'Hockney - Van Gogh: The Joy of Nature' in het Van Gogh Museum in Amsterdam

28 februari 2019
Hij is de duurste levende kunstenaar ter wereld: de inmiddels 81-jarige David Hockney. Je weet wel: zo'n drie maanden geleden was het voorpagina-nieuws. Toen leverde zijn 'Portrait of an Artist (Pool with Two Figures)' uit 1972 op een Christie’s veiling in New York 90 miljoen dollar* op. Door dat recordbedrag voor een van de Californische 'zwembad-schilderijen' waar hij zo beroemd mee is geworden, is de van oorsprong Britse kunstenaar weer helemaal hot and happening.
En dat treft, want in het Van Gogh Museum in Amsterdam opent vrijdag 1 maart de tentoonstelling 'Hockney - Van Gogh: The Joy of Nature', waarin aangetoond wordt dat Hockney voor zijn grote kleurrijke en op de natuur geïnspireerde kunstwerken bezield werd door zijn beroemde voorganger Vincent van Gogh. Hij schilderde deze  - op het lieflijk glooiende Engelse platteland gemaakte landschappen met dezelfde platheid en hetzelfde 'spel' met het perspectief.

Nu in het Van Gogh Museum: "ontdek alle parallellen tussen twee grote kunstenaars."
Dat gaan we doen!



1. David Hockney, 'Kilham op weg naar Langtoft II, 27 juli 2005', olieverf op doek, © David Hockney, Foto: Richard Schmidt. 2. De oogst, Vincent van Gogh, Arles, juni 1888. 3. Fotoportret van David Hockney door ©Rineke Dijkstra
* Niet dat Hockney iets van doen had met deze hype of iets van dat enorme bedrag in zijn zak heeft kunnen steken. Nee, de kunstenaar verkocht het schilderij al in 1973 via een New Yorkse galerie voor 18 duizend dollar, wat in die tijd natuurlijk ook heel veel geld was. Het hoogste bedrag voor een Van Gogh? In 1990 kocht een Japanse verzamelaar Vincent's schilderij 'Dr. Gachet' uit 1890 voor $ 83 miljoen.

Het is met name zijn vroege werk dat gerekend wordt tot de Britse popart. Het gebruik van felle, 'koude' acryl-verven, zijn onderwerp-keuze en ook zijn uiterlijk (destijds geblondeerd haar, een opvallende 'uilenbril', dandy-achtige kleding) en zijn levensstijl (openlijk gay, terwijl homoseksualiteit in Groot-Brittannië toentertijd nog strafbaar was) maken een dergelijk kwalificering enigszins begrijpelijk, maar de kunstschilder, graficus, tekenaar, fotograaf en decorontwerper heeft zich altijd verzet tegen deze hokjesgeest. De Volkskrant typeert David Hockney (1937, Bradford, UK) daarom treffend als "een figuratieve ambachtsman die flirtte met popart."
Hockney's schilderijen zijn gebaseerd op door hemzelf maakte foto's en zij verbeelden een gestileerd soort realisme. Hij schildert naar waarneming: 'plat' en spelend met het perspectief, net zoals Vincent van Gogh deed, vandaar dat een vergelijking tussen die twee voor de hand ligt.  

een visueel spektakel

Niemand minder dan topfotograaf Rineke Dijkstra maakte speciaal voor de tentoonstelling 'The Joy of Nature' en de catalogus een beeldportret van de Engelse kunstenaar. Dat zegt wel wat: kosten noch moeite zijn gespaard en dat is lonend gebleken, want wát een fijne tentoonstelling is het geworden! De presentatie geeft de toeschouwer een geweldige kijk op de onmiskenbare invloed die de postimpressionist Vincent van Gogh heeft (gehad) op het werk van David Hockney.
Bij binnenkomst zie je het hoogtepunt van de tentoonstelling (in ieder geval qua afmeting), want daar hangt het uit 32 delen bestaande en - om precies te zijn - 9.75 bij 3.66 meter grote en dus behoorlijk imposante 'The Arrival of Spring in Woldgate, East Yorkshire' (2011) te leen uit het Centre Pompidou in Parijs. Daarnaast zijn er een aantal schetsboekjes, enkele aquarellen, houtskool- en 20 iPad-tekeningen te zien én Hockney's werken waarbij film, fotografie en schilderkunst in elkaar overlopen. 

grafische helderheid

Geen enkel Nederlands museum heeft een 'eigen' David Hockney in de collectie, dus deze presentatie in het Van Gogh Museum is een must see voor de fans van de Britse artiest. Daarnaast is het voor het eerst dat liefhebbers van zowel Hockney áls van Van Gogh - en dat zijn er naar verwachting heel veel - de doeken van de beiden grootmeesters naast elkaar kunnen zien.
Kijk en vergelijk!






1. David Hockney, 'Het aanbreken van de lente in Woldgate, East Yorkshire in 2011 (tweeduizendelf)', olieverf op 32 doeken, © David Hockney, Foto: Richard Schmidt, Centre Pompidou, Parijs. Musée national d’art moderne – Centre de création industrielle. 2. Vincent van Gogh, 'Tuin van de Inrichting Saint-Paul ('het vallen van de bladeren')', 1889. 3. David Hockney, 'Woldgate Woods III' (20 & 21 may), 2006 en 'Woldgate Woods' (26, 27 & 30 july), 2006. 4. Zaaloverzicht. 5. Zaaloverzicht. 6. Vincent van Gogh, 'Kreupelhout', 1889. 
De tentoonstelling toont series van vaak grote landschappen die Hockney maakte in de Yorkshire Wolds. Aan het einde van de jaren 90 trok hij vanuit Los Angeles (USA) naar zijn geboortegrond in (Noord-)Engeland en begon er het zo karakteristieke en onbedorven golvende landschap te verbeelden. "Deze schilderijen tonen diepgaande observaties van de veranderende vier seizoenen en de manier waarop licht, ruimte en natuur constant in beweging zijn." Het zijn doeken waar Hockney's liefde voor de natuur op kleurrijke wijze naar voren komt.
De zogenaamde 'Yorkshire landscapes' hangen op felle, kleurrijke muren - geel, oranje, groen. Dit in tegenstelling tot de en plein air geschilderde doeken van Vincent van Gogh. Deze veel kleinere schilderijen hangen op witte tussenwanden en ondanks het verschil in formaat, vertonen de schilderijen duidelijke overeenkomsten.
Neem 'De oogst' of 'Veld met irissen bij Arles' (beiden uit 1888) en 'Tuin van de inrichting Saint-Paul (Het vallen van de bladeren)' (1889). "De stilering van de verticale lijnen van de boomstammen in dit laatstgenoemde werk loopt parallel aan de repeterende lijnen van Hockney's 'The Arrival of Spring in Woldgate'.

in de lente heeft de natuur een erectie... 

"Allebei, (Hockney en Van Gogh, red.) tonen ze in hun werk een grote liefde voor de natuur, voor bomen en weidse akkers, voor het licht dat tintelend door de bladeren speelt, voor lonkende horizonnen en luchten. Ook houden ze allebei van krachtige, verleidelijke composities en zijn ze niet vies van het stevig aanzetten van hun kleuren - alsof ze hebben geroken aan de drugs die in hun tijd in de mode waren (absint, LSD) maar die niet hebben gebruikt, want dan houd je zulke complexe composities onmogelijk in de hand*."
* aldus Hans den Hartog Jager - schrijver, kunstcriticus en tentoonstellingsmaker - in de bij de expositie uitgebrachte catalogus.






1. Scheidend directeur van het Van Gogh Museum Axel Rüger* 2. en 3. Zaaloverzichten. 4. Vincent van Gogh, 'Korenveld', 1888. 5. David Hockney, 'The Arrival of Spring in Woldgate, East Yorkshire in 2011 (in twenty eleven). 6. #peoplelookingatart.
* Axel Rüger wordt  op 1 juni aanstaande 'secretary and CEO' bij de Royal Academy of Arts in Londen. 

De landschappelijke schilderijen van David Hockney zijn enorm sprankelend. Het is een feestje om naar te kijken. Die kleuren: een regelrechte Wow!-ervaring. De bomen op de schilderijen staan strak in het gelid, fris groen in het voorjaar ("in het lente heeft de natuur een erectie") en in oranje, rood en bruinen voor de herfst. Dan het perspectief dat niet per se centraal staat (juist niet...) en vooral de afmeting van de Hockney's. Groot, groter, grootst.
En dat is meteen het meest opvallende verschil tussen de beide kunstenaars. Uit de tekst van Den Hartog Jager in de catalogus leer ik dat Vincent van Gogh zelden schilderijen maakte die groter waren dan een meter en bij die grootte begint het pas bij Hockney.

"Elke tekening van Van Gogh is zó krachtig. En ze zijn altijd af."

Juist die proporties maken dat de getoonde werken van Vincent van Gogh haast in het niet vallen bij die van Hockney. Hetzelfde geldt voor de felle, maar daardoor ook harde kleuren van de mooie, maar ook 'opdringerige' canvassen van de Britse schilder. De 'vrolijke schreeuwerigheid' en de 'schaamteloze aandachttrekkerij' van zijn grote doeken doen de schilderijen van Van Gogh haast verbleken.
Of (juist) niet?

Want wie had dat gedacht: dat we Van Gogh's werk - in ieder geval in deze context - timide zouden kunnen noemen? Zijn schilderijen zijn in vergelijking met die van Hockney subtiel en ik werd stante pede (weer) verliefd op de 'discrete muurbloempjes' van 'onze' Vincent. Wat zijn ze mooi! Kijk maar eens goed naar 'Korenveld' (1888 en hierboven) of 'Korenveld met patrijs' (1887 en hieronder)! Wat mij betreft de pareltjes du jour.
Het zijn dezelfde patronen, het is dezelfde spanning, maar de canvassen van Van Gogh zijn ingetogen naast die van Hockney.
Ook heel erg mooi, hoor! Eigenlijk niet te vergelijken....




1. David Hockney, 'Felled Totum I, 2009. 2. Ipad-tekeningen van David Hockney. 3. Vincent van Gogh, 'Korenveld met patrijs', 1887. 4. David Hockney, 'Nog meer gevelde bomen langs Woldgate', 2008, olieverf op 20 doeken, © David Hockney, Foto: Richard Schmidt.
Bij binnenkomst zie je als onderdeel van de expositie een door het Van Gogh Museum gemaakte documentaire, waarin Hockney vertelt over zijn bewondering voor Vincent van Gogh. Wil je meer verdieping bij je bezoek aan de tentoonstelling? Boek dan de multimedia-tour, die deels ook is ingesproken door de bezoekende kunstenaar. De tour is online te boeken voor € 5,-  (maar heb je een museumkaart, klik dan even op de link voor 50% korting).
Elke woensdag- en vrijdagochtend kun je (van 11 tot 11.30 uur) in het auditorium een gratis, Engelstalige inleiding op de expositie volgen. Daarnaast zijn er schilderworkshops, lezingen en dergelijke, dus kijk vooral even op de website voor actuele informatie.

De expositie 'Hockney - Van Gogh: The Joy of Nature' is van 1 maart tot en met 26 mei te zien in het Van Gogh Museum in Amsterdam.


-X-


Verwacht vooral geen zwembad-scenes, want die zijn er niet. Nee, we gaan met Hockney en Van Gogh de natuur in.
De paden op, de lanen in....


1. Uw razende reporter voor het portret gemaakt door Rineke Dijkstra. 2. Gespot: David Hockney himself voor de ingang van het Van Gogh Museum. Foto: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl. 
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl, tenzij anders vermeld.

'Trouble in Paradise' in de Kunsthal Rotterdam

23 februari 2019
De 'condicio humana': de menselijke conditie, met andere woorden 'de toestand van het mens-zijn', dat is het thema van de, door de schathemeltjerijke en nouveau riche ondernemer Rattan Chadha verzamelde kunstcollectie. En de Kunsthal mag zich gelukkig prijzen, want sinds 7 februari jl. is in deze Rotterdamse expositieruimte een fijne selectie van die 'diepzinnige' kunstwerken te bewonderen. De tentoonstelling kreeg de titel 'Trouble in Paradise' mee.

Wat een feest! De kerngedachte mag dan filosofisch en dientengevolge nogal zwaar op de hand lijken, de kunst is dat geenszins. Je ziet er 70 mooie, toegankelijke en goed te behappen schilderijen, sculpturen, installaties en videowerken, maar die wel "onder je huid gaan zitten" (aldus de gast-locatie in de Maasstad).

"Van sex, drugs en rock ‘n roll tot diepe melancholie en abstractie", aldus de wervende tekst in de handout. Ik zeg: laat maar doorkomen...



1. Michaël Borremans, 'Sweet Disposition', 2003 (oil on canvas). 2. Candice Breitz, 'Queen (A Portrait of Madonna)', 2005 (video-installatie). 3. Marc Bijl, 'Porn', 2006. 
Wat weten we over deze Rattan Chadha, de verzamelaar van al dat in het vooruitzicht gestelde moois?  Ik sla er Wikipedia op na en daar leer ik het volgende. Chadha blijkt van het model 'self-made man'. "Hij is het voorbeeld van een internationaal succesverhaal. De in India (in 1949) geboren zakenman kwam in 1971 naar Nederland met slechts duizend gulden." (Het Financieel Dagblad heeft het over twee duizend gulden).
Hoewel niet heel belangrijk (lekker boeiend!), blijkt de informatie van de digitale encyclopedie (dus) niet helemaal betrouwbaar, vandaar dat ik vanaf hier ook uit andere bronnen put. Want Chadha was (inderdaad) oprichter van MEXX, maar hij verkocht dit modemerk in 2004 (of was het 2001? Ook dat feitje krijg ik niet helder). Momenteel is hij met zijn bedrijf KRC Capital - gevestigd in Voorschoten - o.a. eigenaar van de hotelketen citizenM. In de Quote 500 van 2017 staat hij op plaats 43 met een vermogen geschat op meer dan vijfhonderd miljoen. Chadha woont momenteel in Londen.

art is the father of our time and the mother of our emotion

Goed, dat voor wat betreft de pecunia. Chadha is door zijn doortastende ondernemersgeest in staat om kunst te verzamelen en doet dat al vanaf de jaren 80. En waar hij in eerste instantie nog weinig gestructureerd te werk ging, pakte de collectioneur rond de eeuwwisseling de zaak wat serieuzer aan. Samen met conservator Liesbeth Willems - degene die hem al bijna twintig jaar adviseert - bezocht hij studio's en ateliers, musea en kunstbeurzen en op basis van de daar opgedane kennis kwam er meer lijn in zijn verzameling. 
Het totaal aantal kunstwerken bestaat inmiddels uit zo'n negenhonderd (of is het duizend?) stuks en staat bekend als de KRC-collectie

In 2001 kocht Chadha 'Portret van een vrouw' uit 1941 van Francis Picabia (zie foto hieronder). Met dit olieverfschilderij werd de toon gezet. De verzamelaar zegt hierover: "de beeltenis is meer een portret van een emotie, dan van een vrouw." Van hieruit is de verzameling gestaag gegroeid en dan zowel in aantal, als in diepgang. 






1. Francis Picabia, 'Tête de Femme', 1941. 2. Links Gilbert & George, 'Dalston', 2013 en rechts Gavin Turk, 'Large Red Fright Wig', 2011. 3. Cory Arcangel, 'Celebs/Lakes', 2015. 4. Zaaloverzicht met op de voorgrond Thomas Hirschhorn, 'Clous-Mannequins (Colonne)', 2006. 5. Vijf werken van Raymond Pettibon uit 2010 en 2013. 6. Marlene Dumas, 'Sad Romy', 2008.
Ook het schilderij van Marlene Dumas 'Sad Romy' (2008) suggereert meer dan 'alleen' een verbeelding van de filmster Romy Schneider. 'Het laat een intens verdrietig portret zien. (...) Duidelijk wordt dat roem en succes niet altijd leiden tot geluk." Deze twee schilderijen zijn te zien in het eerste 'hoofdstuk' van de tentoonstelling dat de naam 'Soul Searching' (1) meekreeg. "Dit deel brengt schilderijen en sculpturen bij elkaar, die de menselijke figuur belichten in combinatie met een zekere melancholie." Als zoekende zielen.

soul searching: gewetensonderzoek

In het NRC van 6 februari jl. vertelt Chadha over die eerste fase in zijn verzamelcarrière. "Veel vroege aankopen zijn -  niet toevallig - portretten. (...) Misschien omdat ik iets miste in mijn leven. Ik had een gezin, mijn bedrijf liep goed – maar de echte thrill van het ondernemen was ervan af. Ik was op zoek naar nieuwe inspiratie, naar iets wat me echt raakte. Kunst gaat over vernieuwing, het biedt een andere manier van kijken naar de werkelijkheid en een glimp van de toekomst."
Dat 'op een andere manier naar kunst kijken' zou moeten blijken uit de humoristische video-installatie van Candice Breitz. Bij het begin van de tentoonstelling zingen 30 Madonna-fans in 'Queen (A Portrait of Madonna)' uit 2005 de museumbezoekers toe. Dus heel ernstig en serieus bedoeld: ik werd er vooral heel vrolijk van.

Dan 'Delicious Confusion' (2): heerlijke verwarring. De focus verschuift hier naar de relatie tussen mens en maatschappij: ik en de ander. De strijd om het bestaan wordt gewelddadiger en de kunstwerken complexer. "Binnen dit thema zijn werken te zien die in betekenis en materiaalgebruik nog meer (...?) wringen.  De kunstwerken worden conceptueler, uitdagender en zijn gelaagder in betekenis en materiaal. Zowel op artistiek, als op maatschappelijk vlak roept deze kunst meer frictie op." Ze provoceert.






1. Detail van het 7 meter lange wandtapijt van Grayson Perry, 'The Walthamstow Tapestry', 2009. 2. David Haines, 'Meatboy and Bob Starr', 2016. 3. Deel van de installatie van Rafaël Rozendaal, 'Random Fear (with Mirrors)', 2019. 4. Erik van Lieshout, 'Five Boys - No Names', 2003. 5. Rainer Fetting, 'Klabauter', 2015. 6. Inez de Brauw, 'Migration of Order - Blue Interior', 2017. 
In 'Forever Young' (3) tenslotte, kiest de privé-verzamelaar voor "aanstormend talent, voor het avontuur en in het verlengde daarvan ook het risico. De collectie verlegt haar focus naar kunst van internationale kunstenaars die in uiteenlopende disciplines en materialen werken. Niet gloednieuw, een beetje gearriveerde kunst, maar dat nog geen merk is geworden", aldus Chadha.

Het is altijd het werk op de eerste plaats dat mij intrigeert. Ik koop een werk, geen naam.

Want de zakenman/verzamelaar zegt niet gevoelig te zijn voor trends. In het eerder aangehaalde interview in het NRC zegt hij: "zodra kunst een brand wordt, een merk, verlies ik mijn belangstelling. Daarom heb ik ook geen 'Brit Art', geen Damien Hirst bijvoorbeeld. De kunstmarkt maakt zich al gauw meester van nieuwe stromingen, waardoor kunst een marketing-instrument wordt. Dan is het gedaan met de vernieuwing, de markt eist herkenbare werken, en dus gaan kunstenaars hun succesformule herhalen en uithollen. (...) En ik ben niet geïnteresseerd in wall power: in kunst die primair toont dat de eigenaar geld heeft."

everything is fucked, might as well be happy

En dat brengt mij tot een oordeel over de expo. 'Trouble in Paradise' is zeer aangenaam verpozen: ik heb genoten van de verscheidenheid aan mooie en toegankelijke kunst. Dus hoezo "kunst die schuurt en onder de huid gaat zitten"? Het valt allemaal reuze mee. Het is een goed voorbeeld van de smaakontwikkeling van Rattan Chadha door de jaren heen.
Maar de indeling in drie 'hoofdstukken'? En dan vooral de naamgeving van die - naar mijn idee nauwelijks te onderscheiden delen: Soul Searching, Delicious Confusion en Forever Young. Ik ben nog steeds zoekende naar de diepere betekenis van die titels. Ik kon ze niet vinden...




1. Links en rechts Lisa Yuskavage, 'Ethnic Nude YUSLIO174', 2000 en 'Three Girls YUSLIO175', 1996 en midden George Condo, 'Untitled', 2000. 2. Josh Smith, 'Untitled', 2016. 3. Paulo Nimer Pjota, 'Power is Timeless', 2016. 4. Naoto Kawahara, 'Back', 2010.
Ik maak hier en nu een bruggetje naar het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hieronder zie je een kunstwerk van Jacqueline de Jong, een schilderij dat ook deel uitmaakt van 'Trouble in Paradise' in de Kunsthal (en mocht je het plan hebben om de tentoonstelling te bezoeken, kijk dan even op de website voor bezoekersinformatie).
De inmiddels 80-jarige Nederlandse kunstenaar kreeg vorige week de prestigieuze Franse AWARE prijs (Outstanding Merit Prize) toegekend voor haar uitzonderlijke loopbaan en oeuvre. Voor mij des te meer reden om deze kunstenaar beter te leren kennen en dat komt goed uit, want in het Stedelijk Museum is momenteel 'Pinball Wizard' te zien, een tentoonstelling van haar levenswerk. 

Maar eerst schakelen we over naar het Van Gogh Museum, want daar opent op 1 maart de expositie 'Hockney - Van Gogh: The Joy of Nature'.
Dus graag tot de volgende keer!


-X-


Fijne dag!

Jacqueline de Jong, 'La Garantie Pousse', 1996.
Tekst en alle (iPhone)foto's ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl (tenzij anders vermeld).

In het Rijksmuseum: 'Alle Rembrandts' (plus één)

19 februari 2019
'Alle Rembrandts' plus één: nu te zien in het Rijksmuseum! Je vraagt je misschien af: hoezo dat 'plus één? Nou, dat zit zo. In de Philipsvleugel van het hoofdstedelijke Rijksmuseum zie je sinds 15 februari jl. alle schilderijen, etsen en tekeningen van Rembrandt Harmenszoon (Leydensis) van Rijn uit 's Rijks collectie bij elkaar hangen en dat is voor het eerst. (En het is inderdaad een unicum, want de tekeningen en etsen zijn heel kwetsbaar. Dus a once in a lifetime experience).
Nou ja, álle schilderijen? Het museum heeft 22 canvassen, waarvan er nu 21 in de 'aanbouw' van het museum te bezichtigen zijn. Voor die tweeëntwintigste moet je namelijk naar de eregalerij: de o zo beroemde en 3.63 bij 4.37 meter grote 'De Nachtwacht' heeft Taco Dibbits gewoon op zijn plek laten hangen. Verstandig en heel begrijpelijk: daar ga je niet mee lopen slepen.

Kijk je mee naar de 21 (+ 1) schilderijen, 60 tekeningen en 300 etsen van de grootmeester?
Nou? Niet liegen. Een selectie daarvan.



1. Plassende man, 1630 en plassende vrouw, 1631. 2. (Links) 'Johannes Wtenbogaert', 1633 en (rechts) 'Portret van een vrouw, mogelijk Maria Trip', 1639. 3.  De slapende herder, ca. 1644 (op het oog een onschuldige scene, maar de herder en herderin op de voorgrond zijn drukdoende met amoureuze handelingen).
Ik begin even met een bruggetje. Heb je mijn vorige blogpost gelezen, die over Erwin Olaf? De fotograaf heeft sinds vorige week een dubbelexpositie in het Gemeentemuseum én het Fotomuseum, beiden in Den Haag.
Komende juli opent er in de eerder genoemde Philipsvleugel van het Rijksmuseum een expositie met het werk van 's lands bekendste (hof)fotograaf, waarin een link wordt gelegd tussen Olafs foto's en de Hollandse Meesters, waaronder Rembrandt. In de door directeur Taco Dibbits himself gemaakte tentoonstelling zullen we gaan zien dat Erwin Olaf - net als heel veel andere kunstenaars - erg geïnspireerd is geweest door Rembrandt. Dus hoezo dood? Hij is springlevend.

hoezo dood?

Het zal je niet zijn ontgaan: dit jaar is het 350 jaar geleden dat Rembrandt stierf en om die reden is 2019 uitgeroepen tot Rembrandtjaar. "Op 8 oktober 1669 werd de schilder zonder veel poeha onder de vloer geschoffeld in de Westerkerk" (weet de Amsterdamse Uitkrant beeldend te melden). En inderdaad: het goedkope huurgraf in de kerk werd al snel geruimd, maar desondanks is er een klein monument opgericht voor onze nationale schilderstrots.
Goed. Het Rijksmuseum 'viert' dit jubileum met de tentoonstelling 'Alle Rembrandts' en vorige week bezocht ik de, voor het nationale én internationale journaille georganiseerde voorbeschouwing en deed ik mijn ronde langs alle topstukken uit de Rijks-verzameling.
De expositie is voor het gemak en de duidelijkheid verdeeld in twee onderdelen. Deel 1 gaat over het werk van Rembrandt als observator. We zien er zijn selfies: in totaal maakte de schilder 80 zelfportretten. Door steeds maar weer in de spiegel te kijken, oefende hij zich in het vastleggen van gelaatsuitdrukkingen. Ook hangen er afbeeldingen die Rembrandt maakte van zijn familie. Werken waarvoor zijn vrouw(en), zoon, moeder en vader model stonden en we zien tafereeltjes in en rondom het huis.






1. Zelfportret, ca. 1628. 2. Zelfportret blootshoofds, 1629. 3. Isaak en Rebekka, bekend als 'Het Joodse Bruidje', ca. 1665-1669. 4. Slapend hondje, ca. 1640. 5. zelfportret, 1631. 6. Afrikaanse vrouw, ca. 1630.
Dan gaan we naar buiten: in de volgende zalen zien we landschappen rondom Leiden en Amsterdam én Rembrandts stadsgezichten. Met open oog voor zijn omgeving tekende en etste Rembrandt het echte leven: buurtgenoten, dronkenlappen, bedelaars, straatmuzikanten, boeren. Kortom: 'gemene luyden' (ofwel 'het gewone volk').
En zodoende belanden we in deel 2 van de tentoonstelling waarin we Rembrandt zullen zien als verhalenverteller. Ook zijn mythische en Bijbelse thema's komen hier aan de orde. "Als geen ander verstond Rembrandt de kunst de kern van een verhaal te raken. Meestal zijn het oude Bijbelse verhalen zoals 'Isaac en Rebekka' en 'Zelfportret als de apostel Paulus', die hij door het meesterlijk uitdrukken van gebaren en emoties tot menselijke proportie terugbracht, herkenbaar, intiem en invoelbaar. Eerst fijntjes, later met een grovere experimentele techniek. Daarbij zette hij op geniale wijze kleur en lichteffecten in om zijn vertellingen te versterken en tot de essentie terug te brengen."

gemene luyden

Rembrandt was een geniale kunstschilder, die geprezen, maar bij tijd en wijle ook verguisd werd om juist die losse toets en de alledaagsheid van zijn onderwerpen. Zo etste Rembrandt een plassende man en vrouw, vrijende paartjes in de natuur en "dijen met putjes en de afdruk van een kousenband. (Voor dit blog koos ik een aantal van die alledaagse, soms ook ondeugende etsen).
Zijn compromisloze weergave van het lichaam, vooral van vrouwenlijven, was in zijn tijd al uitzonderlijk en zou dat nog eeuwenlang blijven."
Die verbeelding van het gewone leven was in het Europa van de Gouden Eeuw een uitzondering en eigenlijk not done. "In toonaangevende kunstlanden als Italië en Frankrijk vond men juist dat kunst de toeschouwer moest verheffen, dat schilderijen en beelden een mooiere, betere werkelijkheid moesten tonen." En Rembrandt had daar lak aan en deed vooral 'zijn eigen ding'. 
Joke van de Weij in de Uitkrant.






1. 'Staande man met stok' (naar rechts), 'Staande man met tas', 'Staande man met stok' (naar links), ca. 1629-1630. 2. Jonge vrouw in gefantaseerde kleding, 1633. 3. Bedelaars, landlopers en boeren, rond 1630. 4. Naakte jonge man, gezeten voor een gordijn. 1646. 5. Het enige stilleven van Rembrandt: stilleven met pauwen, ca. 1639. 6. De linker boer roept 'het is vinnig koud'  en de rechter die antwoordt 'da's niet' (die was het dus niet met hem eens...), beiden 1634. 
Afgelopen vrijdag (15 februari) werd de expositie in het statige Rijksmuseum feestelijk geopend door 150 van de 203 mensen in Nederland die ook Rembran(d)t heten. En ik vervolg dit relaas graag met nog een paar van dit soort triviale, doch geinige feitjes en weetjes over Neerlands beroemdste kunstschilder. Neem bijvoorbeeld die naam. Pas als de schilder in 1632 in Amsterdam komt wonen, gaat hij zijn werk signeren met alleen zijn voornaam. Toentertijd was dat heel ongebruikelijk (tot dan toe kenden we alleen Michelangelo, Titiaan en Rafaël bij hun voornaam). Die verhuizing naar Amsterdam* is ook het moment dat hij de 'd' toevoegt. Rembrant wordt Rembrandt.
* vanuit Leiden naar een huis met de naam 'Suyckerbackery' op de plek waar nu het Waterlooplein is en dat in 1639 verruild werd voor de woning aan de Jodenbreestraat, thans Museum Het Rembrandthuis.

what's in a name

'Stilleven met Pauwen' uit ± 1639 is het enige stilleven dat Rembrandt ooit maakte en dat schilderij is (dus) eigendom van het Rijksmuseum (want je ziet een foto hierboven). Het oeuvre van Rembrandt bestaat uit circa 350 schilderijen (waarvan het Rijks er 22 heeft en mét de vermelding dat de schilderijen van Marten Soolmans en Oopjen Coppit voor de helft eigendom zijn van het Parijse Louvre), 700 tekeningen (het Rijks heeft er 60) en zo'n 314 (tegen 300) etsen.
Er staat niet voor niks 'circa' bij de opsomming van het totaal aantal kunstwerken van Rembrandt, want het zou zo maar kunnen dat er ergens een onbekend schilderij opduikt. Denk maar aan kunsthandelaar Jan Six: recent in het nieuws. Die vindt er nog wel eens eentje (of twee....).

Dan nog even over De Nachtwacht, ook wel 'Officieren en andere schutters van wijk II in Amsterdam, onder leiding van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburch' uit 1642. Op een schild aangebracht naast de poort staan de namen van de afgebeelde personen. Toen het in 1715 naar het Paleis op de Dam verhuisde, bleek het niet door de deur te passen. Volgens de annalen is het schilderij toen aan de linkerkant ingekort, met de consequentie dat er twee schutters van het doek 'vielen'. Die gingen dientengevolge roemloos ten onder.






1. Het ledikant, 1646. 2. Haesje Jacobsdr van Cleyburg, 1634. 3. Zittende naakte vrouw, ca.1631. 4. Het (copulerende...) monnikje in het korenveld, ca. 1646. 5. Jonge man, zittend op de grond met één been uitgestrekt, 1646. 6. De fluitspeler (met allerlei erotische toespelingen: de fluit als fallussymbool en een bloemenkrans als verwijzing naar het vrouwelijk geslachtsorgaan), 1642.
Tot zover 'Alle Rembrandts' in het Rijksmuseum. De tentoonstelling krijgt vijf sterren (*****) van het NRC en die krant heb ik hoog zitten waar het gaat om kunstrecensies. Dus dat zegt wel wat.
De vertoning is te zien tot en met 10 juni aanstaande en mocht je de expositie willen bezoeken, kijk dan even op de website voor bezoekersinformatie.

meer (of minder) Rembrandt?

In dit nog jonge 2019 heb ik al twee keer eerder aandacht besteed aan Rembrandt* en gedurende het jaar zijn er landelijk nog een aantal exposities gepland onder de noemer 'Rembrandt & de Gouden Eeuw (in totaal zijn het er 19). Is hier sprake van een Rembrandt overkill?
* 'Rembrandt Privé' in het Stadsarchief Amsterdam en 'Rembrandts Social Network' in Museum Het Rembrandthuis.

Ben jij al Rembrandt-moe?


-X-


Mijn volgende ooggetuigenverslag betreft de vrolijkmakende expositie 'Trouble in Paradise' in de Kunsthal Rotterdam. Van een heel andere orde, dus blijf afgestemd op 'de zielenroerselen van een grijze dame met praatjes....'


Bovenstaande foto's maakte ik bij eerdere gelegenheden. 1. Marten & Oopjen aan het grote publiek getoond en 2. helemaal alleen voor De Nachtwacht (nou ja, met twee suppoosten achter de pilaren....).
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature