Citytrip Madrid: 'La ciudad del abrazo' en het Prado

30 januari 2017
Zo noemt Manuela Carmena, de burgemeester van Madrid haar stad sinds zij in mei 2015 aantrad (als eerste burgermoeder ooit, én van linkse signatuur na 25 jaar rechtse burgervaders). En wanneer je la ciudad del abrazo naar het Engels zou vertalen, kan krijg je the city of hugs. De stad van omhelzingen. Zij baseert haar uitspraak op het feit dat Madrid de enige hoofdstad is (zou zijn) met een standbeeld die deze uitspraak symboliseert. 
Ik vond de Madrileño over het algemeen heel aardig. (Hoewel ik in twee musea nogal bot werd behandeld. Maar ja, dat kan je overal gebeuren). Maar om iedereen daarom zo maar om de hals te vallen? Zo ver wil ik niet gaan.

Ga je mee?



Juan Genovés 'El abrazo'
Ik begin dit meerdelige verslag van mijn Madrileense inspiratiereis met een foto van streetart (arte urbano). Want net als elke andere grote metropool is Madrid werelds en een stad van uitersten. En waar Barcelona wordt overlopen door hordes toeristen, is het in de hoofdstad van Spanje betrekkelijk 'rustig'. Afgezien van het Museo Nacional del Prado heeft de stad geen enkele bezienswaardigheid die over de hele wereld bekend is, zoals de werken van Antoni Gaudí in Barcelona (in Madrid is geen enkele kunstwerk van Gaudi te vinden). Maar dat is misschien ook haar charme, want hierdoor ligt de nadruk vooral op de gezelligheid, de mensen, het lekkere eten en de fijne, 'relaxte' sfeer.

Stad van uitersten 

Maar hoe verwerk je zo'n 400 foto's en alle indrukken, ervaringen en belevenissen in twee of drie lezenswaardige blogberichten? Hoe comprimeer je 5 dagen bomvol inspiratie in enkele minuten kijk- en leesplezier? Hier ligt mijn opgave.
We gaan van start.


Oso y Madroño: de beer en de meiboom. Het symbool van de stad.


Madrid: een stad van uitersten. Neem het Prado. Dit museum wordt gezien als één van de grootste en beroemdste in de wereld en met de meer dan 8.600 schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken bezit het een indrukwekkende kunstcollectie uit de 14de tot de 19de eeuw. Alle 'grote jongens' hangen er (de meisjes deden toen nog niet mee). Uiteraard veel werken van de 'oude' Spaanse meesters als El Greco, Velázquez, Zurbarán, Murillo en Goya. Met andere beroemde tijdgenoten als Rembrandt, Rubens, Raffaël, Titiaan en ga zo maar door, vrijwel ondoenlijk om alles in één keer te zien. Daarom is het museum zo slim geweest om een handzaam boekje samen te stellen met daarin 50 masterpieces in chronologische volgorde. Beginnende in de 15de eeuw en op nummer 1 in dat boekje staat 'de tuin der lusten' van onze eigen (nationale held) Jheronimus Bosch

Het Prado versus StreetArt

Óp naar zaal 56 op de begane grond (en dan niet verdwalen), want dát moet ik zien. Een echte Jeroen Bosch. En toen ik het drieluik uiteindelijk gevonden had, stond er voor het schilderij net zo'n mensenmassa als te doen gebruikelijk voor de Nachtwacht. Met één verschil: in het gehele Prado is het streng verboden te fotograferen (prohibido fotografiar). Dat is een zegen voor het 'kunst kijken', want je wordt niet van je sokken gelopen door selfie's makende 'belangstellenden' (met recht tussen aanhalingstekens), maar voor mij frustrerend. Ik wil je natuurlijk op je wenken bedienen en een mooie foto-reportage afleveren.
Maar ja. Dan rest mijn niets anders dan dat 'probleem creatief op te lossen'. En daar boodt de museumwinkel uitkomst. Daar te koop (en te fotograferen) was een 'reproductie' van IXXI (ook dutch design) (en al fotograferend trof mijn oog een detail in het schilderij ↓).
Balorig en de suppoosten te slim af te willen zijn, maakte ik ook nog een paar foto's vanuit de heup. Zeg maar met de verborgen camera. Noem het burgerlijke ongehoorzaamheid.
Wel een beetje flauw, Van der Meer....

(Toch nog een puntje van kritiek: waarom spreken de suppoosten in het wereldberoemde Prado geen Engels)?






Ik wil (nogmaals) benadrukken dat ik geen kunstkenner ben, maar slechts een liefhebber. En dan mag je je voorkeur uitspreken, toch? (Dat mag natuurlijk altijd). Nou, dan blijkt ook nu weer dat mijn kunsthart (nee, ik heb geen kunsthart...) niet veel sneller gaat kloppen bij die oude meesters. Hoewel zeer veel bewondering hebbend voor het vakmanschap, het ambacht en hun technische vaardigheden, loop ik pas echt warm voor 'moderne kunst' (vanaf ongeveer 1900).

kunstkenner of kunstliefhebber

Concluderend zie je vandaag dus bar weinig van wat je in het Prado kunt verwachten. Ik ben blij dat ik het wereldberoemde museum heb bezocht, maar dat wil niet zeggen dat ik een bezoek aanbeveel. 'Alleen' als je een groot liefhebber bent van 'de klassiekers' zou ik (flink) tijd vrijmaken voor het Prado. Zo niet, dan zijn er andere mooie, fijne musea in Madrid die ik onder je aandacht wil brengen. Maar die zie je de volgende keer.
(Tipje van de sluier: Museo Thyssen Bornemisza, Caixa Forum, Museo Reina Sofia en speciale aandacht voor de geweldige beelden bij het Museo de Arte Público).






Goed. Weinig Prado, veel StreetArt en ik hanteer een ruim begrip. Waar sommige alleen de (van oorsprong illegaal aangebrachte) muurschilderingen StreetArt zouden noemen, ben ik geneigd de ruimere definitie aan te houden: StreetArt als de verzamelnaam van alle beeldende kunst in de publieke ruimte. En daarmee kun je alle kanten op.

StreetArt

Fijn, toch? Want wanneer je al slenterend over de grote boulevards, in de (winkel)straten, over de grote- en kleine pleinen en in (soms sinistere) stegen je ogen goed open houdt, dan zie je van alles. Waardoor je uiteindelijk - na vijf dagen het gemiddelde op je stappenteller behoorlijk omhoog te hebben gebracht - thuis komt met zo'n 400 foto's waar je een keuze uit moet maken.

En dan zijn we voor vandaag rond....


-X-


To be continued!



'Say cheese voor het Prado...'

Alle foto's: agreylady.nl

Manic/Love van Jordan Wolfson in het Stedelijk: you love it or hate it...

21 januari 2017
Toen ik een weekje geleden een videootje van Colored Sculpture op mijn Instagram-account plaatste, vergeleek een van mijn volgelingen de 'ledenpop' van Jordan Wolfson met sprookjesfiguur Pinokkio en die vergelijking is helemaal zo gek nog niet. Pinokkio is een marionet en bij een marionet heeft de maker 'de touwtjes in handen', net als in het onderhavige geval.
Het tweeluik 'Manic/Love/Truth/Love' van Wolfson, waarvan momenteel het eerste deel te zien is in het Stedelijk Museum, is spectaculair, bizar, luidruchtig en op sommige momenten zelfs angstaanjagend. 
Maar vel vooral je eigen oordeel. Is het top of flop! Wordt het een go, of een no go?
Jij mag het zeggen... 




In de eerste solo-tentoonstelling van de Amerikaanse kunstenaar in Nederland staat in de beide delen een zogenaamde animatronic centraal. Een animatronic is een door computers aangedreven mechanische pop die, uitgerust met sensoren, de interactie met het publiek aangaat. Door geavanceerde gezichtsherkennings-technieken achter zijn ogen, staart een roodharige jongen met sproeten het publiek aan. De naamloze marionet lijkt zo uit een of andere cartoon te zijn gestapt.

Nieuw in Nederland

Al op de trap naar de eerste verdieping komt je een verontrustend, ratelend geluid tegemoet. Wolfson's schepping zit vast aan zware kettingen, die over een hoge stalen constructie rollen en bewegen volgens een voorgeprogrammeerd schema. Langzaam wordt de jongen opgetild en ratelend op een andere plek weer teruggezet, maar een paar tellen later worden de kettingen aangehaald. Dan zwiept en slingert de knaap en wordt het roekeloos en agressief heen en weer getrokken en keihard tegen de grond gesmakt. Hij is dan ook gebutst en zwaar gehavend.

Manisch schepsel

Dat is een angstaanjagende deel van de performance. Onverwacht wordt keihard het nummer "When a Man Loves a Woman" van Percy Sledge ingezet en door het plotselinge kabaal en de agressiviteit van de bewegingen, krijg je de indruk dat de knul gemarteld wordt. Maar omdat het jongetje oogcontact met je lijkt te zoeken, wordt het publiek (i.c. jijzelf) deelgenoot van het werk. Je komt in een soort tweestrijd: ben ik hier de 'ramptoerist' (zoals de kunstmeisjes zo treffend verwoorden) of heb je juist medelijden met de jongen. Maar zelfs dat medeleven wordt op de proef gesteld, omdat de jongen ook afkeer oproept door zijn eigen pesterige, duivelse gezichtsuitdrukking.
Het ene moment voel je betrokkenheid en het andere moment afkeer.


Klaar met de marionet? Loop dan door, via twee 'digitale' schilderijen (waarvan één mij doet denken aan 'goedkope' Oost-Europese porno), naar 'Rapsberry Poser', een veertien minuten durend videowerk, waarin Wolfson totaal uiteenlopend beeldmateriaal samenvoegt. Filmopnamen en computer-gegenereerde beelden vormen verschillende lagen en dat komt in eerste instantie onbegrijpelijk over. Het zijn random elementen uit de consumptiemaatschappij en de internetcultuur. Dus ook voor deze video-art geldt dat je niet meteen weet wat je ermee aan moet. Het getoonde moet eerst bezinken. (Niet op de foto).

You ain't seen nothing yet

Tot en met 29 januari kun je 'chucky-the-red-head-murder-puppet' nog zien, vanaf 18 februari wacht ons mogelijk een nog verrassender en intrigerender ledenpop. Dan zie je female figure: een animatronic van een blonde vrouw die 'verleidelijk' voor een spiegel danst. Via die spiegel zoekt ze, net als haar mannelijke evenknie, oogcontact met het publiek. Naar ik mij heb laten vertellen zal die aanblik schikbarend zijn, want de 'dame' toont niet haar werkelijke gezicht, maar een vreemd, donker masker. 
Dat belooft wat en je bent hierbij gewaarschuwd...




Meer weten? Het Stedelijk maakte een bijna 7 minuten durend teaserfilmpje (YouTube) voor de tentoonstelling, waarin je onder andere Jordan Wolfson zelf aan het woord hoort en ziet over zijn (manier van) werken.

Uiteraard krijg je ook van het tweede deel van de tentoonstelling een verslag. Mogelijk dat ik je dan ook (betere) uitleg kan geven, want begin februari volg ik een museumcursus over (o.a.) het werk van Jordan Wolfson.


-X-


Voor nu - hup - mijn koffertje pakken, want ik vertrek voor een inspiratie-reisje naar Madrid. Prado (Museo Nacional del Prado) here I come...!
Wil je weten wat ik allemaal uitspook in 'the city of hugs'?  Volg mij dan op Instagram.
Tot later....!

Tekst en alle (iPhone 6s) foto's: www.agreylady.nl

Gemeentemuseum De Haag: The secret of elegance...

18 januari 2017

is to look like oneself.

Mooie quote, vind je niet? Hij komt uit de koker van Hubert de Givenchy: een van de laatste nog in leven zijnde grote modeontwerpers uit de glorietijd van de Haute Couture

In de schaduw van grote namen als Chanel, Balenciaga, Dior en Schiaparelli ontwikkelde De Givenchy zich vanaf midden vorige eeuw tot een couturier met een eigen stempel én een frisse blik op de Hogere Modekunst.
Het Haagse Gemeentemuseum werkte voor de tentoonstelling 'To Audrey With Love' nauw samen met de Franse ontwerper, die in zijn werkzame leven een bijzondere band ontwikkelde met zijn muze Audrey Hepburn. Vandaar ook de titel van de expositie.

Kom op, naar de catwalk! Wij zitten eerste rij...




Drieënveertig jaar stond Graaf Hubert de Givenchy (1927 én van adel) aan het hoofd van Maison de Giverchy; van de opening in 1952 tot zijn terugtreden in 1995. De eerste collectie van De Givenchy (hij was nog maar 25 jaar) was vernieuwend voor zijn tijd. Het bestond uit blouses en rokken die je kon combineren voor een elegante garderobe en dat was in die tijd een nieuw concept (zie eerste foto). 

The revolution of simplicity

De couturier heeft zelf zijn meest geliefde creaties geselecteerd, waarvan sommigen niet eerder tentoongesteld zijn. Verder is de expositie grotendeels gewijd aan de bijzondere vriendschap én professionele samenwerking van de modekoning met filmster Audrey Hepburn. Deze creatieve band begon in 1953 en bleef voortbestaan gedurende Hepburn's leven. De actrice droeg jurken van De Givenchy in enkele van haar bekenste films, zoals 'How to steal a Million' en 'Breakfast at Tiffany’s', en dat alles onder het motto: 

'Givenchy’s clothes are the only ones I feel myself in. He is more than a designer, he is a creator of personality.'




Misschien heb je nog nooit van Audrey Hepburn gehoord. Als je tot mijn jongere lezers behoort, zou dat zo maar kunnen. Hepburn werd in België geboren uit het huwelijk van de Brit Joseph Ruston en de Nederlandse barones Ella van Heemstra en zij woonde tot nét na de Tweede Wereldoorlog in Nederland.


Audrey Hepburn

In het jaar 1951 speelde Hepburn haar eerste speelfilm, waarna zij uitgroeide tot een van de beroemdste filmactrices én stijliconen van de twintigste eeuw. Vanaf het begin van haar carrière was de vedette dol op De Givenchy. Met het salaris van haar eerste grote rol in de film 'Roman Holiday' uit 1953 kocht ze haar eerste eigen designer clothes, uiteraard van De Givenchy. Zowel on-screen als off-screen was de filmster keen on De Givenchy. Uiteindelijk heeft de modekoning voor acht Hollywood-film de looks van Audrey ontworpen.

In samenwerking met Unicef Nederland wordt in de tentoonstelling ook aandacht besteed aan Hepburn's inzet als ambassadeur van Unicef: het kinderfonds van de Verenigde Naties. Ze reisde de wereld over om de aandacht te vestigen op het belang van goed onderwijs en gezondheidszorg voor kinderen in de derde wereld. Een van de zalen in de tentoonstelling is gewijd aan Hepburn's werk voor dit goede doel en een deel van de opbrengst van de merchandise wordt aan de organisatie gedoneerd.




In de zomer van 1966 ontwierp Hubert De Givenchy een avondjurk met sjaal, gemaakt van witte organza met marineblauwe en witte strepen. Een mooie, lange jurk met een simpele belijning speciaal getekend voor én met de Hertogin van Windsor in gedachte. (Even je herinnering opfrissen: Wallis Simpson kreeg - schoorvoetend - de adellijke titel Hertogin van Windsor, nadat de Britse koning George V moest aftreden wegens zijn voorgenomen huwelijk met de Amerikaanse).

Foutje, bedankt....!

Een unieke avondjurk exclusief voor Hertogin Wallis Simpson. Tenminste dat dacht zij, en waarschijnlijk ook haar 'evenbeeld'. Kijk maar naar de foto op de foto ↓ (dat kan dus de beste overkomen). Je ergste nachtmerrie, zeker als die jurk honderden, zo niet duizenden Franse francs heeft gekost. Daar sta je dan op je chique galafeestje.
Ze kan er wel om lachen en dat pleit voor haar (hoewel? Zie je die middelvinger :-)

Ending with the bride...

Net als bij een echte Haute Couture Show eindigt de tentoonstelling met de bruidsjurk. In dit geval een paar bruidsjurken.
En? Zijn ze gedateerd of zie je jezelf, je toekomstige vrouw of je (schoon-, klein-) dochter in een van deze jurken naar 'het altaar' lopen? In een echte vintage De Givenchy...



De tentoonstelling 'To Audrey With Love' is nog te zien tot en met 26 maart aanstaande.

Ben je niet zo'n fashionista? Dan nóg is een bezoek aan het Gemeentemuseum in Den Haag hogelijk aan te bevelen. Ten eerste wegens het prachtige, door Hendrik Berlage ontworpen gebouw en ten tweede omdat er meerdere tijdelijke en vaste collecties te bewonderen zijn.

Go or no go?

GO!

-X-

Alle (iPhone 6s) foto's: a greylady.nl


Openbaar kunstbezit: Hollands meisje aan het ontbijt in het Rijksmuseum

14 januari 2017
Wie schetste mijn verbazing toen ik twee weken geleden een uitnodiging ontving voor een voorbezichtiging in het Rijksmuseum. Zomaar. Out of the blue. Dáárom heel verrassend, omdat ik geen 'banden' heb met onze nationale trots én bekendste museum.
Van het Stedelijk Museum zou ik zoiets namelijk kunnen verwachten, want ik ben sinds kort, zeg maar, 'lid'. Ik ben vriend geworden van het Amsterdamse museum voor moderne kunst, omdat ik geïnteresseerd ben in alles dit museum betreffende. Nu wordt ik geestdriftig van een heleboel musea en zeker ook van het Rijks, maar ik kan moeilijk van allemaal 'begunstiger' worden.
Vandaar mijn verwondering.

"De directie van het Rijksmuseum nodigt u uit voor de pers-voorbezichtiging van 'Hollands meisje aan het ontbijt' op woensdag 11 januari om 08.30 uur". Nou, daar wilde ik de wekker wel voor zetten.

Kijk je over mijn schouder mee?




Verguld (en dan doel ik niet op de schilderij-lijst) én heel blij verrast. Want wat een eer! Ik, een (ouder) meisje van drie hoog achter tussen bobo's (de sponsoren) en het verzamelde journaille. Ikke, die slechts een poging doet anderen te vermaken met het bijhouden van een publiekelijk dagboek over (oké...) kunst. Onder andere over kunst. Dát dan wel. Maar ik ben slechts een amateur in museumland.

Verguld

Maar goed, dat zal wel de reden zijn geweest dat ik acte de presence mocht geven. En daar stond ik dan afgelopen woensdag. Als een Alice in Wonderland in een vrijwel leeg Rijksmuseum. (Heel apart. Sta je oog in oog met de Nachtwacht van Rembrandt en nog zo'n dertig, veertig wereldberoemde schilderijen zonder dat geïnteresseerde Nederlandse, maar vooral buitenlandse bezoekers je met de selfie-stick om de oren slaan. Maar dat terzijde). Samen met het groepje andere genodigden die luisterden naar de nieuwe hoofddirecteur, Taco Dibbits die vertelde over het hoe en waarom van dit recent aangekochte schilderij.



Klein. Dat was het eerste wat mij opviel. Het formaat van het schilderij: 'slechts' 46,8 bij 39 centimeter. De uitdrukking 'klein maar fijn' doet hier dan ook opgeld.

A Dutch girl at breakfast

Even wat andere FAF* en FAQ*:
  • titel: 'Hollands meisje aan het ontbijt',
  • geschilderd in ca. 1756 in Nederland,
  • door Jean-Etienne Liotard,
  • die werd geboren in Geneve in 1702 en overleden is in 1789.
  • Het medium dat hij gebruikte is olieverf.
  • Aangekocht voor (bijna) 5,2 miljoen (incl. commissie),
  • opgebracht door diverse fondsen en door schenkingen.
  • En dat het schilderij 240 jaar in handen is geweest van de nazaten van de Britse 2de Graaf van Bessborough.

Taco Dibbits: "Hollands meisje aan het ontbijt" straalt dezelfde rust, intimiteit en eenvoud uit als Het Melkmeisje van Vermeer (dat honderd jaar eerder werd geschilderd, red.). De schilder laat ons heel dichtbij komen. Aandachtig schenkt ze koffie. Ze laat zich niet afleiden door de miljoenen bezoekers die haar straks gaan zien".

Alle kenmerken van een 17de-eeuws genrestuk zijn aanwezig, lees ik in het - bij de uitnodiging meegestuurde - persbericht (want deze kennis heb ik natuurlijk niet van mezelf). Een alledaagse scène, de intieme sfeer, de sobere kleurstelling, de verfijnde stofuitdrukking en het kerkinterieur op de achtergrond. Toch zijn alle meubels en tafelstukken uit Liotard's eigen tijd (dus 100 jaar later, red.). Het tafereel doet sterk denken aan de bekende interieurscènes van zijn voorgangers Johannes Vermeer, Gerard Dou en Frans van Mieris.

*FAF= feiten en cijfers, FAQ=vaak gestelde vragen.


Dibbits vergeleek in zijn praatje voor de verzamelde gasten dus het nieuw verworven schilderij met dat andere doek met een Hollandse deerne in de hoofdrol: 'Het Melkmeisje' van Vermeer (zie foto). En dat schilderij hangt nog geen tien meter verderop. Tussen andere werkjes van deze grote, wereldvermaarde Meester. (Zei zij schijnbaar achteloos en laatdunkend, terwijl Vermeer de allergrootste kunstenaar ever is. Maar da's dus heel persoonlijk).

Openbaar kunstbezit

En zo nu en dan bekruipt mij een trots en tevreden gevoel bij al die prachtige kunstwerken. Want al die meesterwerken zijn van ons. Van ons allemaal. Alles wat er in het Rijksmuseum hangt is Openbaar Kunstbezit, ex aequo 'van ons' als in 'het Nederlandse Volk' (met hoofdletters). En soms besef ik dat en dat voelt 'rijk'. Tradities zijn heel belangrijk, maar die zijn niet statisch én mogen (wat mij betreft) met hun tijd meegaan. Dat is goed, want er worden ook steeds weer nieuwe tradities gemaakt. Wat ongemoeid blijft, is ons Cultureel Erfgoed in de Nederlandse Rijks- en gemeentemusea en daar mogen wij - ieder voor zich én met z'n allen - heel trots op zijn.

Besef je dat wel?


-X-


Voor 1 / 17.100.000 (17,1 miljoenste*) deel zijn de meesterwerken van jou (en mij).

*Bron: CBS, 3 januari 2017

PS: In de rubriek 'leuke weetjes en feitjes': de eerste aankoop van het op 31 mei 1800 geopende Rijksmuseum* was 'De Zwaan' van Jan Asselijn (ca. 1650). Voor dit imposante schilderij werd toentertijd 100 gulden neergeteld.

* (nog niet op de huidige plek).

Alle (iPhone 6s) foto's: agreylady.nl



De fantasiewereld van buitenbeentjes - Outsider Art Museum

4 januari 2017
Heb jij ooit van het begrip 'outsider art' gehoord? Ikke niet, tot een paar dagen geleden. Afgelopen maandag (2 van 365) startte ik het jaar op kunstzinnig wijze met een bezoek aan het Outsider Art Museum. Dit OAM, sinds maart 2016 onderdeel van de Hermitage aan de Amsterdamse Amstel, toont (en nu volgt een citaat:) "verrassende, niet-gepolijste kunst van mensen met een bijzondere achtergrond".
En? Nieuwsgierig geworden?




Eerst even over de term Outsider Art. Na raadpleging van Wikipedia blijkt dat dit begrip in 1972 werd bedacht door kunstcriticus Roger Cardinal als een Engels synoniem voor Art Brut. Art Brut op zijn (of haar?) beurt werd in '48 geïntroduceerd door de Franse kunstenaar Jean Dubuffet om kunst te beschrijven van "meestal autodidactische kunstenaars die de regels van de conventionele kunstwereld negeren of afwijzen". Feitelijk bedoelde hij (even heel kort door de bocht) - met de heden ten dage 'politiek correcte' term - kunst van mensen met een verstandelijke beperking. In zijn tijd zou over deze groep kunstenaars gesproken worden in termen als 'werk van gekken en dwazen' (of, zoals Dubuffet zelf zei: "fundamenteel asocialen").

Veel kunstenaars hebben zich door Outsider Art laten inspireren. Heel voor de hand liggend noem ik Salvador Dalí en Karel Appel.

Kort door de bocht

Het Outsider Art Museum omschrijft de door het museum getoonde kunst dus als werk van mensen 'met een bijzondere achtergrond'. En dat is precies hoe je deze groep kunstenaars moet betitelen, want in de expositie zijn ook schilderijen te zien van mensen met autisme (met een stoornis in het autistisch spectrum). Van die mensen kun je niet zeggen dat zij een verstandelijke beperking hebben. Integendeel. Vaak zijn deze mensen hoogbegaafd. Of (zeg maar) geniaal.

Een goed (én mooi) voorbeeld is Willem van Genk (1927-1995), die tot drie keer toe opgenomen is geweest in een 'inrichting'. In zijn eigen wereld op zijn Haagse etage, schiep hij heel gedetailleerd en minutieus een grootstedelijk universum met gebouwen, treinen en vliegtuigen, aangevuld met titels en slogans. "Zijn kunst was zijn verdedigingslinie tegen de buitenwereld".
(Zie de drie onderstaande ↓ foto's).



Kleurrijke kunstenaars

Hoe dan ook, de nationale en internationale buitenbeentjes - zoals ik de Outsider Art-kunstenaars maar even liefkozend noem - zijn een beetje anders. Zij werken heel intuïtief en ontwapenend en verwoorden in hun werk vaak hun innerlijke stem. De onderwerpen bevatten thema's als hartstocht, religie en macht, maar ook monsters, dromen en nachtmerries zijn onderwerp. Zij zijn niet bezig met commerciële doelstellingen en reflecteren niet op bestaande kunststromingen. Hun kunst borrelt naar boven en moet eruit.
"Hun werk is boeiend, veelzijdig en puur".





Mocht je tot aanschaf van outsider art willen overgaan, dan kan dat bij de Outsider Art Gallery. Een deel van de buitengewone artiesten werkt dagelijks aan hun kunst in de, boven de galerie gelegen ateliers
En ben je op zoek naar een leuke invulling van een personeelsuitje, teambuildingsdag of meeting op de hei? In de ateliers kunnen bedrijven of groepen particulieren kunst-workshops volgen, begeleid door een mens met een bijzondere achtergrond.

Wie wil dat niet?


-X-


PS: aan de galerie is ook een artotheek verbonden, waar je - tegen een schappelijke vergoeding - kunstwerken kunt lenen.

1. Rob Morren
2. Yang Chuanming
3. Tao Zi
4, 5 en 6. Willem van Genk
7. Zheng Donghui
8. Jannemiek Tukker
9. Yi Fan
10. Mies van der Perk
11. Roel Heijmans
12. Shota Katsube (4 cm. kleine actie-figuren van 'zakjes-sluiters') 



Alle (iPhone 6) foto's: agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature