Jessica Stockholder in het Centraal Museum: Stuff Matters

31 mei 2019
Helemaal tegen de trend in, want we willen toch juist ontspullen? Wegdoen volgens de methode van opruimgoeroe Marie Kondo? Dus hoezo 'Stuff Matters'?
Kunstenaar Jessica Stockholder wil ons doen geloven dat spullen er wél toe doen. Dat die wél belangrijk (zouden) zijn. In het Centraal Museum zie je momenteel een vrolijke en bonte verzameling van - zeg maar gerust (én oneerbiedig), 'een bij elkaar geraapt zooitje'. Plastic Fantastic meets Art History. Want Stockholder neusde in het depot van het Utrechtse museum en combineerde de daar gevonden voorwerpen met eigen werk, waardoor er een blijmoedige totaalinstallatie ontstond.

Kijk mee naar een ontregelende tentoonstelling, waar alledaagse spullen en cultuurhistorische kleinoden "verstrengeld zijn in een kleurige orgie."



1. 'Lay of the Land', 2014. 2. Onbekend, helaas geen informatie. 3. Zaal-impressie.
 "I began, and still do begin." Een mooi motto en de openingszin op de about-pagina van de Amerikaanse kunstenaar Jessica Stockholder (1959, Seattle, USA). "Ik ben begonnen en ik begin nog steeds." Een goeie instelling, die ik maar al te graag tot de mijne maak. Want daar gaat het om in het leven. Aanpakken, starten, in gang zetten en op je nemen. Én doorgaan.
Daarnaast houdt Jessica Stockholder erg van kleur, dat wordt wel duidelijk als je naar haar kunst op haar site kijkt. Maar sinds half april ook in real life: in het Centraal Museum kun je je onderdompelen in de presentatie van een vrolijke hoarder.
Verleden week bezocht ik het museum in de Domstad en daar kreeg ik in eerste instantie de indruk, beland te zijn in een kringloopwinkel.

een vrolijke hoarder

Dat zit zo.
In het door mij veelvuldig bezochte Rataplan-filiaal (in Amsterdam-West), werken vrijwilligers die veel eer leggen in hun werk. Zij putten er voldoening uit om alles op kleur te rangschikken, zo ook op de afdeling 'klein plastic' (huishoudelijk goed). Vergiet, Tupperware, zwemvliezen, siliconen bakvormen, emmertjes, pannenlikkers, (was-) manden, knijpers, ijsklontbakjes, sponzen. Allerlei huis-tuin-&-keuken-dingetjes. Je kunt het zo gek niet bedenken of het ligt er. Een mooie, kleurrijke presentatie en als je dat dan combineert met spullen van andere afdelingen (klein electronica, speelgoed, groot textiel, draden en kabels) en aanvult met ditjes en datjes uit de bouwmarkt, dan kom je in de buurt bij wat Stockholder voor ogen heeft.

kringloopkunst

Ontdaan van hun vroegere functie, combineert de kunstenaar doorsnee alledaagsheid. Samenhang en structuur krijgt het werk door het aanbrengen van kleur. Want eigenlijk zijn alle dingen om ons heen als een bouwpakket dat volgens een werkbeschrijving in elkaar gezet moet worden, met een verwachting hoe die spullen dan - na montage - gebruikt moeten worden. De associatie met Ikea ligt hier voor de hand.
Maar dat kan anders. Stockholder haalt uit elkaar en zet opnieuw, en héél anders, weer in elkaar.





1. 'Cross National Growth', 2014. 2. 'Inventory #JS455', 2007. 3. Een wandje schilderijen uit het depot met o.a. Vincent van Gogh, 'Stilleven met stenen bak met peren', 1885. 4. 'Inventory #JS393', 2003. 5. Drie tafels uit diverse stijlperioden en 'Warp', 2018. 6. 'Inventory #JS661', 2015.
De kunstenaar begon haar creatieve carrière als schilder, maar  bleek al snel meer ruimte nodig te hebben en koos daarom voor sculpturaal werken in de vorm van installatiekunst. De omgeving speelt bij Stockholder een belangrijke rol.
"Zij is geïnteresseerd in de verbindingen die dingen met elkaar aangaan, in de overgangszone, de soms nauwelijks waar te nemen randen, waar objecten elkaar ontmoeten, of waar ze een verbinding aangaan met de omgeving. Deze 'ontmoetingen' beschouwt Stockholder als metaforen voor kwesties van autonomie en individualiteit, niet alleen betreffende het kunstobject of kunstenaarschap, maar op allerlei gebieden van het leven", aldus een recensie in het NRC.

assemblagekunst

Goed. (Nou, ja...?). Het komt hier op neer: de kunstenaar koppelt in haar serie 'Assist', eigen werk aan een ander object of een ander kunstwerk, met als doel dat zij elkaar ondersteunen. De creaties kunnen namelijk niet zelfstandig overeind blijven. Door ze te combineren, gaan de beide delen een relatie met elkaar aan en worden die voorwerpen wederzijds afhankelijk.
Het zijn vaak heel onverwachte combinaties.

waardeloos en waardevol

Sinds 1992 heeft het Centraal Museum twee kunstwerken van Jessica Stockholder in de collectie en die zijn uiteraard van stal gehaald om - samen met bruiklenen, nieuwe beelden én met een site specific installatie (dus speciaal voor deze tentoonstelling en ter plekke gecreëerd) deel uit te maken van de expositie 'Stuff Matters'. De kunstenaar dook het depot in en koos uit de enorme collectie van het Utrechtse museum* meer dan 60 schilderijen, kasten, antieke spiegels en beelden (etc.) van 45 verschillende makers. Een allegaartje. Van alles wat. Soms ook grote namen: Vincent van Gogh, Gustave Courbet, Gerrit Rietveld, Pyke Koch. En niet altijd in de beste conditie: de boekenkast van Rietveld vertoont gebruiksschade en ook een antieke spiegel heeft zijn beste tijd gehad.
Door deze 'meesterwerken' te combineren met Stockholders plastic galore, krijgen de installaties van mij de kwalificatie 'kringloopkunst' mee en dat bedoel ik zeker niet denigrerend. De objecten worden minder museaal. Minder serieus. Minder 'deftig'.
* meer dan 50.000 stuks.







1. Een kast (anonieme maker) uit ca. 1500-1550 en 'Assist: 3 squared from the river bank', 2018. 2. Wand met stilleven-schilderijen uit het depot. 3. Uit de kelder: Joep van Lieshout, 3 maal 'Wasbak', 1990/1994/2012. 4. Lieven Hendriks, 'Zonder Titel (vaas)', 2013. 5. 'Between the Lines', 2017. 6. (Deel van) 'In the face of drifting eye', 2019 (met antieke spiegels). 
Stockholder is naast artiest, ook de ontwerper van haar eigen 'Stuff Matters'. "Ik heb objecten uit de collectie van het museum gekozen die met mijn werk resoneren. In zekere zin heb ik de collectie daarbij als één van mijn materialen behandeld, waarbij ik onderzocht hoe de betekenis van elk werk verschuift afhankelijk van de context", aldus de kunstenaar tijdens de pers-voorbeschouwing (en te lezen in het NRC).
"Alle dingen om ons heen hebben standaardmaten en zijn ontworpen voor een specifiek doel, net zoals bij een bouwpakket. In mijn werk volg ik die gebruiksaanwijzing niet precies. Hierdoor benadruk ik juist dat er regels zijn. Als je doet wat er van je verwacht wordt in het leven, zal veel van het leven je juist ontgaan."

kleur, vorm en materiaal

De installatie 'Extra Mural Coupling' - speciaal gemaakt voor deze tentoonstelling - laat zien hoe belangrijk de omgeving en de situatie voor de kunstenaar is. Een museumzaal is voor haar geen blank canvas. Alles wat aanwezig is doet mee. Deuren, ramen, lichtschakelaars, trappen, brandblussers. Wanden werden vlammend rood geschilderd, een gevlochten koord verbindt de ene ruimte met de andere en gaat zelfs mee omhoog. Trappen zijn gemaakt van steigerbuizen, waardoor je overzicht én doorzicht krijgt. 

plastic galore

Pièce de résistance in de laatste zaal is 'Lay of the Land' (2014): oranje plastic winkelmanden, verkeersspiegels, oosters tapijt, 15 houten barkrukken, hanglampen, ijzerwaren en acrylverf. (...) "De spiegels dienen als oppervlak voor gekleurde verfvlakken, maar ook als middel om het blikveld te verruimen. De lichtarmaturen werpen licht en hun fysieke lichamen vormen een groot oranje volume - als een wolk. De vloer doet net als de laag spiegels dienst als beeldvlak." (Zie 1e foto). 






1. 'Decals Roam to Move', 2015. 2. Floris Venster, 'Nap met Eieren', 1915. 3. Geen verdere informatie. 4. Zaaloverzicht. 5. Studio Makkink & Bey, 'Prooff Slowcar (prototype)', 2009. 6. Frank Mandersloot, 'Sacco', 1994/1995.
De tentoonstelling 'Stuff Matters' is messy and funky (zoals kunsthistoricus Miwon Kwon de kunst van Jessica Stockholder ooit omschreef). De expositie is als een over de top toneeldecor. 

De expositie is te zien t/m 1 september. Veel kijkplezier!


-X-


Deze zomer worden in de tuin van het Centraal Museum - onder de titel 'Zo Binnen Zo Buiten', (gratis) workshops gegeven. Studenten van de Utrechtse HKU zullen je enthousiasmeren en je begeleiden bij het knutselen. Oftewel: let your own stuff matter!
Hou de website in de gaten voor verdere informatie.


Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Louise Bourgeois in de Rijksmuseumtuinen: de 'grande dame' van de moderne kunst

25 mei 2019
Ze bereikte de respectabele leeftijd van 98 jaar, de Frans|Amerikaanse Louise Bourgeois. Grande dame van de moderne kunst en vooral bekend van haar spin-sculpturen. Toch heeft ze een breder oeuvre dan alleen die geleedpotigen en dat is goed te zien bij haar buitenbeelden. Zo is het Rijksmuseum in Amsterdam van mening dat de 12 sculpturen die vanaf 25 mei te zien zijn "opgevat kunnen worden als een intiem dagboek". De beeldhouwwerken in de mooie tuinen zouden een overzicht zijn van de "kenmerkende thema’s in Bourgeois' leven en werk."

Dus wat let je? Ik zeg: op een holletje naar het Rijks en dan lekker in de lommer (met het mooie museum in de rug) genieten van de indrukwekkende, soms grote, dan weer bescheidener plastieken van Louise Bourgeois.
Ik kreeg een deskundige rondleiding tijdens de voorbeschouwing en het resultaat daarvan zie je hier. Lees en kijk mee naar mijn impressie van Louise Bourgeois in de Rijksmuseumtuinen.



1. 'Spider Couple', 2003. 2. Alle betrokkenen op een rij: vlnr Jerry Gorovoy (voormalig assistent van Bourgeois en directeur van de Easton Foundation), Ludo van Halem (conservator Moderne kunst van het Rijksmuseum), Taco Dibbits (directeur Rijksmuseum) en Alfred Pacquement (voormalig directeur Centre Pompidou en gastconservator). 3. Waterornament met twee fonteintjes.
Het moet een troubled life zijn geweest, dat van Louise Bourgeois (1911, Parijs, Frankrijk - 2010, New York City, VS). Bij mijn voorbereiding op dit artikel stuitte ik op verschillende publicaties over de algehele gemoedstoestand van de kunstenaar, maar allemaal met een hoog psychologie-van-de-koude-grond-gehalte. Tenminste, da's mijn mening.
(Desondanks) een resumé...

Bougeois (wat letterlijk vertaald 'burgerlijk' betekent) werd geboren in een gezin van handelaren en restauratoren van antieke tapijten, met een explosieve en dominante vader die een buitenechtelijke relatie zou hebben gehad, met - of all people - het kindermeisje van Louise. Dat feit zou zijn weerslag hebben gehad op het gezinsleven en daarmee ook op de nog jonge Louise (en die geschiedenis doet dan weer sterk denken aan het levensverhaal van Yayoi Kusama). De kunstenaar in spe zou sterk aan haar vader gehecht zijn geweest, maar na de ontdekking van zijn affaires juist weer een 'ziekelijke haat' tegen hem hebben opgevat. "Woede en jaloezie werden haar drijfveren."

my art comes out of (my) problems

Volgens dezelfde bron leverde Louise Bourgeois met haar kunst commentaar "op de strijd tussen de seksen en de narigheid die daarvan het gevolg is." Daar las ik ook dit citaat van de kunstenaar: "mijn werk gaat over pijn, verdriet, angst, agressie, liefde, verlangen, de angst om te falen en verlatenheid."
Maar goed, wat de reden ook geweest mag zijn, Louise Bourgeois was wel een gekwelde ziel. Haar hele leven vocht de kleine gestalte (ze was heel petite) tegen haar demonen. Volgens de informatie van het Rijksmuseum komt het zelden voor "dat het oeuvre van een kunstenaar zo nauw aansluit bij zijn of haar leven, dat het bijna lijkt alsof gebeurtenissen en gevoelens een-op-een in het werk zijn verbeeld."



  
1. 'Spider', 1996. 2. 'In and Out #2', 1995-1996. 3. 'Crouching Spider', 2003 en 4. 'The Blind Leading the Blind', 1947-1949.
Aanvankelijk studeerde Louise Bourgeois wiskunde aan de Sorbonne in Parijs (de exactheid van het cijferen gaf haar houvast) en na twee jaar - ná de dood van haar moeder, maakte zij de overstap naar de kunsten. In 1935 studeerde ze af en volgde ze - naast haar studie aan de École du Louvre en École des Beaux Arts - atelierlessen bij diverse kunstenaars, waaronder Fernand Léger (en die overtuigde Bourgeois er van dat ze geen schilder, maar meer een beeldhouwer was).
Ook ontmoette ze rond die tijd de Amerikaanse kunsthistoricus Robert Goldwater, waarmee zij in 1938 trouwde. Ze volgde hem in datzelfde jaar naar 'the Big Apple' en kreeg met hem drie zonen. Ze bleef haar leven lang in New York wonen.

ze was haar eigen -isme

De kunst van Bourgeois blijkt lastig te definiëren. Hoewel ze exposeerde met abstract-expressionisten en haar werk veel gemeen heeft met het surrealisme en (onbedoeld, naar ik heb begrepen) met feministische kunst, was ze nooit verbonden aan een bepaalde artistieke beweging. Sterker nog, één van de thema's van haar werk was juist de positie van de eenling tegenover de groep. "Ze was altijd haar eigen –isme. Nu eens abstract, dan weer figuratief. Soms surrealistisch, dan weer pijnlijk realistisch."

Haar levenswerk is verrassend breed en heel divers: van tekeningen naar beelden en van borduurwerk naar installaties waar je U tegen zegt. Zo construeerde de kunstenaar stalen kooien van gaas (soms 'gevangen' door een spin) die de toeschouwer een beklemmend gevoel zouden kunnen geven. Ze doen namelijk denken aan cellen ('Cells'). Behangen met allerlei materialen en attributen zouden de kooien verwijzen naar de kamers in haar ouderlijk huis. "Bourgeois moet zich gevangene van de omstandigheden hebben gevoeld, heen en weer geslingerd door tegenstrijdige loyaliteiten." In de laatste jaren van haar leven maakte de artieste zachte, stoffen creaturen.

Pas rond haar zeventigste kreeg Bourgeois algemene bekendheid naar aanleiding van een grote overzichtstentoonstelling in het MoMa in New York. En (slechts) nadat ook Tate Modern (Londen) en het Centre Pompidou (Parijs) een grote tentoonstelling aan haar werk wijdden, werd ze gerekend tot een van de belangrijkste vrouwelijke kunstenaars van haar tijd.





1. Een van de twee 'Untitled', 2004. 2. (Nogmaals) 'Spider Couple', 2003. 3. 'Quarantania', 1947-1953. 4. en 5. Twee uit de serie 'The Welcoming Hands', 1996.
Haar bronzen sculpturen van monumentale hoog-potige spinnen zijn haar meest tot de verbeelding sprekende schepsels, die overigens pas laat in haar carrière opduiken (rond 1995). Bourgeois maakte daarvan verschillende variaties in verschillende afmetingen. Van de beelden werd normaliter één artists proof gemaakt en vervolgens zes exemplaren.
Er staat een hele grote bij de entree van het Guggenheim Museum in Bilbao (die ik vorig jaar zelf heb mogen bewonderen: zie de laatste foto); heeft ook Ottawa, Canada een exemplaar, zou er een moeten staan bij of in het Tate Modern in Londen (die ga ik over 3 weken bekijken) en heeft het Gemeentemuseum in Den Haag een relatief kleine (binnen)versie.  

"net als de spin was mijn moeder een wever"

De sculpturen in de vrij toegankelijke beeldentuin zijn als een mini-retrospectief. "De twaalf beelden die vanaf dit weekend (en t/m 3/11) in de Rijksmuseumtuinen te zien zijn, kunnen opgevat worden als een intiem dagboek van Louise Bourgeois en geven een overzicht van de kenmerkende thema's in haar leven en werk", lezen we op de website van het Rijks. "Zo verwijzen meerdere beelden naar haar kindertijd. De metershoge 'Spider' (1996), 'Spider Couple' (2003) en 'Crouching Spider' (2003) zijn een hommage aan de beschermende, wevende moeder van Bourgeois", aldus het Rijks. Symbool voor tedere, maar ook verstikkende moederliefde, zeggen weer andere bronnen.

beeldhouwen als therapie

"De hoogglans aluminium beelden 'Untitled' (2004) die aan de takken van de vleugelnootboom hangen, zijn een herinnering aan de gewoonte van haar vader om stoelen hangend te bewaren aan de zolderbalken van haar ouderlijk huis. Het moederschap en haar jeugd zijn terugkerende thema’s in Bourgeois' werk, evenals angst, vriendschap, materialiteit en het lichaam."
Mijn conclusie? Associeer er maar lekker op los, zou ik zeggen...


In de (drukke) centrale hal van het Rijksmuseum staan 4 'stoelen' uit de straatmeubilair-serie van Louise Bourgeois, getiteld 'Eye Benches', 1996-1997.
de kunstwerken van Louise Bourgeois zouden een uitdrukkingsvorm zijn voor de zielenpijn die menselijke relaties veroorzaken. En ja, de sculpturen zijn overrompelend en roepen allerlei verschillende emoties op. Mooi (vooral de spinnen), maar soms ook ongemakkelijk met een ietwat duistere kant. 


-X-


Voor bezoekers die meer willen weten over Louise Bourgeois zijn er de komende maanden allerlei rondleidingen, bijvoorbeeld (ook) tijdens de Open Tuinendagen half juni.
En dat is sowieso een goed idee!

#memyselfandi bij het Guggenheim Museum in Bilbao (Spanje) bij Maman/Spider van Louise Bourgeois. 2018.
Bronnen: Wikipedia, Rob Perree, Volkskrant, Gemeentemuseum Den Haag.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Klaas Gubbels in Museum Jan van der Togt: de jarige kunstenaar in het zonnetje!

21 mei 2019
Klein maar fijn, dit eerbetoon aan kunstschilder Klaas Gubbels. Ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag zie je sinds 21 mei in Museum Jan van der Togt enkele van zijn beroemd geworden koffiekan-schilderwerken. Wie kent ze niet?

Met een bewonderenswaardige hardnekkigheid schildert Gubbels sinds eind jaren vijftig stillevens. De kunstenaar heeft met dit genre een uitgebreid levenswerk opgebouwd waarin koffiekannen - door hem steevast 'ketels' genoemd, maar ook tafels, (wijn-) flessen, stoelen, schaakborden, peren, gitaren en - heel sporadisch - een vrouwspersoon figureren. Voor zijn verjaardag mocht de schilder van het Amstelveense museum - en onder de noemer 'De keuze van de kunstenaar' - zo'n 25 persoonlijke favorieten selecteren.

Verleden week sprak ik - samen met nog enkele andere leden van het journaille - met de jarige, van oorsprong Rotterdamse kunstenaar, die voor zijn leeftijd nog aardig kwiek oogt. Flarden van die keuvel lees je hier.



1. 'Zonder titel', 2017. 2. Klaas Gubbels. 3. 'De Peer', 2000.
"Het is begonnen met een stilleven. Toen is daarbij gekomen de tafel, dus waar het stilleven op stond. Toen zijn er steeds langere poten bij gekomen, met als resultaat dat het een complete tafel met stilleven was. En daarna is het proces begonnen om steeds minder op die tafel te zetten en te kijken of ik met een lege tafel evenveel spanning kon krijgen als met iets erop."
Tot zover een citaat van Gubbels over hoe het zo is gekomen en dus niet met die beroemd geworden koffiekannen, maar met tafels. We zitten dan in 1959, want uit dat jaar stamt zijn eerste. Sindsdien is de kunstenaar blijven voortborduren op hetzelfde thema. De repeterende variatie van een tafelblad met vier lange, dunne poten en later met de koffiekan. Het onderwerp is keer op keer hetzelfde: het werk daarentegen is altijd anders. Zonder perspectief, alsof de schilder niet de diepte in wil.
Plat en vlak.

"het is klaar omdat het onaf is"

Klaas Gubbels (1934) is vaak vergeleken met de Italiaanse schilder Giorgio Morandi (1890-1964). Die laatste maakte zo'n 600 schilderijen, waarvan de stillevens met kruiken, vazen en flessen met een beperkt aantal poederige kleuren het bekendst zijn geworden (zie Google afbeeldingen). Wat de twee verbindt, is het verstilde karakter van hun beeltenissen en hun voorkeur voor een beperkt aantal onderwerpen. Blijkbaar zijn die vormen voor beide schilders het sterkst, dus noem ze gerust monomaan. Maar in tegenstelling tot die van Morandi, vertonen Gubbels' canvassen veel vaker hoekige en harde lijnen. Gubbels' werk is directer, abstracter, brutaler.

Vanaf 1982 verschijnt de koffiekan ook 'alleen' op doeken van Gubbels. Daarvoor maakten die ketels soms al wel onderdeel uit van de compositie, maar sinds het begin van de tachtiger jaren duiken ze ook solo op. Wel in verschillende gedaantes: zonder oor, met één of een dubbel handvat, meerdere tuiten, in de vorm van een hart en in een enkel geval zelfs met benen.






1. 'Zonder titel', 1994. 2. 'JA', 1979. 3. de kunstenaar himself. 4. Gubbels' favoriete koffiekan. 5. 'Russische stilleven', 1982. 6. Zaaloverzicht.
"Ik gebruik de koffiepot om iets te maken. Misschien misbruik ik hem wel. Als een misdadiger sla ik toe. (...) Mijn werken gaan over schilderen, niet over koffiepotten*." De schilder probeert de essentie van een voorwerp te pakken: hij wil tot de kern doordringen. "Ik ga dan net zo lang door tot wat ik wil; langzaamaan kom ik dan tot een vorm." Het gaat bij Gubbels om de poëzie, humor, agressie of zelfs de saaiheid.
(uit een interview met het NRC in 1993).

Klaas Gubbels werkt nog dagelijks en - laat daar geen misverstand over bestaan - de zo bekende vormen worden nog steeds - dag in, dag uit, opnieuw uitgevonden. Zijn schilderijen mogen er (misschien) wel uitzien alsof ze in één dag geschilderd zijn: naar eigen zeggen doet hij er soms wel een jaar over. En zeker niet op de automatische piloot, want de kunstenaar vraagt gretig om feedback. "Toen hij nog leefde vroeg ik Ad Gerritsen (vriend en collega, red.) om mijn werk te komen afzeiken. Ieder ander zegt altijd dat het mooi is wat ik maak" aldus de schilder, terwijl hij zelf blind zegt te zijn voor de kwaliteit van zijn verfsels. "Soms vraag ik een naburige boer* om naar mijn atelier te komen en zelfs als zijn opmerkingen er volledig naast zitten, geeft het mij inspiratie om met het werk verder te gaan. Kijk vooral kritisch naar mijn werk. Daar heb ik wat aan."
* Gubbels heeft een landelijk gelegen atelier nabij Arnhem. 
Kijktip: op de website van Trendbeheer zie je een fotoreportage uit 2017 gemaakt in het atelier van Gubbels. Altijd leuk: binnen gluren! Ook (of zeker) in ateliers.

eenkennig met "super saaie stillevens"

De kunstenaar mag dan eenkennig zijn voor wat betreft zijn onderwerpkeuze, dat is hij zeker niet qua veelvoud aan technieken en materialen. Van zijn hand zijn schilderijen, houtsneden, aquarel, keramiek en glaswerk en natuurlijk zijn sculpturen en buitenbeelden. 
Museum Jan van der Togt toont van 21 mei tot en met 25 augustus 2019 een "selectie van schilderijen die in nauwe samenwerking met de kunstenaar tot stand is gekomen. Er worden circa 25 werken tentoongesteld die veel voor de kunstenaar betekenen en waar hij zijn hele leven geen afstand van heeft willen doen. Te zien zijn schilderijen uit diverse periodes van zijn leven; van het oude onderzoekende werk, tot de welbekende kan én nieuw werk", aldus de website van het museum.






1. 'Koffertafel', 1965. 2. 'Rode tweepoot', 1990. 3. Zaaloverzicht. 4. 'Stilleven naar K. Schippers', 2018. 5. links 'Adam', 1965 en (rechts) 'Bolle Gijs', 1969. 6. 'Zwevend naakt', 1984.
Het merendeel is nooit in het openbaar te zien geweest. In de expositie wijst Gubbels trots in het rond. "Die, en die, en die. Die hangen normaal bij mij in het atelier en die zelfs bij mij thuis." Hij wijst op een stilleven uit 1961 dat is geïnspireerd op Picasso. Hij is er erg aan gehecht. En aan het "autoportret, maar dan anders": (uiteraard) een tafel met daarop iets wat in de verte lijkt op een hoofd. De schilder zelf? Toch ook weer niet.
Het is een mooi overzicht van zijn levenswerk, vindt de kunstenaar. Hij herhaalt het een paar keer tijdens mijn bezoek. Mooi, mooi? Maar wat is mooi?

een tafel die staat als een huis

Voor de deur van Museum Jan van der Togt op het Dorpsplein van het ten zuiden van Amsterdam gelegen voormalige turfdorp (ook wel 'veentje' genoemd) staat 'Tien Tuiten' (2017), een van Gubbels' buitenbeelden. Het sculptuur is voorbode van een 'annex' van ARTZUID, want oprichter Cyntha van Heeswijk en de gemeente Amstelveen sloegen de handen ineen en zodoende is tijdens deze beeldenroute (zie mijn vorige blogpost over ARTZUID) het parcours verlengd naar het naburige Amstelveen. "We kregen het verzoek om in het kader van ARTZUID ook iets in Amstelveen te doen," aldus de directeur van de Amsterdamse Sculptuur Biennale. "Dat zou kunnen helpen de toeristische druk op de binnenstad wat weg te nemen."

Speciaal ter gelegenheid van de 6e editie staan er vijf buitenbeelden van Klaas Gubbels op de Bovenkerkerkade en één spot on voor het museum. De positie van de plastieken is zorgvuldig en slim gekozen, want via deze lange (linden-)laan loop je van de expositie met het werk van Klaas Gubbels linea recta naar het stadshart én dat andere interessante Amstelveense kunsthuis, namelijk het Cobra Museum voor Moderne Kunst. Hier zie je kunst vanaf, pakweg 1950 met de nadruk op, of een relatie mét de CoBrA-beweging (of naar eigen zeggen: "het museum maakt het erfgoed van de CoBrA-beweging zichtbaar en houdt het gedachtegoed van de kunstenaars van de beweging levend." (Ik maakte meerdere blog posts over het museum: gebruik daarvoor de zoekfunctie in de rechterbovenhoek op deze pagina).
  





1. 'Tien Tuiten', 2017. 2. 'De Vijftuiter' (edition small), 2019. 3. 'Aan Armando ', 2019. 4. 'Na Sluitingstijd - Hommage aan Cézanne', 2019. 5. De kunstenaar caught in the act met dit (6.) als resultaat.
Terug naar mijn ontmoeting met Klaas Gubbels. De aimabele grijsaard wilde mij wel een tastbaar aandenken meegeven en signeerde het mij ter hand gestelde koffietafelboek (c.q. catalogus) 'tafels tables tische tavoli' (te koop in de museumwinkel). Hij maakte er een heel kunstwerk van.
Kijk maar ☝️ 
Lucky me!

'De keuze van Klaas Gubbels' is te zien t/m 25 augustus in Museum Jan van der Togt in Amstelveen*.
Tip: hou ook het Facebookaccount van het museum in de gaten. De kunstenaar tekende in meerdere catalogi en die komen beschikbaar voor fans.  
* Ook te zien: tot 2/6 'Almost Unreal' met schilderijen van Willem van Veldhuizen en vanaf 8/6 t/m 25/8 de tentoonstelling 'Spelen met kleuren, kleine ontdekkingen' van de Japanse kunstenaar Ayako Rokkaku.


-X-


Nog een mededeling van huishoudelijke aard: kijk voor je afreist eerst op de website van het museum voor bezoekersinformatie.

#agreyladyinamuseum | foto: © MuseumvanderTogt.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature