'De Haagse School op Scheveningen' in het Gemeentemuseum in de Hofstad

28 juli 2018
Schreef ik in mijn vorige blogpost over het bijzondere licht in het Zeeuwse Domburg dat artiesten door de jaren begeesterde; ook Scheveningen was een inspiratiebron voor heel veel kunstschilders. In de negentiende eeuw waren het de Hollandse meesters uit de zogenaamde 'Haagse School' die zich aangetrokken voelden tot het leven in en rondom de kustplaats en dat naar hartenlust vastlegden.  

Het mooie Gemeentemuseum in Den Haag - mede opgericht door die schilders van de Haagse School - bezit een uitgebreide collectie zee-, strand- en duingezichten die nu, in het kader van '200 jaar badplaats Scheveningen', een plek hebben gekregen in de tentoonstelling "De Haagse School op Scheveningen'. 

Kijk mee naar zwoegende vissers, bezweette sleep-paarden, bezeilde bomschuiten, zeulende ezeltjes en flanerende badgasten. 



1. Jozef Israëls, 'Dromen (Dolce far Niente)', ca. 1859 (part.coll.). 2. en 3. Zaaloverzichten.
Scheveningen viert dit jaar met 'Feest aan Zee' het feit dat het precies tweehonderd jaar geleden is dat Jacobus Pronk op het strand van Scheveningen een badhuis oprichtte. En met dat 'badpaviljoen' (een groot woord voor het kleine houten huis met vier kamertjes met elk een badkuip met zeewater én zeezicht) werd Scheveningen de eerste Nederlandse badplaats. Met dank aan de gefortuneerde, veelal Duitse kuurgasten.
Recreatief zwemmen bestond nog niet: een poging tot zwemmen deed je alleen om niet te verzuipen. Nee, toentertijd kwam de happy few alleen om pootje te baden in het medicinaal geachte zoute zeewater en door de komst van het badhuis van Pronk kon men een kuur volgen en zo nodig kopje onder gaan in een badkuip. 
Maar goed: het 200-jarige bestaan van de badplaats is alle reden voor een feestje en een jaar lang allerhande activiteiten. 

Feest aan Zee

Ook het Gemeentemuseum in Den Haag speelt in op Feest aan Zee en momenteel zijn er maar liefst twee tentoonstellingen met de Noordzeekust als onderwerp. In de expo 'Aan Zee' wordt de kunstenaarskolonie in het Zeeuwse Domburg aan het begin van de vorige eeuw belicht (daarover lees je in mijn vorige blogpost), maar het is vooral 'De Haagse School op Scheveningen' dat naadloos aansluit bij het thema van de feestelijkheden in en rondom de badplaats.





1. Zaaloverzicht. 2. B.J. Blommers, 'Strand', ongedateerd. 3. Isaac Isaëls, 'Ezeltje Rijden', ca. 1898-1902. 4. Willem Maris, 'Ezeltjes aan het Strand', ca. 1865-1866. 5. Zaaloverzicht.
En dat komt zo. Het Gemeentemuseum bezit een van de mooiste collecties schilderijen en tekeningen van de kunstschilders uit de Haagse School. Een groot aantal van die kunstwerken werd al in de negentiende eeuw van de toen levende kunstenaars aangekocht en tentoongesteld.
Grofweg van 1860 tot ongeveer 1900 waren het (landschaps-)schilders als Jan Hendrik Weissenbruch, Anton Mauve, Hendrik Willem Mesdag en de broers Jacob en Willem Maris die "een nieuw realisme introduceerden met hun frisse verbeeldingen van het land, de zee, de vissers en de boeren". Het zijn die kunstenaars die Scheveningen als onderwerp kozen voor hun tekeningen en schilderijen en zij maakten de badplaats pas echt beroemd.

what's not to like

De aantrekkingskracht van hun schilderwerken schuilt in de verbeelding van het armoedige en zware vissersbestaan en het 'gepeupel' daar omheen en de opkomende mondaine upper class badcultuur. En dat alles in een geweldige samenspel van licht, lucht en water. "De Haagse School op Scheveningen' is als een reis door het vissersdorp aan de vooravond van grote veranderingen" en je ziet die transformatie heel goed verbeeldt in de ruim 70 schilderijen en tekeningen.

Neem kunstschilder Anton Mauve (1838-1888). Gespecialiseerd in het schilderen van lastdieren, verbeeldde hij de bezweette sleeppaarden die de bomschuiten op het strand moesten trekken (Scheveningen had toen nog geen haven), maar ook de ezeltjes die door rijkelui werden ingehuurd voor plezier-ritjes door het zand. 'Bomschuit op het Strand' uit 1882 is een prachtig voorbeeld van het eerste soort en een van de topstukken in de tentoonstelling. 





1. Anton Mauve, 'Bomschuit op het Strand', 1882. 2. Hendrik Willem Mesdag, 'Terug van de Vischvangst', 1895. 3. Anton Mauve, 'Ezeltjes aan het Strand', ongedateerd. 4. Zaaloverzicht. 5. Philip Sadée, 'Het Deel der Armen', 1901. 
De Haagse schilders verwerkten in hun realistische schilderijen ook vaak hun eigen gemoedstoestand. De schilders gingen en plein air  - direct en ter plaatse op zoek naar de 'stemming in de natuur', oftewel naar de indruk die het landschap op henzelf maakte. In eerste instantie waren de kunstwerken vrij somber, later vinden zij een wat lichtere toets. Je ziet dramatische wolkenluchten en de veranderende zee bij verschillende weersomstandigheden en dan voornamelijk in zilvergrijs. "Het is de kleur van het Noordzeelicht dat over het spiegelende water naar land wordt getransporteerd."

50 tinten grijs

Bij de schilders van de Haagse School (of 'ridders van het grijs' zoals critici hen toentertijd ook wel noemden) zie je sowieso veel tinten grijs dat 'kleur' geeft aan hun geboeidheid voor de grijze tonen in het Hollandse licht. Vandaar dat de kunststroming ook en gekscherend de Grijze School wordt genoemd. 
De jong overleden kunstschilder en voorloper van de Haagse School, Gerard Bilders (1838-1865) zei hierover in 1860: "ik zoek een toon, die wij gekleurd grijs noemen; dat is alle kleuren, hoe sterk ook, zodanig tot een geheel gebracht dat ze den indruk geven van een geurig, warm grijs." 




1. Zaaloverzicht. 2. Jacob Maris, 'Bomschuit op het Strand', ca. 1880. 3. Jan Hendrik Weissenbruch, 'Strandgezicht', 1887. 4. Jozef Israëls, 'Dromen (Dolce far Niente)', ca. 1859.
Hoe toepasselijk met dit prachtige zomerse vakantieweer zijn de twee tentoonstellingen in het Haagse Gemeentemuseum? Zowel in 'Aan Zee' als in 'De Haagse School op Scheveningen' brengt het mooie kunsthuis in de residentie een ode aan twee pareltjes aan onze veel bezongen en geportretteerde Noordzeekust.


-X-


De tentoonstelling over Scheveningen is nog tot 17 september te bewonderen. Kijk even op de site voor bezoekersinformatie.

De zonovergoten 'binnentuin' of tuinzaal met banken van ontwerper Richard Hutten.
Bronnen: 'Aan Zee', eenmalige uitgave van het Gemeentemuseum Den Haag; Wikipedia en Kunstbus.
Tekst en alle (iPhone) foto's © Miriam van der Meer.

'Zomer in Zeeland' in het Haagse Gemeentemuseum

21 juli 2018
Even wegdromen... Denk je eens in. Het geluid van de branding en een windje vanuit zee. Een breed zandstrand met een grillige duinenstrook onder een fraaie wolkenlucht. Daarachter landerijen en schilderachtige dorpjes te midden van oude bossen. En dan dat licht.... Heb je 'm?
Deze ongerepte natuur op het idyllische Zeeuwse Walcheren heeft van oudsher kunstenaars geïnspireerd tot grootse prestaties. Precies daar, in dorpen en buurtschappen als Domburg, Veere, West- en Oostkapelle en Zoutelande schilderden mensen als Jan Toorop en Piet Mondriaan in het begin van de 20e eeuw je reinste meesterwerken. En kun je nagaan: één van die topstukken - Mondriaan's 'Zomer, Duin in Zeeland' (1910) is speciaal vanuit het New Yorkse Guggenheim Museum* ingevlogen.
Terug naar de kust...
*Het Guggenheim heeft het schilderij van Mondriaan - eigendom van het Gemeentemuseum - sinds het begin van de zeventiger jaren in langdurige bruikleen (Het gemeentemuseum kan er wel een missen: ze hebben er immers zat. Zo'n 300 tekeningen en schilderijen... :-)

Kijk mee naar zomerse taferelen in de expositie 'Aan Zee' in het mooie Haagse Gemeentemuseum.



1. Piet Mondriaan (1872-1944), 'Zomer, Duin in Zeeland', 1910. Olieverf op doek Gemeentemuseum Den Haag, langdurig bruikleen aan Solomon R. Guggenheim Museum, New York. 2. en 3. Stephan Vanfleteren met werk uit de serie 'Terre/Mer', 2018.
A propos: misschien wel het mooiste kunstwerk van het Gemeentemuseum is het gebouw zelf. Het monumentale pand werd immers gebouwd naar een ontwerp van 'grootmeester' H.P. Berlage.
En dan - bij het begin van de expositie 'Aan Zee' - zie je eerst het poëtische werk van Stephan Vanfleteren. In opdracht van het museum maakte deze - meestal in zwart/wit fotograferende Belgische kunstenaar een serie foto's op Walcheren. En in tegenstelling tot zijn illustere expressieve voorgangers ruim een eeuw eerder, legde Vanfleteren vooral de verstilling vast. Het zijn meditatieve beelden. Mooi, zeker ook door de sobere presentatie.

"Het is buiten zoo mooi van kleur, kleur, kleur en zon*"

De Zeeuwse kust heeft aan het einde van de negentiende- en begin twintigste eeuw een grote aantrekkingskracht op schilders en schrijvers. Het licht op de Zeeuwse eilanden zou anders zijn dan in de rest van Nederland. "Lichter, blonder".
Dorpen als Veere, West- en Oostkapelle, Zoutelande zijn populair, maar met name in Domburg is het zomers een komen en gaan van kunstenaars die zich laten inspireren door de unieke glinstering van het licht, de noeste arbeid van vissers en boeren, de rijke natuur en het ongerepte landschap. En het kustdorp groeit - door die geregelde bezoeken van schilders en schrijvers uit tot een heuse kunstenaarskolonie.
Jan Toorop in 1908 tijdens zijn verblijf in Domburg.






Een 'blokje' Jan Toorop: 1. 'De Schelpenvisser', 1904. 2. 'Zeeuwse Boer', 1904 3. 'De Werkers', 1905. 4. Zaaloverzicht.
5. 'De Vissersvloot van Veere', 1907. 6. 'Dijkweg bij Westkapelle', 1910.
"Zomer in Zeeland,
een dorp aan een duinrand.
Een stukje grond in groen verborgen.
Zomer in Zeeland, de zon van de zeekant,
ontvouwt een dag van lokkend leven.
Duinen en stranden en strelende handen,
die niets willen weten van aardse zorgen.
Zomer in Zeeland, een zomer alleen voor
ons beiden, beiden..."
(Vrij naar een hit uit 1971 van het duo Saskia & Serge).

Zeeland. Veelvuldig bezongen en geportretteerd, met het uiterste puntje van Walcheren in het bijzonder. "Domburg is verrukkelijk en een goudmijn voor schilders". Zo omschreef het Algemeen Handelsblad in 1886 het kustplaatsje (zoals valt te lezen in 'Aan Zee': de bij de tentoonstelling behorende eenmalige informatieve uitgave).
In het Gemeentemuseum Den Haag opende afgelopen week (14/7) de tentoonstelling 'Aan Zee', waar aan de hand van zo'n vijftig schilderijen en tekeningen van Jan TooropFerdinand Hart Nibbrig, Piet Mondriaan en Jacoba van Heemskerck hun fascinatie voor de Zeeuwse kust wordt getoond. In de expositie zien we stranden, duinen, de zee, de vuurtoren van Westkapelle, hardwerkende vissers, Zeeuwse meisjes en verweerde boeren-tronies. Walcheren ruim een eeuw geleden.






Drie maal Ferdinand Hart Nibbrig: 1. 'Zeeuwse Boer',  2. 'Zoutelande', beiden uit de periode 1910-1915 en 3. 'Zeeuws Meisje', 1914. Dan drie schilderijen van Piet Mondriaan: 4. 'Kerk te Domburg', 1909. 5. 'Zee na Zonsondergang', 1909 en 6. 'Avond: de Rode Boom', 1908-1910.
De vier in de expo getoonde kunstenaars maakten 'luministische' werken: kleurrijke, fonkelende taferelen met mooie lichteffecten. Dat luminisme* slaat op de techniek die in die tijd opgang deed (van circa 1890 tot 1920) met het accent op het licht. Ik leer op de site van de kunstbus dat deze stijl een groot aantal overeenkomsten vertoonde met het pointillisme: sterker nog, het luminisme ging verder dan de 'stippenstijl'. Het was de bedoeling om het licht vorm te geven middels brede, blokvormige vlakken en heldere kleuren. "Met schreeuwend felle streepjes verf werd een voorstelling snel op het doek gezet". 

luminisme en pointilisme

Goed. Het middelpunt van deze aan Zeeland verknochte kunstenaars was schilder, tekenaar en graficus Jan Toorop (1858-1928). Hij bezocht de badplaats vanaf de zomer van 1897 en dat bleef hij zo'n twintig jaar doen. Met een enorme experimenteer-drift legde hij de werking van dat typische Zeeuwse licht vast en hij was ook degene die andere kunstenaars enthousiasmeerde voor een bezoek aan het idyllische Walcheren.
Één daarvan was Piet Mondriaan (1872-1944) die in 1908 voor het eerste Domburg bezocht. Hij is dan al wel succesvol met zijn 'realistische' werk, maar ook zoekende en op een keerpunt in zijn schildersloopbaan. En je kunt gerust stellen dat hij in Domburg zijn eerste essentiële stappen op weg naar zijn abstracte werk zette. Ook hij probeerde het licht te 'pakken', wat goed te zien is in 'Duin I' en 'Zee na Zonsondergang', beiden uit 1909 (zie foto's).






Weer drie maal Pier Mondriaan: 1. 'Duin I', 1909. 2. 'Zomermorgen: Vuurtoren bij Westkapelle in Oranje', 1909-1910 en 3. 'Pointilllistische studie met Duinen en Zee', 1909. Dan het werk van Jacoba van Heemskerck: 4. 'Twee Bomen', 1908-1910. 5. (links) 'Kasteel van Westhove', 1903 en 'Landschap no.15', 1912-1914 en tenslotte 6. 'Bild. No. 25', 1915.
(De voor mij onbekende) Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915) is de derde kunstenaar die in de expositie 'Aan Zee' wordt belicht. Naar mijn mening mooi, lieflijk en toegankelijk, werd het werk van deze kunstschilder toentertijd door sommige critici afgedaan als "voorspelbare kunst zonder hartstocht'.
Hoe dan ook: Hart Nibbrig was zo gecharmeerd van de Zeeuwse kust dat hij in 1910 op een duin in Zoutelande een huis liet bouwen, genaamd 'Santvlught'. En een leuk feitje: dit tot Rijksmonument verklaarde huis is ook nu nog - net als in de tijd van Hart Nibbrig - te huur als vakantiewoning.

De vierde kunstschilder is Jacoba van Heemskerck (1876-1923). Ook Van Heemskerck liet in het Zeeuwse een huis bouwen: Villa Loverendale in Domburg, waar zij in de zomers samenwoonde met haar grote liefde Marie Tak van Poortvliet. 'Vreemde eend in de bijt' - want stilistisch heel anders dan de stippen en strepen van de andere deelnemers aan de expo - maakte Van Heemskerck maar heel kort luministische werken. Je kunt zien dat zij veel meer dan de anderen, waarde hechtte aan krachtige, bewegelijke lijnen en vormen.
(Ook) mooi, maar anders.

Piet Mondriaan, 'Molen bij Domburg', 1908.
'Aan Zee' is een heerlijke, zonnige exhibitie die je de hele lange zomer kunt bezoeken. Nog tot en met 18 november droom je over (vervlogen) lome dagen in de duinen, op het strand en aan zee.....

En er is meer strand-genoegen! In het kader van het tweehonderd-jarige bestaan van de badplaats zie je in het museum ook (en tot en met 16 september) de presentatie 'De Haagse School op Scheveningen'. Daarvoor gaan we een paar decennia verder terug (naar de periode 1860 tot 1900) en dompelen ons onder in de door de schilders van de Haagse School vervatte schoonheid van de Scheveningse luchten, het licht en het water aldaar.

Van de week lees je mijn verslag van de tentoonstelling over dit strandfestijn. So stay tuned!


-X-


Nog even terug naar dat schilderij van Mondriaan dat speciaal is teruggehaald uit New York voor de expositie over het Zeeuwse Domburg. De grap is: er hangen er twee! Ik zag een versie in de expositie 'Aan Zee' (en dat dit die uit New York) en eentje in 'Mondriaan en De Stijl', een grote collectie-selectie met topstukken van het museum.
Mondriaan schilderde twee vrijwel identieke werken, die alleen in kleine nuances verschillen (de maat van het schilderij en de kleur van de verf).
In ieder geval goede reden om ook naar die laatste expo te gaan kijken....


Ook mooi: (1.) in de vijver voor het museum een sculptuur van Morgan Betz, 'Green Eggs & Ham' en (2.) één van de uitvoerde werken van Sol Lewitt op de muren van het museum.
Tekst en alle (iPhone) foto's: © Miriam van der Meer (tenzij anders vermeld).

Horen, ruiken, voelen en zien in het mooie Van Abbemuseum in Eindhoven

14 juli 2018
Een inhaalslag maken. Dat was een van mijn goede voornemens begin dit jaar. Ik zou gaan doen wat ik decennia schromelijk heb verwaarloosd en daarvoor maakte ik een to-do-list. Een lijstje met nog dit jaar te bezoeken Nederlandse musea die ik niet eerder van binnen heb gezien. En dat blijken er nog flink wat*.
Dus of het gaat lukken?

Hoe dan ook, ik ben aardig op weg (letterlijk en figuurlijk) en heb er al een aantal af kunnen vinken (Museum Jan Cunen: check, Museum Jan van der Togt: check, Textielmuseum: check, De Pont, No Hero) en van de week kocht ik een retourtje Eindhoven voor een bezoek aan het Van Abbemuseum: ook op mijn bucketlist. Want - shame on me - nooit eerder geweest...

* Volgens een in 2016 nieuw opgestelde definitie telde het CBS in datzelfde jaar zo’n 680 musea in Nederland.



1. Alexander Kosolapov, 'Lenin Coca Cola' (kopie van Li Mu), 1980. 2. Het (oorspronkelijke) Van Abbe Museum. 3. Jan Sluijters, 'Liggend naakt', 1931. 
Halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw was het sigarenfabrikant en kunstverzamelaar Henri van Abbe (van 'Karel 1') die Eindhoven een museum voor moderne kunst gaf: het Van Abbe. Een museum dat werd ontworpen door de autodidactische architect A.J. Kropholler in de traditionalistische stijl en dat onmiskenbaar gelijkenissen vertoont met een aantal  bouwwerken van Berlage (vlakke bakstenen muren, symmetrie en gebruik van natuursteen). Mooi! En bij die ingang (aan de Bilderdijklaan) staan twee identieke paard-sculpturen van de Amsterdamse beeldhouwer John Rädecker (die ook het monument op de Dam maakte). Ook mooi!
En oh, ja. Ook nog een beeld van Rodin, getiteld 'Monument to Balzac' uit 1892 (waarvan minstens 13 afgietsels zijn die her en der over de wereld staan opgesteld).

stories to be told

Met schilderijen van kunstenaars als Jan SluijtersIsaac Israëls en Carel Willink opende het museum in 1936 haar deuren, maar het zag er toen nog heel anders uit. De 'zalen' hadden eikenhouten lambriseringen, zo'n ophangsysteem van muur-rails met haken en banken met ingebouwde asbakken. Want ja, er mocht gerookt worden (daar was Van Abbe immers rijk mee geworden).

Maar het onvermijdelijk gebeurde: het museum groeide uit haar jasje. Eind vorige eeuw werd het museum te klein voor de uitdijende collectie en het voldeed niet meer aan de moderne eisen. Alle reden voor een renovatie én nieuwbouw, door architect Abel Cahen, dat in 2003 werd gerealiseerd. Daarmee werd het museum 5 keer zo groot en 'tig'-keer zo interessant, want wát een mooie doorkijkjes en niveauverschillen!





1. 'Stijlkamer' 2. Piet Mondriaan, 'Composition en blanc et noir', 1930 en een kopie van datzelfde schilderij. 3. Otto Arndts, 'Ostmark', 1939 (een door Hitler aangekocht schilderij). 4. De presentatie van ontaarde 'kunst'. 5. Kazimir Malevich, 'Ha cehokoce' ('Hooien'), 1928-1929.
Tijdens mijn bezoek afgelopen week werd er in de 'oude' vleugel van het museum hard gewerkt aan de nieuwe tijdelijke tentoonstelling '30 jaar Heinekenprijs voor de Kunst' (14/7 - 30/9) en dat was maar goed ook. Want dat scheelde er weer een. Één expositie minder, want het Van Abbe biedt veel 'waar voor je geld', of - in dit geval: kunst voor je geld. Heel veel kunst. Misschien zelfs wel té veel kunst. Ja, dat kan. En overprikkeling dreigt. 

Is een kopie van een abstract schilderij ook abstract of juist realistisch?* 

Ik concentreerde mij op de vaste collectie die op twee plekken aan de man wordt gebracht. Ik startte op de begane grond van de nieuwbouw. In 'THE MAKING OF MODERN ART' zie je werk van kunstenaars zoals Picasso, Sol Lewitt, Mondriaan, Kandinsky en Leger "in een experimentele 'making of' van de klassieke canon van moderne kunst". Anders gezegd: er wordt een poging ondernomen om je het verhaal van de moderne kunst te vertellen.

Hier geen witte muren waar heel 'neutraal' de kunst wordt gepresenteerd. In acht tijdelijke 'stijlkamers' (geel en groen en paars met vitrines, Chinese kasten, een Perzisch boudoir-achtige ruimte, een re-make van de oorspronkelijke inrichting etc.) wordt inzichtelijk gemaakt hoe de moderne kunst zich door de eeuwen, decennia en jaren heeft ontwikkeld. Het gaat over díe zaken die bijgedragen hebben aan de evolutie van de moderne kunst. Aan welke invloeden zijn ambacht en kunst onderhevig geweest en wat betekende dat voor de hedendaagse kunst zoals wij die nu kennen?
Zoiets...
Uit 'Over kopieën' van Walter Benjamin (2002).





1. Pablo Picasso, 'Femme en Vert', 1909. 2. Zaaloverzicht 3. 'Entartete' kunst. 4. Bart Peizel, 'Stilleven met Boeken', 1933. 5. 'Futuristisch' zaaloverzicht.  
Zeg maar een stoomcursus kunstgeschiedenis. Heel veel informatie, dito dwarsverbanden en (ook) razend interessant. Enkele thema's die aan de orde komen zijn (1) origineel en oorspronkelijk werk versus kopie en namaak, met daaraan verwant de kwestie van (2) de waarde van kunst. Ook komt (3) ont-heiliging van religieuze kunst en (4) de upgrading van ambacht en toegepaste kunst naar autonoom werk aan de orde.
De expo vertelt ook het verhaal van (5) 'maken en breken': welke tentoonstellingen waren toonaangevend (en welke juist niet) en 'ont-kunsting' (6). Daarnaast is er aandacht voor (7) ontaarde (entartete) en 'foute' kunst. Ook het (8) kolonialisme en de (9) dominantie van de Westerse kunst worden aangestipt. Last but not least is er een zaaltje ingericht als ware het een (10) futuristisch museum ('Utopia': grappig).
Alles bij elkaar (en zoals gezegd) heel leerzaam en boeiend. Wel veel. Even snel, snel is er niet bij.
(Het 'hoe en waarom' - een soort verantwoording ván en door het museum - lees je hier).

wat is waar?

Goed. Het museum is heel creatief in het bedenken van concepten om de vaste collectie te presenteren. Op de 2de verdieping vind je de andere collectie-selectie, namelijk: 'THE WAY BEYOND ART'. "Aan de hand van drie thema's in een experimentele setting - Land, Thuis en Werk - tonen we kunstwerken die je laten nadenken over de wereld waarin we leven", aldus de hand out. "Welke rol spelen vrijheid, identiteit en duurzaamheid in ons denken over de toekomst? Kunnen kunst en het museum duiding geven?"
Tekst en uitleg bij deze expositie wordt gepresenteerd in ordners. Dus bladeren maar... Bij mij was inmiddels 'het lichtje uit' - mijn concentratieboog is beperkt - en ik deed niet anders dan een beetje rondkijken en zo nu en dan een foto maken.





1. Sluit je aan bij de (gratis) rondleiding: Nathan Coley, 'A Place Beyond Belief', 2012. 2. Jörg Immerdorff, 'Brechtzyklus', 1976. 3. Anselm Kiefer, 'Varus', 1976. 4. Iris Kensmil, 'Angela Davis #2', 2015 en 'Here The New Negro Begins', 2015. 5. Installatie van Bas van Beek, 'WW-FFCL', 2016 met twee werken van Donald Judd uit de 'Untitled' serie, 1961-1968. 
Het Van Abbemuseum schijnt er sowieso een handje van te hebben bezoekers 'op het verkeerde been te zetten' en twijfel te zaaien bij de manier waarop zij hun kunst presenteren (en dat is wat mij betreft prima). Een experimentele en dubbelzinnige aanpak is hen niet vreemd en dat blijkt ook uit hun slogan: "Kunst laat je dingen horen, ruiken, voelen en zien. Het verrast, vervreemdt en confronteert."


-X-


Het is maar goed dat deze twee expo's te zien zijn tot eind 2021. Je kunt er nog eens voor terug.
En laat er geen misverstand over ontstaan: mooi en erg interessant, dus GO!

Nu ook te zien:
'Errorist Kabaret' (2009), een surreëel 'café' van het Argentijnse kunstenaarscollectief Etcetera... (t/m 9-9-18); 
'Van wie is de straat': visies op onze publieke ruimte (t/m 31-12-18);
In Het Oog werkt Gam Bodenhausen aan 'Graphite Knots' (t/m/ 16-9-18) en dan is er nog
een tijdelijke presentatie van Monira al Qadiri met 'Spectrum I' (t/m 31-12-18).

Ik zei het toch. Veel....


1. Etctera.... met (een deel van) 'Errorist Kabinet', 2009. 2. Monira Al Qadiri, 'Spectrum I'. 
Tekst en alle (iPhone) foto's: © Miriam van der Meer

Auto Post Signature

Auto Post  Signature