Bruegel: Madonna ontmoet Dulle Griet in Museum Mayer van den Bergh | KUNSTFLITS

30 oktober 2019
Bij ons is 2019 uitgeroepen tot het Rembrandtjaar: onze zuiderburen 'vieren' de 450ste sterfdag van Pieter Bruegel de Oude, die 100 jaar eerder dan Rembrandt overleed. En ook ik draag mijn steentje bij aan die Belgische feestvreugde met deze vierde kunstflits.

Op veel plekken in Vlaanderen wordt aandacht besteed aan Bruegel; ik bezocht het kleine, maar o zo fijne Museum Mayer van den Bergh en vergaapte mij (onder andere) aan een "spookachtige helletafereel", oftewel het schilderij 'Dulle Griet' van Bruegel uit 1563. Dit schilderij heeft - samen met nog zo'n "verkommerd, onopvallend, bizar of ronduit lelijk"* en nog ouder olieverfdoek genaamd 'Madonna', een hoofdrol in de vertoning die de naam 'Madonna ontmoet Dulle Griet' meekreeg.
* niet mijn woorden, maar ooit op die manier omschreven door kunstcritici. 



1. Pieter Bruegel de Oude, 'Dulle Griet', 1563. 2. Jean Fouquet, 'Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen' (of is het Agnes Sorel, maîtresse van de Franse koning?), 1454-1456. 3. Zaalimpressie.
Het charmante museum is gevestigd in een mooi trapgeveltje in hartje Antwerpen en het hangt tjokvol met 15de en 16de eeuwse kunst. Onder de daar getoonde renaissance-schilderijen ook twee van de nog veertig bestaande olieverf-doeken van Pieter Bruegel de Oude (1525-1569)*. Namelijk de al eerder genoemde en recent gerestaureerde 'Dulle Griet' en het samengestelde werk 'Twaalf spreuken op borden'. Samengesteld, omdat het eigenlijk geen schilderij is, maar een samenvoegsel van twaalf, door Pieter Bruegel beschilderde ronde paneeltjes die door de oorspronkelijke eigenaar ook nog zijn voorzien van de bijbehorende spreek-woorden.
Hij werd geboren in Breda, maar woonde bijna zijn 'hele' leven - hij werd maar 44 jaar - achtereenvolgens in Mechelen, Antwerpen en Brussel.

Vat ick vervolghe en geraecke daer niet aen, ick pisse altyt tegen de maen (Wat ik ook doe, het is vergeefse moeite, ik pis altijd tegen de maan - zie foto 6).

En Dulle Griet? Misschien ken je de Suske en Wiske-versie van Willy Vandersteen? Het schilderij zou betrekking hebben op de strijd tussen de seksen, aldus Rita van Dooren van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (maar de meningen zijn verdeeld). Op de voorgrond gedraagt Dulle Griet zich als een kerel, zij heeft figuurlijk 'de broek aan'. Tot de tanden toe bewapend (met zwaard én koekenpan) gaat zij, samen met haar vrouwenleger het manvolk én de duivels te lijf en dit tegen de achtergrond van de hel, waar ook allerlei spreuken en (7) hoofd-zonden aan bod komen bij de vechtende manwijven, duiveltjes en elkaar beminnende koppeltjes.
Ook de twintig prenten van de Brabantse oude meester die in het bezit zijn van Museum Mayer van den Bergh zijn bezaaid met moralistische dubbelzinnigheden, want Bruegel wilde duidelijk zijn zegje doen. Zowel de tekeningen, als de doeken zitten vol met humor, symboliek, referenties, observaties, commentaren en parabels.

ter lering ende vermaeck

Begin oktober opende de expositie 'Madonna ontmoet Dulle Griet' en met Madonna doelt het kunsthuis niet op de (enigszins op haar retour zijnde) Amerikaanse zangeres, maar op nog zo'n pareltje in de collectie. In een van de zalen van het, in 16de eeuwse stijl uitgevoerde museum hangt namelijk een zeer fascinerend doek - 'Madonna, omringd door serafijnen en cherubijnen'* van de schilder Jean Fouquet uit - mind you - ca. 1454-1456! De rode en blauwe engeltjes op het doek doen heel modern, haast PopArty aan.
* de serafijnen zijn rood van 'het vuur van de goddelijke liefde', de cherubijnen blauw van 'genade'.






4. Dulle Griet in detail. 5. Pieter Bruegel, 'Twaalf spreuken op borden', ongedateerd en 6. een detail van het schilderij. 7. Jean Clouet, 'De dauphin Frans, zoon van Frans I', 1520-1525. 8. Pieter Casenbroot, 'Portret van een dame met anjer', ca. 1500. 
Het is een beetje lastig om een bepaalde lijn of een leidraad te ontdekken in de expositie, anders dan dat de toeschouwer getrakteerd wordt op een paar zeer kostelijke én kostbare topstukken uit de collectie van het verzamelaarsmuseum. We komen er meer te weten over die beleerderige Bruegel, die het niet laten kon om ons - ook nu nog - een lesje te leren.

Geweldig om oog in oog te staan met twee echte Bruegels (in plaats van als papieren placemat in een pannen-koekenhuis). Ik kan je het sfeervolle museum van harte aanbevelen. Een uitstekende manier om tijdens je citytrip in Antwerpen een of twee uurtjes cultuur te snuiven...


-X-


Meer Bruegel-gerelateerde activiteiten in België? Kijk dan even op deze pagina van de website van Visit Flanders.

 
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Opslaan als... Hoe verzamel je de stad? in het Amsterdam Museum

26 oktober 2019
'Opslaan als... Hoe verzamel je de stad?' in het Amsterdam Museum is een vertoning met een dubbele bodem. Want de op 18 oktober jl. geopende tentoonstelling gaat over Amsterdam, maar toch ook weer niet. In de expositie krijgt de bezoeker "een inkijk in de gevarieerde collectie van ruim 100.000 objecten die stuk voor stuk een verhaal vertellen over de stad Amsterdam en haar bewoners" lees ik op de website, maar daarnaast stelt het stadsmuseum zichzelf én het publiek vooral ook een aantal vragen. Want hoe doe je dat: een stad verzamelen? Welke verhalen moeten worden verteld? En wie bepaalt dat?

Kijk naar, en lees over een bonte uitdragerij met vreemde snuisterijen, schijnbaar waardeloze rommelmarkt-prullaria en min of meer kostbare en unieke spullen.



1. Campagnebeeld. 2. Vondelingenkleding van Jan van der Stoep (Aart Jacobus van der Tang), 1893 ©AmsterdamMuseum. 3. Inboedel van Chinese immigranten.
De tentoonstelling begint met allerlei attributen die versierd zijn met drie witte (Andreas-)kruizen op een rood schild met een zwarte baan. Precies: het Amsterdamse stadswapen. Vanaf de Middeleeuwen hét symbool van de hoofdstad. Het werd in eerste instantie alleen gebruikt in en op overheidsgebouwen, maar sinds de vorige eeuw raakte het ook in zwang bij iedereen en alles die (of dat) zijn of haar liefde en verbondenheid met de stad wilde uitdragen.
En daarmee is gelijk de toon gezet. Want het wapen roept ook verschillende gevoelens op. "De een denkt aan Ajax, vrijheid of zelfs losbandigheid. Een ander aan drukte, regelzucht of arrogantie. Historisch of eigentijds, gelovig of niet, multiculturele metropool of gescheiden bubbels: Amsterdam heeft vele identiteiten, elk met hun eigen symbolen." In de museumzaal een rood tekstbordje met de vraag: "wat symboliseert jouw Amsterdam?

veel identiteiten met eigen symbolen

Vervolgens leren we iets over de geschiedenis van het pand waarin het Amsterdam Museum is gevestigd. Want wat sinds 1975 een museum is, was daarvoor vierhonderd jaar lang het Burgerweeshuis. In de Kalverstraat woonden tussen 1578 en 1960 wezen en vondelingen en vandaar dat er ook aandacht is voor die geschiedenis.
Heel aandoenlijk is het keurige stapeltje babykleertjes van Jan van der Stoep. Hij werd in januari 1893 op een stoep gevonden en vandaar die naam. Jaren later bleek het jongetje uit pure armoede achtergelaten door een ongehuwde vrouw: ene Mejuffrouw Van der Tang. Het Amsterdam Museum beschikt over heel veel van die aangrijpende kledingpakketjes (vaak met een briefje met plaats en datum). Enkele zijn te zien in 'Opslaan als...', de rest wordt zorgvuldig bewaard in het museumdepot in Amsterdam Noord.

rariteitenkabinet

Half oktober opende de uitstalling die de titel 'Opslaan als' kreeg: een keuze van 700 voorwerpen uit de collectie van ruim 100.000 objecten en dat zijn er zoveel, omdat we nu eenmaal verwachten dat een stadsmuseum alles verzamelt over de geschiedenis, kunst en cultuur van die stad.
Echt alles...?






1. Nicolaas van der Waay, 'Amsterdamse weesmeisjes bij een stadsprofiel van Amsterdam', ca. 1920. 2. Verbodsbord: verboden te tippelen. 3. Het wapen van Amsterdam. 4. Zaaloverzicht, ©AmsterdamMuseum. 5. Nicolaas van der Waay, 'Colonnade van het Burgerweeshuis', ongedateerd. 6. Roland van den Berg, 'Sloop in de Spaarndammerbuurt', 1979.
Een deel van de collectie van het museum (van elk museum) komt uit legaten en schenkingen. Dat zijn altijd voorwerpen en objecten van vermogende personen en die spullen vertellen dus de geschiedenis van de upper class (maar dientengevolge vrijwel niets over het leven van het gepeupel dat in grote(re) getale de stad bevolkte).
In 1890 ontving de stad Amsterdam alle eigendommen van de rijke verzamelaar Sophia Lopez Suasso-de Bruijn (1816-1890). Dus echt álles. Gerard Adriaan Heineken, oprichter van het bekende biermerk, schonk in 1885 zijn complete verzameling historische stadse penningen. En dat zijn slechts twee voorbeelden.
Daarnaast zijn er nog de (langdurige) bruiklenen: het museum heeft bijvoorbeeld sinds halverwege de vorige eeuw een deel van de portrettengalerij en het erfgoed van de rijke familie Backer. Ook bewaart het museum een paar duizend cadeau's die burgemeesters ontvingen tijdens bezoeken van hotemetoten van over de hele wereld (zo schonk de Ethiopische keizer Haile Selassie in 1954 twee ivoren olifantstanden aan de toenmalige burgervader 👎).

een soepzooitje aan voorwerpen

Het museum heeft zo'n 3.000 kostbare schilderijen die een relatie hebben met de gemeente. Daarnaast munten, (borst)beelden en sculpturen, het miljoenste 'Amsterdammertje*', maquettes van (nieuwe) wijken en iconische (zowel gesloopte als nog bestaande) gebouwen. Een compleet keukeninterieur uit de dertiger jaren; tinnen borden en Chinees 'Delfs' blauw;  kostbare serviezen. Stoelen uit alle (stijl-) perioden. Kleding vanaf de Middeleeuwen tot Fong Leng. Schoenen. You name it: je kunt het zo gek niet bedenken.
* de zo vervloekte 'anti-parkeren-op-de-stoep-paaltjes'.
"Elk voorwerp vertelt iets over de stad en het stadsmuseum. Wij bewaren voor de eeuwigheid", aldus conservator collecties Judith van Gent in het museumdepot in Amsterdam Noord. Bij hoge uitzondering mocht het journaille (en ik) tijdens de pers-voorbeschouwing van de tentoonstelling de door architect Wim Quist ontworpen en zwaarbewaakte 'bunker' bezoeken. 
Ik keek mijn ogen uit.

Bij een heleboel voorwerpen is het voor de hand liggend dat ze worden bewaard en dus gekoesterd, want conserveren gaat niet vanzelf. Maar er zijn ook objecten - zowel in de expositie als in het depot - waarvan de argeloze bezoeker verrast zal zijn dat het museum die behoedt en behoudt en bij deze gelegenheid tentoonstelt. Ik noem er een paar.






1. Sierbord uit de collectie Lopez Suasso-de Bruijn. 2. koninginnedagkleedje en verkoopwaar, 2004 ©AmsterdamMuseum. 3. Bouwplaats-schilderijen uit de vorige eeuw. 4. KLM Grachtenhuisjes. 5. Kwartetspel (Zwartepieten) in de vitrine over de Zwartepiet-discussie. 6. Een van de burgemeestersgeschenken. 
Al eerder vertelde ik over die complete keuken uit de jaren '30, maar het museum heeft ook de inboedel van vier Chinese immigranten, diverse haarlokjes van de familie Backer uit het begin van de 19e eeuw, drie Barbiepoppen inclusief de kleertjes die Maria Over rond 1965 voor die poppen haakte en bree.
Het museum kocht in 2004 op de (toen nog) Koninginnedag-vrijmarkt in het Vondelpark alle spullen plus het kleedje en het krukje van de 6-jarige Eva Schoonings (voor € 50,-) en die 'kringloop-prullaria' worden bewaard als ware het kleinoden (zoals alles waar het museum de verantwoordelijkheid voor heeft). In de tentoonstelling is plek ingeruimd voor attributen die refereren aan de 'Zwartepietendiscussie', met kinderboeken, spelletjes en een T-shirt met 'Zwarte piet is racisme'.

schatkamer van de stad

En daarmee is het debat geopend. De vrijmarkt is niet typisch voor Amsterdam, hetzelfde geldt voor het zwartepieten rond Zwarte piet (het werkwoord 'zwartepieten' is - naar aanleiding van een oud gezelschapsspelletje - ook synoniem geworden voor 'het voortdurend elkaar de schuld proberen te geven', dus hoe toepasselijk!).
Waarom zou je ogenschijnlijk niet-boeiende objecten een plekje gunnen in de verzameling en waarom andere juist weer niet? Welke stukken zijn zeldzaamheden - want die wil je dan bewaren (?) of staan symbool voor wat de stad is of wil zijn? Amsterdam (maar dat geldt voor elke gemeente, lijkt mij) wil de stad in al zijn facetten verzamelen.

zo ja, waarom niet

In aanloop naar het 750-jarige bestaan in 2025 gaat het museum een nieuw acquisitiebeleid invoeren. Dat betekent de eigen collectie bevragen op thema's als diversiteit en inclusiviteit en kritisch onderzoeken wat het in bewaring heeft en dan vooral het 'waarom'. Amsterdam heeft een bont verleden: het "wijdvertakte handelsimperium leidde tot macht en welvaart, maar ging ook gepaard met onderdrukking, geweld en uitbuiting. In de stadscollectie zijn vooral sporen van voorspoed en trots te vinden. Welke ontbrekende geschiedenissen verdienen een plek in de collectie?"




 

Impressies vanuit het museumdepot met conservator collecties Judith van Gent.
Het Amsterdam Museum gaat in de expositie "Opslaan als... Hoe verzamel je de stad?' op zoek naar nieuwe verzamelobjecten en dus verhalen, want alle voorwerpen vertellen een verhaal. De vraag is (en blijft) welke spullen illustreren hoe Amsterdammers (of bewoners van welke stad dan ook...) met elkaar omgaan?
Die vraag is universeel.

De expositie is te zien tot en met 1 maart 2020.


-X-


Elke zaterdag- en zondagmiddag is er in het museum een randprogramma, soms ook met themagesprekken (kijk op de site voor meer info).
Je bent van harte welkom om mee te praten...


Doopjurkjes en Fong Leng in het museumdepot.
Tekst en (iPhone)foto's ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl, tenzij anders vermeld.

Thierry Mugler: 'Couturissime' in de Kunsthal | KUNSTFLITS

23 oktober 2019
Zeker niet alleen voor fashionista's. De spectaculaire tentoonstelling 'Couturissime' van (celebrity-) ontwerper (Manfred) Thierry Mugler in de Rotterdamse Kunsthal is ook heel interessant voor degene die houden van de glitter & glam van de vaak zo gedurfde rode loper kledij van wereldsterren. Ik noem een David Bowie, een Liza Minelli, Diana Ross, Lady Gaga, Céline Dion, Beyoncé. Need I say more? Allemaal gekleed, dan wel 'onder handen genomen'; gestyled door de van oorsprong Franse couturier. Draagbaar, (dus) comfortabel en vrouwvriendelijk? Nee, dat zeker niet. Wel glamorous, stoer, 90-60-90en vooral theatraal.
de gulden snede van het zgn. ideale vrouwenlichaam: borsten, middel, heupen.

Ik vergaapte mij aan de ingesnoerde tailles en breedgeschouderde, vaak SM-achtige powervrouw-creaties en maakte een korte impressie.
Front row bij Thierry Muglers catwalk...




Laat ik beginnen met het uitspreken van mijn enthousiasme, want wat een spectaculaire expositie! Wel enigszins modebewust, ben ik niet per se een Mugler-fan of supporter van welke modevormgever dan ook. Of, beter gezegd: ik ben geen uitgesproken 'haute couture-fan'. Nee, ik prefereer prêt-à-porter, de ready to wear, betaalbare vertaling van de hogere ontwerpkunde. Laten we het street style noemen.

mode is theater

Je eigen draai geven aan dat wat wordt voorgeschoteld. Een eigen identiteit uitstralen, dat vind ik interessant en dan graag een beetje brutaal. Geen grijze muizen, maar mensen die bekijks hebben, want dat maakt het straatbeeld toch veel spannender?
Dus allez en afgereisd naar Rotterdam, alwaar ik de persvoorbeschouwing mocht bijwonen van de eerste Europese voorstelling van 'Couturissime' in het bijzijn van de roemruchte designer himself.
De tentoonstelling met het ontwerpwerk van Thierry Mugler* (1948, Straatsburg, Frankrijk) ging in wereldpremière in het Montreal Museum of Fine Arts (Canada) en trok daar bijna driehonderdduizend bezoekers en da's niet niks voor een mode-expo. Vervolgens verhuisde de hele santenkraam naar Rotterdam waar de expositie op 12 oktober jl. met veel bombarie werd geopend.
* Mugler woont in Berlijn en gebruikt sinds 2002 ook weer zijn echte voornaam: Manfred.

superheldinnen

Groots en meeslepend, zo kun je het wel noemen. Ga je naar de Kunsthal, dan zie je 150 ensembles uit de jaren tussen 1977 en 2014. "Daarnaast zijn er veel nooit eerder getoonde accessoires en toneelkostuums, clips en video's, archiefdocumenten en schetsen." Voor de fotografieliefhebbers: 100 geweldige werken van de groten der aarde (qua modereportages) en ik noem er hier drie: David LaChapelle, Richard Avedon en Helmut Newton.

De tentoonstelling - een opera in zes aktes* - is een aanslag op al je zintuigen en in dit geval bedoel ik dat positief. Een en al spektakel, glitter & glam, een special effect video en muziekclips, een aantal, door ontwerper Tord Boontje ontworpen Swarovski 'kroonluchters'. Zalen bomvol met luxueus en (ook) sprookjesachtig aangeklede paspoppen**. Statische modellen die getooid zijn in japonnen en pakken bedolven onder de veren, pailletten, kralen en studs. Mannequins waar je met je neus bovenop mag staan en dus prachtig zicht hebt op alle ingenieuze details van Muglers creaties. Geen of nauwelijks storend spiegelende vitrines. Geef je ogen (en oren) de kost en voor de tastzin geldt > (en hoe aanlokkelijk ook) kijken doe je met je ogen... 😉
* MacBeth & the Scottish Lady, Stars & Sparkles, Belle de Jour & Belle de Nuit, The Photographers Eye, Metamorphosis en Fembot Couture. ** de 'etalagepoppen' zijn speciaal voor de expo gemaakt door Fa. Hans Boodt uit Rotterdam: de tailles zijn smaller en de heupen zijn breder.







In deze kunstflits slechts een kleine impressie en enkele details van het geshowde in De Kunsthal (en ook nog eens zonder credits), want ik begreep al tijdens mijn bezoek aan het museum dat ik met mijn foto's de expo en de ontwerpen van Manfred Thierry Mugler geen recht zou (kunnen) doen...

Mijn advies: ga vooral zelf kijken en dat kan tot en met 8 maart 2020.
Check wel even de website voor bezoekersinformatie (want wegens de verwachte drukte hanteert het museum tijdslots. Daarnaast is er een toeslag van €2,50 per bezoeker).


-X-


Die jaren '80 breedgeschouderde 'meesteres'-kleding en het donkere Addams Family- en punk-achtige studs- en spikes-gedoe schijnt weer helemaal terug te zijn... (volgens kledingkoningin Cécile Narinx, mode-verslaggever van de Volkskrant en ook aanwezig bij de perspreview).



1. een #selfiesouvenir en 2. de 70-jarige Thierry Mugler (in oranje) bij de perspreview.
Tekst en (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Tjalf Sparnaay in Museum Jan van der Togt: 'Delicious Paintings'

19 oktober 2019
Het water loopt je in de mond. Vaak fastfood - ongezonde happen (denk 'vette bek'), dus guilty pleasures. Een patatje mét, donuts, een hamburger met alles erop en eraan of een zomerse sorbet en dan uiteraard met een parapluutje. En okay, hij maakte ook een keer een schaal met sla en een broodje gezond (maar dan wel op een wit bolletje en mét mayo...).
Tjalf Sparnaay lapt de schijf van vijf aan zijn laars, is wars van superfood en serveert de heerlijkste snacks en dan niet gecreëerd met potten, pannen en pollepels, maar met schilderspalet en kwasten. Hele fijne kwasten.

Sinds 17 oktober zie je in Museum Jan van der Togt onder de noemer 'Delicious Paintings' de likkebaardend lekkere en oh zo behapbare schilderijen van megarealist Sparnaay.
Ik liep al watertandend door het Amstelveense museum (at naderhand bij de snackbar verderop in de Dorpsstraat een patatje oorlog) en maakte bij thuiskomst een review (****).

Lees en kijk je mee?



1. (uitsnede) 'Broodje Ham Ei', 2014. 2. 'De vaatwasser', 1998 en op de voorgrond een sculptuur van Jan Verschoor. 3. (l) 'Colagirl', 2013 en (r) 'Colablikje', 2010.
De in Haarlem geboren en in Hilversum werk- en woonachtige Tjalf Sparnaay (1954) is autodidact en maakt - desondanks - verbluffend goed gelijkende olieverfschilderijen en dat laatste is een understatement. What's not to like?
Bij deze kunstenaar is sprake van de overtreffende trap van realistisch schilderen. Je hebt - door de bank genomen - (1) enigszins natuurgetrouw; dan komt (2) redelijk levensecht en tenslotte (3) hartstikke niet van echt te onderscheiden en in die laatste groep kunnen we de canvassen van Sparnaay classificeren. Het is hyper-, foto- of megarealistisch (zeg het maar?), behalve dan, dat de schilder zijn 'triviale' onderwerpen uitvergroot. Hij 'blaast' ze op en maakt een close up. De mondkost op zijn menukaart is aangedikt en bigger than life.

hyper secuur en precisie 2.0

Sparnaay besloot na zijn middelbare school tot een opleiding voor gymleraar, maar bleek dusdanig artistiek aangelegd, dat hij zichzelf in de jaren tachtig (verder) bekwaamde in het (fijn)schilderen. Toentertijd produceerde hij ansichtkaarten om aan de kost te komen; inmiddels krijgen zijn doeken nauwelijks de tijd om te drogen. Vanuit zijn atelier worden ze voor tienduizenden euro's verkocht en dan vaak ook omgerekend naar US$, CH‎¥JP¥ of RUB₽.*  Zijn schildertechniek is zo tijdrovend, dat hij er op jaarbasis maar een tiental aflevert. 
Sparnaay was altijd al geboeid door fotografie en nu nog, want als een documentarist legt hij het dagelijkse leven vast in snapshots die als basis dienen voor zijn, volgens de 17e eeuwse traditie opgebouwde stillevens.
dollar, yuan, yen of roebel

foodstylist

Hij kiest een alledaags onderwerp - meestal voedselgerelateerd - en schikt alle ingrediënten net zolang totdat het naar zijn zin is. Foodstyling to the max. Hij bakt eerst heel veel eieren, totdat hij het voor hem perfecte spiegeleitje heeft bereid (de rest belandt in de afvalbak, want daar is niet tegenop te eten). Vervolgens fotografeert hij uit verschillende hoeken de inmiddels heel instagrammable dish. En uit de tientallen foto's die hij van de compositie heeft geschoten, maakt hij met behulp van Photoshop een nieuw beeld van de best gelukte onderdelen: "op de ene foto is de tomaat mooier, op de andere komt het ei of het servetje beter uit", aldus de zaaltekst. Uiteindelijk zien we hoe - met veel geduld, grote precisie en laag op laag - "het resultaat van het chemische proces van verhit eiwit en -geel, met luchtbelletjes en krokante randjes geschilderd is."






1. Jan Verschoor, 'Windvlaag', 1980. 2. 'Bakje Patat', 1999. 3. 'Museum Egg', 2015. 4. 'Fruitsorbet', 2015. 5. 'Kaasboterham', 2006. 6. Zaaloverzicht.
Janny van der Heijden, je weet wel: jurylid van 'Heel Holland Bakt', becommentarieert Sparnaays handelswijze in de catalogus aldus. "Ik heb nooit durven vragen door hoeveel zakken en bakjes friet hij zich heeft moeten worstelen om de essentie ervan vast te kunnen leggen en zo de betekenis van 'proeve' van bekwaamheid een dubbele dimensie te gegeven. Hij verheft daarmee zijn schilderijen tot onmatig genieten zonder schuldgevoel."

monnikenwerk

Spaarnaay heeft - met zijn technisch perfecte werkwijze - een voorkeur voor verstilde Hollandse sfeerschetsen (en je mag het gerust clichébeelden noemen). Een broodje pindakaas of hagelslag waar net een hap uit is genomen, Hollandse nieuwe ("in stukjes of neemt u hem bij de staart?"), een boterhamzakje met twee krentenbollen of een bord met kruimige aardappelen, sperziebonen en draadjesvlees met jus.
Banaal? De schilder noemt het iconen uit de Nederlandse eetcultuur en "daarom moesten ze gewoon eindelijk vereeuwigd worden" staat te lezen in het bij de expositie uitgebrachte naslagwerk. "Geen twijfel mogelijk, de kroket kon ook niet achterblijven, net als onze overblijfboterhammen" (dat is blijkbaar ook heel Hollands).

laagdrempelig en publieksvriendelijk

De kunstschilder heeft er geen moeite mee dat hij niet altijd serieus wordt genomen. Althans? Zijn kunst is heel decoratief en in de (soms) hautaine kunstwereld wordt er nog wel eens laatdunkend gedaan over het ambachtelijke fijnschilderen van de hyperrealisten. Het verwijt geldt dan het zogenaamde gebrek aan inhoudelijke betekenis. Veelvuldig wordt de kunststroming 'afgeserveerd' als zijnde kopieergedrag. Weliswaar knap kopieergedrag, maar toch...
Sparnaay zei daarover (2 jaar geleden) in de Volkskrant: "vroeger zat mij dat wel eens dwars. Nu niet meer. Integendeel. Dat men hem ziet als 'volksschilder': prima. Dat men zijn kunst laagdrempelig vindt: een pré in een wereld vergeven van onbegrijpelijke kunst. Dat zijn kopers nu aan de muur hebben hangen, wat ze normaal gesproken op hun bord hadden liggen: helemaal niet erg. Immers: anders was die muur wellicht leeg gebleven: 'Van een lege muur naar een muur met een schilderij van een gebakken ei - ik noem dat een stap voorwaarts."






1. 'De haring', 2002. 2. 'Vlaamse friet II', 2003. 3. 'Snoepjes in pot', 2006. 4. Zaaloverzicht. 5. Vier werken bij de 'Graffitical Archeology'-serie. 6. 'Man With a Big Van', uit de 'Wallflowers'-serie. 
"Sparnaays tweede grote liefde is fotografie. Hij doet niets liever dan met zijn camera ronddwalen in een stad. Daar zoekt hij de rafelranden op, waar hij de meest interessante beelden vindt." Een man naar mijn hart, want ik doe niets liever dan ronddolen in een metropool om daar het urbane leven 'op te snuiven' en met mijn telefoon vast te leggen. Dol op #straatsafari - zoiets. Dus (ook) voor wat betreft Sparnaays stadsfotografie treft hij mij aan zijn zijde.

urban life en straatkunst

De oud-industriële, creatieve en vrijgevochten grootsteedse atmosfeer is ook voor Sparnaay heel aantrekkelijk. In Berlijn leverde dit een serie foto's op (ook al weer haarscherp) over de vergankelijkheid van straatkunst en graffiti. Over zijn serie 'Graffitical Archeology', met zorgvuldig uitgesneden close ups van de Berlijnse muur (die je van dichtbij moet bekijken om de 'gelaagdheid' te zien), zegt Sparnaay: "Een in de loop der jaren door misschien wel duizend artiesten bespoten stuk afschrikwekkend en grauw beton zag ik veranderd in een van de kleurrijkste en vrije plekken ter wereld. Door het te fotograferen kon ik er een nieuw kunstwerk van maken."
Naast de hierboven genoemde serie, zie je in Museum Jan van der Togt nog meer raak geschoten foto's gemaakt in wereldsteden.

vier voor de prijs van één  

Een bezoek aan het Amstelveense (dorps)museum is sowieso een goed idee, want je krijgt er veel 'waar voor je geld'. De verfwerken van Tjalf Sparnaay worden smaakvol gecombineerd met sculpturen, waaronder die van beeldhouwer en voormalig museumdirecteur Jan Verschoor (1947).
Daarnaast zie je op verschillende plekken (en nog tot en met 17 november) doeken, tekeningen en keramiek van de vorig jaar overleden kunstenaar Armando en als je mazzel hebt, is ook het (huiskamer-) 'museumhuis' geopend. Deze privéruimte van de eerder genoemde Verschoor staat barstensvol met geweldige designmeubels, eigen werk van de sculpturist en nu dus ook schilderijen van Armando.
En last but not least bestaat de kern van de collectie - dus altijd te bewonderen - uit een grote verzameling moderne glaskunst.



1. Armando, 'Die Sonne', 2012 en Julius Weiland, 'Cell', 2008. 2. Willem Heesen, 'Geen titel', 1991. 3. Mari Mészáros, 'Torso', ongedateerd.
Tot en met 1 maart 2020 is in Museum Jan van der Togt (sinds 1 jan. '20 museum JAN) de tentoonstelling Delicious Paintings – Tjalf Sparnaay te zien. Overweeg je om af te reizen naar het Amstelveense museum? Kijk dan vooral eerst even op de site voor bezoekersinformatie.

Meer lezen over Tjalf Sparnaay? Lees dan het (eerder door mij aangehaalde) interview met de kunstenaar in de Volkskrant n.a.v. een tentoonstelling in De Kunsthal Rotterdam in 2017 (waar ik overigens ook een blogpost over maakte).


-X-

Zowel op zondag 10/11/19 als op 12/01/20 verzorgt Tjalf Sparnaay in Museum Jan van der Togt een lezing over zijn bijzondere werkwijze. Aanmelden kan door een mail te sturen naar dit adres: rsvp@jvdtogt.nl

De catalogi bij de expositie. Sparnaay schilderde ook de kreeft-illustratie op Herman Kochs bestseller 'Het Diner'.

Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature