Kunstenaarsportretten: Hollandse Meesters in de 21e eeuw

25 april 2020
Ben je inmiddels ook een beetje uitgekeken op die virtuele tours door lege museumzalen? Wat dacht je van binnengluren bij kunstenaars?

Het plan was: 100 portretten van 15 minuten over 100 kunstenaars. Het zijn er inmiddels 107. Zoiets heet 'van geen ophouden weten' en waarom zou je ook? Want wat is er leuker dan binnenkijken bij beeldend kunstenaars in hun atelier en hen over hun inspanningen aan het woord laten (om vervolgens te beoordelen of hij of zij écht iets te zeggen heeft of dat het vraaggesprek uitmondt in een troebel, onnavolgbaar betoog).
In Hollandse Meesters in de 21e eeuw geen lofzang op onze maestro's uit de 17e eeuw, maar eigentijdse creatievelingen te kijk!



1 Philip Akkerman. 2 Tom Claassen. 3 Robert Zandvliet.
'Laat me je werkplek zien en ik zeg je wie je bent,’ zou de Amerikaanse sociaal-psycholoog Sam Gosling van de Universiteit van Texas kunnen zeggen. Hij onderzocht systematisch welke persoonlijkheidskenmerken zijn af te lezen aan iemands (leef- en/of werk)-omgevingVolgens hem zegt de manier waarop mensen hun persoonlijke ruimte inrichten veel over hun identiteit, hun normen en waarden en hun levensstijl. (Gosling liet op onverwachte momenten bijna honderd werkplekken beoordelen door observanten. Aan de hand van de inrichting van die zelf vormgegeven vertrekken moesten de waarnemers de persoonlijkheid van de gebruikers c.q. eigenaren raden en dat bleek verrassend vaak te kloppen).

kunstzinnige peepshow

En wat is er leuker dan bij mensen naar binnen te kijken? Desnoods stiekem of onder valse voorwendselen? Iedereen is een voyeur zonder gêne als die mogelijkheid zich voordoet. Bij kunstenaars wordt het nog leuker. Onbeschaamd kunstkijken in andermans bedoening: heerlijk! Vandaar ook het succes van al die open atelierroutes. Hoe zit iemand erbij in zijn of haar natuurlijk habitat? De kunst krijgt daardoor context.
Dus vandaag wijs ik je op de mogelijkheid om ongegeneerd (want anoniem) binnen te kijken bij het crème de la crème van de eigentijdse Nederlandse kunstscene.

laagdrempelig kunstkijken

Kunstenaar Herman Gordijn (1932) werkt zijn "markante figuren met bolle buiken, ronde billen, gerimpelde huid, getekende gezichten en hangende borsten" bij in pyjama met ochtendjas. Op de achtergrond zie je een zwarte vleugel voor een enorm raam dat uitkijkt op het omliggende landschap. Bedachtzaam formuleert Gordijn zijn antwoorden op de vragen van interviewer, tevens regisseur Eline Flipse.









4, 5 en 6 Klaas Gubbels (portret: still uit @hollandsemeesters. 7 en 8 Lily van der Stokker (still uit @hollandsemeesters. 9, 10 en 11 Marc Bijl. Still uit het portret met Marc Bijl (@Hollandse Meesters). 12 Ina van Zyl.
Klaas Gubbels (1934) lijkt te werken in een ruimte die veel weg heeft van een timmermanswerkplaats. Al rommelend met zijn gereedschap wordt de kunstenaar op leeftijd bevraagd door filmer Cherry Duyns (zelf een creatief allrounder van jewelste: journalist, schrijver, acteur én documentairemaker). Gubbels verklaart desgevraagd: “ik wil bewust dat saaie omdraaien. Dus dat het saaie iets is”, wanneer hij spreekt over zijn 'super saaie stillevens', meestal koffiekannen, of - zoals hij ze zelf noemt - 'ketels'. 
Dan Lily van der Stokker (1954). Haar filmische portret is van zeer recente datum. De girly kunstenaar van de vrolijke kleuren, pasteltinten, bloemen, pijlen, krullen, wolken en druppels wordt (o.a.) geportretteerd in huiselijke kring, aan haar eigen keukentafel. Zij zegt tegen (de onzichtbare) vragenstelller - in dit geval Aiman Hassani - "ik maak moeilijke kunst, die er makkelijk uitziet."

geen top-100

Zo'n tien jaar geleden kreeg fotograaf en beeldend kunstenaar Michiel van Nieuwkerk het idee voor deze onderneming (en die sinds die tijd en samen met René Mendel | Interakt ook voor de productie tekent). Honderd portretten van 15 minuten - dus lekker overzichtelijk - over 100 kunstenaars. En wel zo prettig: gewoon in onze moerstaal.
Een omvangrijk project waarin verschillende generaties belangrijke kunstenaars worden vastgelegd. Inmiddels zijn het er dus 107 en de laatste 3* werden nét voor de Corona-lock down (op 7 maart jl.) gepresenteerd in het Fries museum. Daarmee werd de aftrap gegeven van 'Hollandse Meesters on Tour', een feestelijk programma met live muziek, performances, gesprekken met regisseurs en kunstenaars. 
die laatste reportages zijn over Femmy Otten, Mounira Al Solh en Lily van der Stokker.

artsy personalities

De serie kent slechts twee criteria waar de portretten aan moeten voldoen. Het toont nog levende én werkzame Nederlandse kunstenaars van dit moment (1) in hun werkruimten (2) gezien door de ogen van gerenommeerde filmmakers. Dat zijn er inmiddels ruim zestig, die ieder voor zich voor de verdere invulling de vrije hand kregen. Ik noemde er al een paar, maar ook Robert Oey (je weet wel: 'de man van' en het verboden wapenbezit), Frans Weisz en Eddy Terstall die met geoefende onbevangenheid hun steentje bij droegen (om maar een paar bekende namen te noemen: ik ben niet zo huis in die wereld).







13 Helen Verhoeven. 14 Joep (Atelier) van Lieshout. 15, 16 en 17 Erwin Olaf (met still uit de portrettenserie @Hollandse Meesters). 18 Emo Verkerk. 19. Folkert de Jong.
Hun blik achter de schermen biedt inzicht in de kunstenaars materiaalgebruik, werkwijze, ideeënwereld en visie op het kunstenaarschap in de huidige tijdsgeest en bovenal op de persoon zelf. En in zo'n langlopende productie is het natuurlijk ook (jammer genoeg, doch) onvermijdelijk dat er dan kunstenaars zijn die ons ontvallen (zoals dat cryptisch heet). Zoals Armando (1929-2018) die in 2013 aan de tand werd gevoeld door regisseur Boudewijn Koole

Voor elke uitzending werd originele achtergrondmuziek gecomponeerd en uitgevoerd en ook weer niet door de minsten. Ik noem er een paar: gitarist Jan Akkerman, zanger Tim Knol, 'jazz-ist' Benjamin Herman, cellist Ernst Reijsiger, (jazz)trompettist Eric Vloeimans en ga zo maar door.

levendige momentopnamen

Over de totstandkoming van de kandidatenlijst zegt Michiel van Nieuwkerk: "ik heb musea voor hedendaagse kunst lijstjes laten maken met namen van kunstenaars waarvan het museum in kwestie graag een portret zou willen zien." Het werd een opsomming met 250 namen: net beginnende jonge honden en - vanzelfsprekend - de gevestigde orde. Daaruit is weer een selectie gemaakt door een commissie. (...) Iedereen moet op de lijst kunnen komen, het is geen top 100 van Nederland."

De bedoeling is dat de filmische schetsen "nieuwsgierig maken, bestaande beeldvorming bevestigen of juist ontregelen. Natuurlijk biedt het geen compleet beeld van een heel oeuvre, maar de kijker kan naderhand zelf op zoek naar aanvullende informatie. Het gaat erom dat men na het zien van deze portretten anders naar het werk kijkt en dat het toegankelijker geworden is" aldus de verantwoording van de producenten.

Uit het inkijkje bij Phillip Akkerman (1957) en hier een fan girl! (gemaakt door regisseur Hans Hylkema). "Na zijn (wilde) academietijd besloot de kunstschilder terug te keren naar wat hij vroeger, in zijn jeugd maakte: zelfportretten. In 1981 schreef hij hierover in zijn dagboek: “Zelfportretten. Oké, het is cliché; het is te bedacht; het is niet nieuw; het is academisch; het is nageaapt. Maar: Ik Wil Het Doen!” Inmiddels maakte Akkerman er zo'n 3.000 en dat is 150 stuks per jaar. Ga 'er maar aanstaan...






20 en 21 Philip Akkermans. 22 Peter Struycken. 23 Maria Roosen. 24 Tjebbe Beekman. 25 job Koelewijn.
Het zijn er ruim honderd: ik sla mij er kloekmoedig doorheen. Want, one portrait a day keeps the doctor away en allemaal te vinden op https://hollandsemeesters.info/.

Wie moet er wat jou betreft ook op de lijst?


-X-


#staysafe


PS: Alle foto's tonen werkstukken van 'Hollandse Meesters' en de (rode) links in de tekst leiden naar door mij gemaakte blogs over die kunstenaars, die ook te zien zijn in de portrettenreeks. En hier zijn er nog drie...
Erwin OlafHelen Verhoeven en Maria Roosen.


De reeks wordt geproduceerd door Interakt en mogelijk gemaakt door het Mondriaan - en het voormalige Mediafonds, wiens rol inmiddels is overgenomen door het Prins Bernard Cultuurfonds en Dioraphte. De producent en eindredacteur zijn Michiel van Nieuwkerk en René Mendel.

Tekst en (iPhone)foto's: @MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl, behalve de kunstenaars-portretten: @Hollandsemeestersinde21eeeuw.

Koos Buster, Sam Andrea e.a. in 'Americana' bij Galerie Fleur & Wouter

17 april 2020
Galerie Fleur & Wouter organiseerde vrijdag 10 april een leuke primeur. Voor hun nieuwe verkoopexpositie met de verzamelnaam 'Americana' was het organiseren van een 'fysieke' vernissage natuurlijk geen optie. Dus nood breekt wet en anders dan anders konden geïnteresseerden middels een live stream op Instagram getuige zijn van de start van de vertoning. Dus toch nog een feestelijke - zij het virtuele - opening.
Geïntrigeerd door wat ik op mijn smartphone te zien kreeg, bezocht ik de galerie in levenden lijve. In mijn uppie en uiteraard met inachtneming van de anderhalve-meter-regel. Ik trof daar de goedlachse Fleur en liet mij gewillig rondleiden.
Kijk en lees je mee?



1. Koos Buster, 'Oil Trump', 2018. 2. Johan Kleinjan, 'Bad Habit', 2020. 3. Een wandje én 'Gun' (2019) van Koos Buster.  
Galerieschroom of -drempelvrees, ik heb er behoorlijk last van. Bij het binnentreden van een kunsthandel overvalt mij nogal eens de gedachte 'ik ben hier niet welkom'. Je ken het wel: dat je eigenlijk stijf-chic wordt weggekeken. In zo'n geval word ik slachtoffer van wat wel kwetsbaarheidsschaamte wordt genoemd. Heel ongemakkelijk denk ik dan: "ik heb hier niets te zoeken. Dit is niet iets voor ons soort mensen". Kortom: ik voel me een kunst-nitwit. Geheel onterecht, maar toch...

Niets van dat alles bij Galerie Fleur & Wouter. Hoe laagdrempelig wil je het hebben? Gevestigd in een lokaal van een oud schoolgebouw en van de buitenkant ook niet als een galerie te herkennen (in de wijk 'Nieuwe Pijp'), creëerden (je vermoedde het al) Fleur Feringa en Wouter van Herwaarden een toonzaal met het werk van voornamelijk jonge kunstenaars. Zelf ook behorende tot wat we tegenwoordig millennials noemen, richten zij zich vooral op de jonge kunstkoper. Ben je ietsjes ouder (zoals ik), dan is het natuurlijk ook goed.

talentvolle 'nieuwkomers'

En die keuze voor het vertonen en (daarmee) bemiddelen in de verkoop van kunst van 'jonge honden' maakt dat de prijs van het gepresenteerde bij deze galerie meestal redelijk is. Nog een soort van betaalbaar, zeg maar (hoewel ik natuurlijk niemand in de beurs kan kijken). Denk maar zo: de creatieve inspanningen van talentvolle nieuwkomers zijn een feestje voor nu, maar ook een belofte voor later. Dus heb je niet zoveel vet op de botten of 'liggende gelden', maar wel verzamelambities? En/of wil je geen Ikea-poster boven je bank? Dan is het slim om kunst aan te schaffen van veelbelovende debutanten.





4. De uitnodiging op Instagram voor de ge-live-streamde opening. 5. Koos Buster: Hunting Gun, Marboro, Cigar en Ashtray with Fags (allemaal 2019). 6. Koos Buster, Het Booreiland, 2018. 7. Koos Buster, Coca Cola Bottle 4 en Fanta Bottle 1, 2018 (glas én keramiek). 8. Koos Buster, Sea World, 2018.
De tering naar de nering zettend (als in: "we laten ons niet kisten"), besloot het toonzaalduo tot het starten van een 'Corona Art Blog'. Het is vanwege de pandemie-perikelen immers lastig, soms onmogelijk*, om een galerie te bezoeken en vandaar "komt Fleur & Wouter Teevee naar je toe!" Met korte filmpjes begeleiden de galeriecompanen je langs de, voor hun nieuwe presentatie geselecteerde kunstenaars en vertellen ze "hoe je arty kunt blijven in Corona-tijden."
In de videootjes zie je grappige en ontwapende gesprekjes - óók de bloopers - die Fleur, dan wel Wouter hebben gevoerd met Koos Busters, Sam Andrea en Johan Kleinjan. Dus bewegende beelden van drie van de vier kunstenaars die - samen met fotograaf Cleo Goossens - de expositieruimte in de Van Ostadestraat vullen.
sommige galerieën zijn gesloten, anderen laten op afspraak en met de nodige voorzorgsmaatregelen bezoekers toe (zoals de onderhavige).

moderne kunst op heterdaad betrapt

De verkooptentoonstelling kreeg de titel 'Americana' mee, omdat Fleur & Wouter zelf (ook) gefascineerd zijn door the States. Vandaar dat zij de deelnemende artiesten vroegen naar hun kijk op de Amerikaanse cultuur. Het spits wordt afgebeten door Koos Buster. Zijn 'optreden' in de digitale uitzending en zijn alternatieve sierborden zijn wat mij betreft het meest in het oog lopend (hoewel de kleurrijke doeken van Kleinjan ook - in positieve zin - om aandacht schreeuwen).
Al sinds een jaar of twee is deze keramist 'hot & happening': hij maakt als een speer carrière in de kunstscene. Terecht, wat mij betreft. Koos Buster (1991 en het moet wel een artiestennaam zijn, toch?) verheft het gewone; het triviale tot kunst. Dat is vaker gedaan - denk maar aan de (ready made) toiletpot van Marcel Duchamp, maar deze kunstenaar maakt de objecten zelf van keramiek. Aardewerk. Porselein. Wat is het?



9. Sam Andrea, 'American Drive', 2020. 10. Cleo Goossens, 'Cup, Palm Springs', 2017, 'Dodgers Girl', 2019 en ; Slippers, Ojai', 2017. 11. 'Sam Andrea, 'Atomic Bomb', 2020.
De 'pottenbakker' zwaaide in 2018 af van de Gerrit Rietveld Academie. (En trouwe lezers weten van mijn liefde voor dit breekbare materiaal en daarom neem ik elke mogelijkheid te baat om daarover te berichten). Zijn afstudeeropdracht heet 'Sierborden van bijna alles wat ik niet leuk vind'. Oh, ik hou daarvan. Die logica...! Wat 'ie NIET leuk vind. Koos Buster geeft als uitleg: "met mijn borden wil ik dingen vieren die ik niet leuk vind. Het moet ook een beetje feestelijk zijn."
Right you are, Koos...

tegeltjeswijsheid

De plaquettes zijn als gedecoreerde delftsblauwe, geglazuurde wandborden: al eeuwenlang een oer-Hollands exportproduct (soms van Chinese origine). Die van Buster hebben een ietwat onbeholpen en rustieke vorm en een eigenzinnige versiering. Wel net als het populaire Holland-souvenir, wit met een blauw decor en een gouden detail, maar dan zeer actueel. Donald Trump (op een jeugdfoto, want ook hij is ooit onschuldig geweest) als verantwoordelijke voor de ontbossing ten gunste van de winstgevende oliewinning ('Oil Trump'). Op een ander bord ook een kinderfoto: die van Saddam Hoessein met iets wat hij als volwassene op zijn geweten heeft. #Metoo-Harvey Weinstein en meer van dat soort maatschappelijke thema's.
Ik kan maar een ding zeggen:

Hebberigmakend! 

Goed. Er is meer. Sam Andrea (1991) maakte mooie linosnedes over "een helse rit langs plaatsen in en herinneringen aan de VS. Heden, verleden en fantasie zijn met elkaar verweven. Het zijn nachtmerries over schietpartijen en dromen over een Heaven-motel. De kracht van geweld en angst en de romantiek van het landschap komen samen in deze serie genaamd 'an American dream'."
In de expositie hangen drie foto's van Cleo Goossens (1991). Ze doen mij sterk denken aan de dromerig-romantische zwembad-afbeeldingen van David Hockney.




Johan Kleinjan: 12. links, 'Ron' en rechts 'Family Bounty Hole'. 13. Zaaloverzicht. 14. 'Joe. 15. 'Muddy Valentine', allemaal 2020.
Tot slot Johan Kleinjan (1974). Oh, lekkere schilderijen vind ik dat. Hij verbeeldt die vreemde, op-en-top Amerikaanse wereld van monstertrucks-, iron horse bounty hole stuntshows en -mud races en het - in mijn ogen - rare milieu rondom dat fenomeen. Zó niet mijn (onze?) werkelijkheid, maar daardoor juist reuze intrigerend. Vrolijk bovendien.


-X-


Nog tot en met 10 mei aanstaande hangen/staan/liggen de kunstwerken in de galerie. Maar gaat het er niet van komen - heel begrijpelijk - bekijk dan vooral de videootjes (link ↓). 'The making of...' en interessante inkijkjes in werkplaatsen ineen: aanstekelijk leuk, beloof ik je.

En tot slot een dilemma-minuut.
Fleur of Wouter....? (zie Fleur en Wouter tv)

A Grey Lady in Corona-tijden (met dito kapsel...). Foto: Fleur Feringa.
Tekst en (iPhone)foto's: @MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl

De vleselijke aanwezigheid van Maria Roosen: op zoek naar de essentie

11 april 2020
"Ik zoek altijd naar de essentie", aldus de kunstenaar zo'n twee jaar geleden in een interview met Museumtijdschrift. Ook verbeelding blijkt een terugkerend thema in het vaak expliciete werk van Maria Roosen (1957, Oisterwijk). Bekend geworden met haar borsten, piemels en zwemmende zaadcellen, vaak van glas. Maar er is meer. Roosen maakt beelden, aquarellen, tekeningen en installaties met verschillende materialen.

Veel musea en bedrijfscollecties kochten werk van deze, in Arnhem woon- en werkachtige beeldhouwer en aquarellist, vandaar dat haar kunst - en dan met name haar sculpturen - vrij vaak opduiken in exposities. In deze verhandeling ligt mijn kunstfocus op Maria Roosen.
Klaar voor de start is af...



1. Oranje Borsten, 2017. Foto: Peter Cox. 2. Gekleurde stenen roze onder, 2018. Foto: Gert Jan van Rooij. 3. Jean, Pierre, Claude, 2004.
Glas voert de boventoon, maar dat wordt niet door haarzelf geblazen. Er is geen reden om met die eer te gaan strijken: het bloedhete, zware blaaswerk laat zij over aan vaklieden. Mannen van stavast. Bernard Heesen is er zo een. Zelf een zeer gerespecteerd artiest. En ook in Tsjechië verstaan ze dit ambachtelijke stiel als geen ander. Vandaar dat Maria Roosen zichzelf ook geen 'glaskunstenaar' noemt. "Ik ben beeldhouwer"! Zij bepaalt hoe het er zo'n beetje uit moet gaan zien en de glasblazer voert het uit. In samenwerking.

gestolde energie

Over dat maakproces zegt Roosen*: “Bij het maken leer ik iedere keer weer en het inspireert me zeer: ik zie dingen ontstaan die je nooit van te voren kunt bedenken. Het zijn bijzondere ontmoetingen met het idee, met het ontwerp of met de glasblazer die al zijn ervaring en eigen handschrift inbrengt, waarbij het geheel meer wordt dan de som der delen. Als het goed gaat voelt het proces aan als making love. Het gaat soms ook niet goed, dan ontbreekt de concentratie of ik kan niet goed uitleggen wat ik bedoel.”
naar aanleiding van de expositie 'Vuur' in Kunsthal Kade in Amersfoort (najaar 2017).

making love

Maria Roosen werkt heel intuïtief. Al tekenend en aquarellerend - dat is haar bron - vormt zich een idee, dat 'groeit' onder haar handen. En het gekke is, is dat juist die tekeningen en waterverfwerken zelden te zien zijn. Haar lekker-ogende en (on)dubbelzinnige sculpturen en installaties worden door musea maar al te graag uitgestald (die zijn sexy): de daaraan ten grondslag liggende werken op papier zie je bijna nooit. Terwijl Roosen daarmee juist de Jeanne Oostingprijs 2020 won (samen met Janine van Oene. Het werk van de winnaars van 2020 zal te zien zijn op de KunstRai in Amsterdam die voor eind juni gepland staat. De vraag is of die doorgang kan/zal vinden).
De jury - drie vakbroeders (vakzusters...) - roemt haar eigenheid en vitaliteit en blijkt erg onder de indruk van de uitgesproken en unieke positie die de beeldhouwer met haar werk inneemt. Uit het juryrapport: "Maria Roosen ontvangt de prijs voor haar treffende aquarellen die vaak aan de basis liggen van haar ruimtelijke werk. De jury vindt vooral de uitdrukkingskracht en de scherpte van de aquarellen bijzonder. Binnen het medium van aquarel is Roosen effectief en maakt ze werk dat zonder al te veel opsmuk stoer en vrouwelijk tegelijk is.





4. After David nr.2, 2017. 5 Spiraal, 2018. 6. Lullenvaas, 2009. 7. Pink breasts (forwards),
2017. Foto: Gert Jan van Rooij. 8. Expositie met aqaurellen bij Fons Welters, 2019. foto: Gert Jan van Rooij.
Goed. Roosen is eerder in de prijzen gevallen. In 1995 vertegenwoordigde zij Nederland op de Biënnale van Venetië samen met Marlene Dumas en Marijke van Warmerdam. In 2006 kreeg zij de Wilhelminaring, een oeuvreprijs die elke twee jaar wordt toegekend aan een vooraanstaande Nederlandse beeldhouwer en in 2009 de Singer Prijs, ook weer voor haar complete werk.

Vleselijke aanwezigheid

Zoals gezegd heeft Roosen een bijzondere fascinatie voor 'edele delen' en dan vooral die van De Man (naar mijn weten maakte ze nooit een vulva). Kortom: piemels. Lullo's. Maar ook borsten hebben haar onverdeelde aandacht. Zie je (een soort van) figuratief sculptuur en is het van glas, dan is het ongetwijfeld een 'Roosen': al decennia haar rode draad.
De vraag; míjn vraag is, waarom? Vanwaar die gefixeerdheid op het vleselijke. Een vaas met een ensemble van wel zes glazen plassers of drie penissen aan een touwtje aan de muur (die van Jean, Pierre en Claude); een krukje van gebreide (en slappe) jongeheren.
(Een ontboezeming: ikzelf ben nogal preuts aangelegd 😬 en Roosen is een vrouw van mijn generatie, dus...?).
Ik zoek een antwoord.

zelfportret

In het eerder aangehaald artikel in Museumtijdschrift vraagt de interviewer aan Roosen: "Waarvandaan komt je fascinatie voor het lichamelijke?
“Het lichamelijke ben je zelf, het is een soort zelfportret. Ik ben altijd bezig met vragen als: waar sta ik, hoe voelt het, waar ga ik heen. Dat is ook waarom ik beelden maak: daar moet je je toe verhouden, eromheen lopen, ertegenaan botsen. Hoe ik op borsten en billen kom? Dat gaat vanzelf, ik denk op een gegeven moment: hoe ziet een borst er eigenlijk uit? Dan ga ik tekenen, met verf aan de slag, het van glas maken. Een borst is natuurlijk ook van belang als levensbron” (en tot zover Maria Roosen).
Zou hetzelfde principe dan opgaan voor een fallus? En zou een mannelijke kunstenaar zijn eigen lid op zo'n relativerende manier kunnen verbeelden?




9. Again, 2003. Collectie Museum Voorlinden. 10. After nature (iris), 2018. Foto: Gert Jan van Rooij. 11. Bessen, 2015. Collectie Provincie Gelderland. 12. Droomhuis, 2002. Collectie AkzoNobel.
Ook De Kunstmeisjes behandelen in hun boek¹ de glazen geslachtsdelen van Roosen. Zij komen - wat mij betreft - het meest in de buurt van een mogelijke verklaring, want ook zij vragen zich af 'of, en zo ja waarom' Roosen veel naakte kunst maakt. (Ik citeer:) "In haar werk confronteert ze ons (ook) met heersende gendernormatieve stereotypen. Het mannelijke is altijd sterk, hard, stoer. Het vrouwelijke is per definitie zwak, zacht, lief. Bullshit. Al deze kenmerken bestaan in het echte leven immers zij aan zij en hebben niet per definitie met ons gender te maken. (...) Het contrastrijke karakter van menselijke geslachtsdelen - soms zacht, soms hard, soms sterk, soms kwetsbaar": daar zou het om draaien bij het werk van Roosen, is een van hun conclusies.

Maar laat nu niet de indruk ontstaan dat Roosen 'alleen maar' lichaamsdelen maakt: er zijn bijvoorbeeld ook veel glazen kannen en een paar immense rozenkransen van haar hand.

gevoelskunst

De kunstenaar 'speelt' met vuur. Het vuur van de glasovens met het roodgloeiende en dikvloeibare materiaal. Groei & bloei en zwetende krachten. "Het meedogenloze vuur dat zowel vormend als verwoestend kan zijn, maar ook een louterende kracht biedt voor zowel maker als toeschouwer."
Tot op zekere hoogte is alle kunst een vorm van handenarbeid. Steeds weer moet er rekening gehouden worden met technische eigenschappen, welke die ook zijn. Het vaak arbeidsintensieve maakproces, het vakmanschap en het ambachtelijke zijn voor Maria Roosen even belangrijk als het uiteindelijke resultaat. Je kent het wel: wat telt is de weg ernaar toe...


13. Kan met kabeltrui, 1996. Collectie Textielmuseum. 14. Tent, 1998-2015. Collectie AkzoNobel.
Tot slot krijg je van mij een boekentip(¹). Al eerder haalde ik De Kunstmeisjes aan. Deze drie jonge vrouwen - ter zake kundig: ze hebben ervoor doorgeleerd - vullen een vermakelijk kunstblog (zijn dus collega's) en afgelopen augustus is er ook een interessant/amusant boek uitgekomen: "Vijftige kunstwerken om langer dan twintig seconden naar te kijken." Echt een aanrader!
(Uitgeverij Meulenhoff).

Maria Roosen wordt vertegenwoordigd door Galerie Fons Welters


-X-


#staysafe!

15. Braamboot, 2009. Collectie Singer Museum Laren.
Tekst en alle (iPhone)foto's: @MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl, tenzij anders vermeld.

Auto Post Signature

Auto Post  Signature