele creaties van de wereldberoemde Amerikaanse kunstenaar Dale Chihuly. Een ontdekking van glas, licht en kleur voor de hele familie." Lovende woorden en een wervende oproep van het Groningse kunsthuis, die deze vertoning reden vond om de entreeprijs te verhogen tot € 20,00 p.p. en op de museum(jaar)kaart opgeld te heffen van € 5,- (online € 18,--).
Is deze toeslag te rechtvaardigen? Dat is de vraag.
Ik ben groot fan! Het in 1994 geopende en veelbesproken gebouw ontworpen door Alessandro Mendini in 'Memphis-stijl'  getuigt van durfal!  

a closer look

Overweldigend en 'sensationeel' is de vertoning met de objecten van de in Tacoma (Washington, VS) geboren Dale Chihuly (1941) zeker. Wanneer je het museum vanuit de grauwe, mistige december-donkerte betreedt, dan word je gelijk vrolijk. Wát een spetterende kleuren! Allemaal wulpse, amorfe plastieken en één en al spektakel door maar liefst 16 enorme zaal-vullende installaties (zeg maar gerust showstoppers), naast veel (cilinder-)vaas- en schaalvormige voorwerpen. 
Mijn complimenten en thumbs up voor de lichttechniek, want alle kunststukjes worden prachtig uitgelicht. En dat is cruciaal bij elke tentoonstelling, maar zeker bij expo's met van dit soort kleurrijke en lichtvangende objecten.
Alles bij elkaar nodigt de expositie uit tot het maken van (zeer '#instagrammable') foto's, wat door het museum dus niet alleen schoorvoetend wordt gedoogd, maar zelfs wordt gestimuleerd. Dat op zich is een unicum, want er wordt tegenwoordig (te) vaak en (te) veel gefotografeerd, een bron van ergernis voor de bezoeker die rust en bezinning zoekt en die hoopt op een vredig fotografievrij uurtje.
(En "de pot verwijt de ketel...", oftewel "hij die zonder zonde is..."! :-) 

glass as a fine art

Uit de bij de tentoonstelling verstrekte handout blijkt dat de expositie speciaal voor het museum is gecompileerd in samenwerking met de Chihuly Studio. Maar liefst zeven grote zeecontainers en vijftien vrachtwagens met glazen onderdelen gingen op transport vanuit zijn werkplaats Seattle, de stad waar ook het Chihuly Garden and Glass is gevestigd. Chihuly's eigen museum trekt jaarlijks zo'n zevenhonderdvijftigduizend bezoekers. 
In (er gaat niets boven) Groningen zie je - verdeeld over twee verdiepingen - het spectaculaire werk van de glaskunstenaar en ook buiten zijn er - met recht - huzarenstukjes te bewonderen.






1. In de buitenlucht 'Neon 206' (2017). 2. t/m 5. 'Northwest Room'. 6. 'Mille Fiori' (2018) een 'glastuin' geïnspireerd op de tuin van moeder van de kunstenaar. 
Ter voorbereiding op mijn bezoek aan de tentoonstelling (en deze blogpost), verdiepte ik mij in de figuur Dale Chihuly. Want - net als velen met mij - had ik niet eerder van deze glas-artiest gehoord. Dus vandaar dat ik het worldwideweb op dook en s' mans naam intikte. En dan blijkt dat er niet heel veel informatie te vinden is, anders dan een overduidelijk door Chihuly en/of zijn medewerkers geredigeerde (en slecht vertaalde) biografie op Wikipedia.

Daar geen genoegen mee nemend, zocht ik verder en stuitte ik - tot mijn verbazing - op een nogal venijnige recensie over het werk én de persoon Dale Chihuly in The Seattle Times, nota bene de regionale krant uit Chihuly's thuisbasis. Het artikel dateert uit 2010 en het laat geen spaan heel van de kunstenaar en zijn entourage.
Als voorbeeld van de teneur van het artikel die de kunstenaar én zijn glas-imperium met de grond gelijk maakt, dit citaat.  "(....) But what many don't know is that Chihuly — a Northwest icon who has built a multimillion-dollar business — generates the bulk of that exposure himself. Most of those hugely popular exhibitions weren't organized and distributed by art museums, but by Chihuly Inc. And those books and television shows? Most of them were produced by Chihuly's publishing company, Portland Press. All that publicity has inflated the public notion of Chihuly's status in the art world. (...) In marketing terms, he has become his own worst enemy." 

work in progress

Het verwijt komt hier op neer: de bipolaire Chihuly (niet mijn woorden) is een wisselvallige, veeleisende man die al sinds 1976 zelf geen glas meer blaast. Niets 'meer' dan een gewiekst zakenman die een merknaam, een brand verkoopt met magazijnen vol in hoog tempo vervaardigd glaswerk. Zijn 'glasfabriek' verkoopt maar al te graag kant en klare tentoonstellingen met het doel zoveel mogelijk geld te verdienen aan de 'kunstwerken' en alle merchandise er omheen (op bol-punt-com zie je een grote hoeveelheid boeken, die in eigen beheer zijn uitgeven).

Lang verhaal kort: Dale Chihuly heeft gedurende zijn leven niet alleen maar fans gemaakt. Is hier sprake van - wat wij in Mokum kinnesinne noemen? Wordt "de bekendste hedendaagse glaskunstenaar" (volgens Wikipedia) zijn succes misgund?






1. Object uit de 'Fire Orange Baskets'-serie (2002-2013). 2. 'Sapphire Neon Tumbleweeds', (2016). 3. Werk uit de 'Rotolo'-serie, (2015-2018). 4. en 5. 'Float Boat' en 'Fiori Boat', 2012. 6. 'Red Reeds', 2010.
Hoe het ook zij: wij laten ons de pret niet drukken! Geniet vooral met volle teugen van de - al dan niet 'kunstige' - maar zeker vrolijk-makende objecten en installaties in het Groningen museum.
Fijn, zo tijdens deze donkere dagen.

De tentoonstelling 'Chihuly' is nog te bezoeken tot en met 5 mei. Kijk even op de website voor bezoekersinformatie.


-X-


In het Groninger museum kun je een volledig dagje-uit, want naast de overweldigende glasinstallaties van Chihuly, is er ook een hele charmante expositie met de intrigerende naam 'GRRROM!'

Meer weten? Hou dan mijn blog in de gaten. Of beter nog: 'abonneer' je op mijn artikelen door mijn facebook-pagina of Instagram-account te liken!
Geen FB of IG? Via bloglovin kan ook.


Tekst en (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer (www.agreylady.nl).

De vergrotende trap: Raquel van Haver met 'Spirits of the Soil' in het Stedelijk Museum

18 december 2018
Naast de stellende trap (dik), heb je de vergrotende trap (dikker) en precies daarin spreekt de kunstenaar als zij over haar werk praat: "ik wil dikker, dunner, groter of gekker"! Millennial Raquel van Haver (want geboren in 1989) doet deze uitspraak in dagblad Het Parool*, die de jonge kunstschilder interviewde naar aanleiding van 'Spirits of the Soil' in het Stedelijk Museum.
De rising star en prijswinnende Van Haver werkt rauw, temperamentvol, energiek en 'mannelijk' en speciaal voor haar (tweede) solo-tentoonstelling maakte zij een serie monumentale werken.

Je begrijpt, daar wilde ik het mijne van weten (ik hou daarvan: vrouwen met 'grote gebaren') en na een bezoek aan het gemeentelijke museum in Amsterdam kan ik niet anders dan haar woorden onderschrijven. Van Haver spreekt via haar kunst in uitroeptekens.



1. 'Dem Smoke and Blaze under Royal regime', 2018. 2. Foto van Raquel van Haver door ©Robin de Puy, De Volkskrant. 3. Detail.
Variërend van anderhalve maand tot een half jaar, zo lang deed Raquel van Haver over het maken van de schilderijen die nu in het Stedelijk Museum hangen. Maar kun je het wel schilderijen noemen? Het zijn haast hangende sculpturen, want de dikke lagen zelfgemaakte olieverf op jute combineert de artiest met houtskool, spuitverf, gips, teer, hars en klei en de composities voorziet zij desgewenst van (nep) haar, kroondoppen, kralen, peuken en of as. De kunstenaar lijkt wel een fysieke gevecht aan te gaan met de materie: de besmeurde doeken zijn groot, grof, rauw. 
"Vanaf het eerste moment heb ik dik aangezet. Het werd een uitdaging: hoe ver kan ik gaan? Af en toe moest ik stutten. Dan flikkerde er een hoofd van het schilderij of een neus. In de zomer werd mijn olie zacht en ging het zakken. Dan zette ik er een paar palen onder".*

de rafelranden right in your face

De kolossaal opgebouwde doeken - reliëfs zwaar van verf, teer en touw, over doorgaans brute onderwerpen - zijn alles behalve doorsnee. Van Haver heeft een kenmerkende stijl en alle werken zijn vrij donker en toch spat de kleur er vanaf.
Over de totstandkoming van 'Change the Rhythm of the Dancehall… It’s Still the Same Groove' (2018), zegt Van Haver het volgende. "Dit doek is geïmpregneerd met teer, daaroverheen zitten krijttekeningen, daarna heb ik de dikke delen toegevoegd. Bij het maken lag het schilderij nog op de grond en lopend goot ik emmers met verdikte olieverf toe. Na vijf, zes dagen was dat droog en kon ik verder met dunnere olieverf. Hier en daar stopte ik er nog plastic, kraaltjes en nep haar in." (Uit een interview met Vice).





1, 2 en 3. 'The Eyes must be Obeyed. One 100 Soldiers with One 1000 Dices. When They Start Make you no go Anywhere', 2018. 4. 'Change the Rhythm of the Dancehall... It's Still the Same Groove', 2018. 5. 'A Shrine of a Deity: L’enyin ise aye Lo Ku', 2018. Foto van collage, diasec. Foto: Hans Wilschut.
Raquel van Haver werd aanvankelijk drie keer genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst voordat zij hem dit jaar ook daadwerkelijk won. En in haar prijzenkast staan meer 'trofeeën'. In 2016 werd ze door zakenblad Forbes verkozen in de 30 Under 30 Europe: een lijst van dertig jonge talentvolle kunstenaars en in 2017 was er een expositie in het Dordrechts Museum die de Amsterdamse te danken had aan het winnen van De Scheffer, de tweejaarlijkse stimuleringsprijs van het museum. 

een collage van verhalen en ervaringen

Van Haver's figuratieve schilderwerk gaat over etniciteit, identiteit en subculturen; over mensen op de grens van de samenleving. Het grootsteedse leven in getto's, barrios, favela's, townships en slums in landen als Colombia, Trinidad, Nigeria, Cuba, Zimbabwe en Zuid-Afrika.
Het zijn politiek getinte werken en gebaseerd op haar reizen en ontmoetingen. De kunstenaar - zelf geboren in Colombia en als jong kind geadopteerd door een Nederlands gezin - schildert meestal donkere mensen. Grote figuren die uit de verf naar voren komen. Prostituees, straatkinderen en hangjongeren, leden van jeugdbendes, drinkende mannen in café's en clubs. Stuk voor stuk sociaal realistische canvassen. Of - zoals ze zelf zegt: 'luide' schilderkunst, "waarin ze vooral de overeenkomsten tussen mensen benadrukt, met empathie voor de groepen in de marge van de samenleving."
De kunstenaar woont zelf al jaren in de Bijlmer (Amsterdam Zuid-Oost) en als ze op reis gaat, dan kiest ze niet de toeristische trekpleisters. "... Ik heb inderdaad wel een drang om plekken te bezoeken die gesloten zijn voor de buitenwereld. Soms is het een lifestyle die me interesseert, soms zijn het de absurde verhalen waar je tegenaan loopt. Ik ontmoet vaak mensen met heel aparte levensverhalen die in de kunst niet vaak verteld worden en die ik graag wil laten zien", aldus Raquel van Haver in het NRC*.



1. 'Life never Sweet like a Chocolate Vanilla'. 2. One drop... Your Heart Might Skip a Beat for Many Reasons'. 3. 'We do Not Sleep as we Parade all Through the Night' (alle drie 2018).
"Ik ben verhalenverteller en heb tijd nodig om emotie erin te leggen. Mensen zouden ook echt de tijd moeten nemen om het werk te lezen.'' aldus de kunstenaar*. Documentatie is belangrijk, zegt Van Haver, omdat ze de sfeer van haar reizen en de mensen die ze ontmoet zo goed mogelijk wil overbrengen.

De doeken van Van Haver zijn als ontdekkingsreizen en de titels van de schilderwerken als citaten uit haar reisdagboek.

recht voor zijn raap: take it or leave it!

Je kunt 'Spirits of the Soil' met het werk van Raquel van Haver nog tot en met 7 april bekijken in het Stedelijk Museum Amsterdam.


-X-


Fijne dag!

* Het Parool van 17/11; het NRC van 21/11.
** in een vraaggesprek n.a.v. het winnen van de De Schaffer-prijs.


Tekst en (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer (www.agreylady.nl).

Auto Post Signature

Auto Post  Signature