Walasse Ting in Museum Jan van der Togt.

27 maart 2018
Begin jaren negentig was de kunst van Walasse Ting razend populair. Ook wij (mijn toenmalige echtevriend en ik) hadden een ingelijst affiche met een kleurrijke afbeelding van een wulpse, half-ontblote dame met papegaaien (of waren het katten?) boven de bank hangen. De kunstenaar was toentertijd heel en voque en origineel schilderwerk dan ook onbetaalbaar. Het enige wat wij ons konden permitteren qua 'affortable art' was een poster, want dergelijke massaal en in zeer hoge oplage gedrukte reproducties waren volop voorhanden.

Hoe dan ook, mijn bezoek aan de tentoonstelling 'Walasse Ting, The Amsterdam Years' in Museum Jan van der Togt in Amstelveen was een feest van herkenning. Kijk mee naar zijn makkelijk te behappen en vooral vrolijk-makende kunstwerken. Want één ding kan ik je verzekeren: je humeur klaart er onmiddellijk van op!



1. 'Rouge Baiser Amsterdam', 1986. 2. Walsse Ting, begin vijftiger jaren. 3. 'Zonder titel (Pauw)', ca. 1988-1990.
Xiongquan Ding (Shanghai, 1928 – New York, 2010), zoals de auto-didactische kunstenaar in het echt heette, verliet China net na de tweede wereldoorlog om zich - na een aantal jaren in Hong Kong te hebben gewoond, in 1953 in Parijs te vestigen.
En in de avantgardistische kringen van de bruisende Franse hoofdstad van die jaren ontmoette Walasse Ting mensen als Joan Miró, Asger Jorn, Pierre Alechinsky en 'onze eigen' Karel Appel. En waar Ting in eerste instantie nog vrij traditioneel werkte volgens oude Chinese principes, kleurden zijn schilderijen door het contact met een aantal van die (voormalige) CoBrA-leden ruiger en abstracter. Daarnaast werden erotiek en zinnelijkheid terugkerende thema's in het werk van Ting.

En met name zijn vriendschap met Karel Appel hield zijn leven lang stand, want - ook al verhuisde de Chinese kunstenaar in 1957 naar de Verenigde Staten - vanaf 1989 woonde Ting afwisselend in New York én in Amsterdam, waar hij samen met Appel in de Hondecoeterstraat een atelier had (achter het Concertgebouw in het chique Zuid). In de zaaltekst is te lezen dat Ting altijd met Chinese penselen en vaak op Chinees rijstpapier werkte. "Met het eigen exotische kleurenpalet waren dit de elementen voor het universum van Ting".

In 2002 raakte Ting na een hersenbloeding in coma en na zo'n acht jaar verzorgd te zijn in een verpleegtehuis in Amstelveen, overleed de kunstenaar op 81-jarige leeftijd in New York. 







1. Zonder titel (papegaaien), '90s. 2. Zonder titel, ca. 1960. 3. Walasse Ting in zijn atelier in de Hondecoeterstraat. 4. Zaaloverzicht. 5. Zonder titel (Irissen), '90's.
Naast zijn expressieve, energieke en (licht) erotische schilderijen schreef Ting ook experimentele poëzie. Zo zie je op zaal het 'Walasse Ting by Walasse Ting': een opsomming van gebeurtenissen per levensjaar: "1 years old first time sing song, 2 years old first time stand up, 3 years old first time catch grasshopper" en zo verder tot en met zijn 70ste levensjaar ("70 years old first time buy 2 shooting stars").

In de tentoonstelling hangen 80 originele kunstwerken met een focus op zijn Amsterdamse jaren, voornamelijk afkomstig uit de collecties van Nederlandse verzamelaarsDe 'Hollandse periode' in het werk van de flamboyante kunstenaar wordt gekenmerkt door felle, 'neon-achtige' kleuren, vrouwfiguren en dieren en dan vooral katten, papegaaien en paarden.
Aanleiding voor deze grote expositie in het particuliere verzamelaars-museum is de toegenomen belangstelling voor Walasse Ting in zijn geboorteland China. Blijkbaar vinden zijn werken daar grote aftrek, terwijl de kunstenaar hier in Nederland enigszins in de vergetelheid is geraakt. Genoeg reden voor een tentoonstelling van deze omvang. 



1. Links, 'Zonder titel', 1967 en rechts 'Zonder titel', ca. 1960. 2. Zaaloverzicht met glasobject van Stanislav Libenský. 3. Václav Cigler (geen titel, geen datum). 
Museum Jan van der Togt - gevestigd in een (onvermoed groot) pand in de oude stadskern van Amstelveen, werd in 1991 opgericht door fabrikant Jan van der Togt (1905 - 1995), oprichter van het oer-Hollandse Van der TOgt MAssa-artikelen DOrdrecht, oftewel Tomado. Je weet wel: van die overbekende en typisch jaren '60 metalen boekenrekjes. Ook maakte de fabriek van die draadstalen onderzetters en de zogenaamde en reuze handige 'flessenlikkers'. (#jeugdsentiment)

Goed. Naast ondernemer was Jan van der Togt ook gepassioneerd verzamelaar van contemporaine kunst. Zijn kunstzinnige nalatenschap bevat veel beeldhouwwerken van sculpturist Jan Verschoor (die ook nauw betrokken was bij de oprichting én het beheer van het museum) en olieverf-schilderijen van de surrealist Hans Kanters. Maar bovenal heeft het museum een toonaangevende collectie moderne glaskunst. Naast (vrij) werk van bekende Nederlandse glasartiesten als Andries Copier, Siem van den Marel, Willem Heesen en Floris Meydam, zie je in het museum ook prachtige topstukken van avantgardistische Tsjechische kunstenaars zoals Václav Cigler, Stanislav Libenský en Aleš Vašiček




1. Andries Copier (geen datum, geen titel). 2. Jozef Tomecko, (geen datum, geen titel). 3. Andries Copier, 1985. 4. Menno Jonker, 'Kom', 2007.
De tijdelijke tentoonstelling met het (voor mij nostalgische) werk van Walasse Ting is nog tot en met 15 april te bewonderen in Museum Jan van der Togt. Kijk even op de site voor bezoekersinformatie.

En bedenk: de vaste collectie tentoongestelde glaskunst is op zich en alleen al 'de moeite' van een bezoek waard


-X-


Have a nice day!

Tomado boekenrekje en onderzetters.
Tekst en alle (iPhone) foto's © www.agreylady.nl

Van Gogh & Japan in het Van Gogh Museum Amsterdam

19 maart 2018
Ruim 750.000 Japanners gingen ons al voor, want zoveel belangstellenden bezochten de reizende tentoonstelling in (resp.) Sapporo, Tokyo en Kyoto*. De bewoners van het Land van de Rijzende Zon zijn namelijk dol op impressionisten en dan met name op Vincent van Gogh. Of, zoals de Japanners hem noemen, 'Gohho'.

Met 60 schilderijen en tekeningen én een boeiende collectie Japanse prenten zie je in het Van Gogh Museum welke uitwerking Japan had op de kunstenaar. Zelf is hij er nooit geweest, maar Van Gogh raakte in de ban én gefascineerd door de 19e eeuwse kleuren-houtsneden (de zogenaamde ukiyo-e) die hij verzamelde. De expositie 'Van Gogh & Japan' laat - heel mooi - de Japanse invloeden op het werk van Van Gogh zien. Soms is het effect subtiel; in andere gevallen zeer expliciet, zoals in het prachtige schilderij 'Courtisane' uit 1887.

Op donderdag 22 maart opende onze koning de tentoonstelling en het publiek kon vanaf de volgende dag terecht. Pers(muskieten) en (zogenaamde) social influencers, waaronder moi kregen eerder deze week alvast een - door directeur Axel Rüger en conservator en mede-samensteller Nienke Bakker geleide - vooruitblik.

In het Hokkaido Museum of Modern Art bezochten 200.000 mensen de expositie die daar in augustus 2017 opende; zo'n 370.000 gingen naar het Tokyo Metropolitan Art Museum en tenslotte zagen 183.000 mensen de expo in het National Museum of Modern Art in Kyoto.

Vincent van Gogh, Amandelbloesem, 1890. ©Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).
'Zelfportret met verbonden oor', 1889 (een bruikleen van The Courtauld Gallery, London), op de achtergrond zie je een Japanse prent.
We gaan even terug in de tijd en wel naar halverwege de negentiende eeuw. Japan - die twee eeuwen potdicht had gezeten, toonde zijn - voor de westerse wereld vrijwel onbekende kunst tijdens de Wereldtentoonstelling in Londen (1862) en later in die van Parijs (in 1867 en 1878). De daar geëxposeerde Japanse kunst en vormgeving, zoals prenten, (Arita-)porselein, kimono's, waaiers, parasols, lakwerk, kamerschermen et cetera ontketende een ware rage bij het Europese publiek. Alle (toegepaste) kunst uit Nippon was avant-gardistisch en daardoor hip & happening.

Japonisme

Ook Frankrijk was sinds de jaren zestig van de negentiende eeuw in de ban van Japan. Zelfs de grote warenhuizen zoals Printemps en Au Bon Marché verkochten chinois- en japonaiserieën. Veel kunstschilders zoals Manet, Monet en Degas ontdekten de Japanse kunst en bij Vincent van Gogh was dat niet anders. In 1885 verbleef hij in Antwerpen en daar leerde hij de kleurrijke ukiyo-e kennen en kocht hij daar zijn eerste prenten. In zijn Parijse jaren (1886-1888) kwam hij geregeld in de kunsthandel van Siegfried Bing die gespecialiseerd was in dergelijke kunst.
In de bij de tentoonstelling uitgegeven catalogus kun je lezen dat Van Gogh bij Bing honderden prenten kocht* (uiteindelijk had hij een collectie van 660 stuks). Het was zijn bedoeling om deze met flinke winst door te verkopen: één van de pogingen van de kunstenaar om zijn deplorabele financiële situatie een impuls te geven.

* (Leuk weetje en ook uit de catalogus:) de gemiddelde  prijs voor zo'n prent was 3 'sous' - ca. 15 centimes, ruwweg de prijs van een aperitief. Van Gogh prikte een heleboel van deze 'goedkope' prenten als moodboard met punaises aan de muur van zijn atelier. Op dezelfde manier zijn deze prenten ook te zien in de tentoonstelling: heel 'oneerbiedig' vastgeprikt met punaises als ware het popster-posters. 






1. Nienke Bakker legt uit bij 'Courtisane (naar Eisen). 2. 'Bloeiende pruimenboomgaard (naar Hiroshige)', 1887 © Van Gogh Museum (Vincent van Gogh Stichting). 3. Het voorbeeld van Utagawa Hiroshige, 'De residentie met de pruimenbomen in Kameido', 1857. 4. 'Brug in de regen (naar Hiroshige)', 1887. 5.  Zelfportret (als zenboeddhist), 1888.
Van Gogh wilde de door hem (op afbetaling) gekochte prenten dus verkopen, maar raakte meer en meer gefascineerd door die grafiek (en van zijn handeltje is niets terecht gekomen). Wel resulteerde zijn bestudering van de prenten in de zomer 1887 in enkele bijzondere schilderijen. Zijn eerste 'kopie' of nageschilderde prent, 'Bloeiende pruimenboomgaard' baseerde hij op grafiek van kunstenaar Hiroshige. Zo ook zijn 'Brug in de regen'. De eerder genoemde 'Courtisane' was het resultaat van een studie naar de houtsnede van de Japanner Keisai Eisen.

Inspiratie uit het Oosten

Met zijn 'imitaties' bestudeerde Van Gogh de Japanse kunst: de heldere, felle kleuren, de compositie, de sterke contouren en het soms overdreven perspectief. Ook de onderwerpen, vaak heel alledaags of van de natuur (zoals de landschappen) spraken hem erg aan.
Zijn schilderijen, zo schreef hij zelf, waren "zoals de Japanse prenten" en zijn tekeningen "in het genre" ervan. Daarnaast bewonderde hij de 'mystieke filosofie' en discussieerde hij met andere kunstenaars over de 'exotische' esthetiek. Hij plaatste de Oosterse cultuur op een voetstuk en wilde ook volgens deze levensovertuiging gaan leven. In 1888 maakte hij zelfs een portret waarop hij zichzelf (met een kaalgeschoren hoofd) afschilderde als zenboeddhist en monnik.





1. 'Mand met sinaasappels', 1888. 2. 'Veld met irissen bij Arles', 1888. 3. 'Besneeuwd landschap met Arles in de achtergrond', 1888. 4. Zaaloverzicht. 5. 'Amandelbloesem', 1890.
Toen Van Gogh begin 1888 naar Arles verhuisde, groeide zijn bewondering bijna uit tot een 'religie'. Tijdens zijn treinreis naar het zuiden keek hij uit het raampje van zijn coupé en zag "of het al Japans was". Hij vond de Provence "even mooi als Japan", zoals hij dat kende van de prenten. "Vanwege de helderheid van de atmosfeer en de vrolijke kleureffecten". 
En hoe sterk die fascinatie ook was, na een jaar verdween Van Goghs liefde voor Japan naar de achtergrond. Zijn bewondering voor het Oosterse en exotische bleef groot, maar zijn eigen pogingen om 'op zijn Japans' verder te werken, taande. Hij vond zichzelf gewoon niet goed genoeg. "Welnu als schilder zal ik nooit iets belangrijks betekenen, dat besef ik ten volle", schreef hij teleurgesteld aan broer Theo. 

Tot zover de 'theorie' achter de tentoonstelling 'Van Gogh & Japan'.
"Leuk museum, als je van Van Gogh houdt". Op deze droge manier beoordeelde een bezoeker het Van Gogh Museum in een recensie op internet. Een waarheid als een koe.
En nu moet je weten dat ik mezelf nooit als een groot Vincent van Gogh-liefhebber heb beschouwd. Ik kende de kunstschilder tot voor kort eigenlijk alleen van zijn tophits en publiekslievelingen als 'De Aardappeleters', alle door hem geschilderde zonnebloemen (5 stuks) en zijn zelfportretten (en natuurlijk van de tv-serie van Jeroen Krabbé), maar van die schilderijen werd én word ik niet echt warm van binnen.
Door een expositie als Van Gogh & Japan én de bijbehorende uitleg (en de catalogus) gaat zijn werk voor mij steeds meer leven en weet ik dat zijn oeuvre uit veel meer bestaat dan uit de bovenstaande crowd pleasers.
De enige conclusie die ik daarom kan trekken is: ik ben om!



1. 'Vissersboten op het strand' en 3. 'Zeegezicht' bij Les Saintes-Maries-de-la-Mer, 1988. 2. Zelfportret als schilder', 1887-1888. 
Tegelijkertijd met Van Gogh & Japan is er in Den Haag de tentoonstelling 'Mesdag & Japan' (het Verre Oosten verzameld) te zien. Niet toevallig, want het Van Gogh Museum beheert sinds 1991 de Mesdag Collectie. In deze tijdelijke expositie zie je de Japanse toegepaste kunst die Hendrik Willem Mesdag rond de opening van zijn museum in 1887 verzamelde. 

Nog meer Japan

De collectie bestaat uit meer dan honderd objecten, variërend van Samoerai-zwaarden tot Satsuma-vazen. Mesdag & Japan is te zien in Den Haag tot en met 17 juni aanstaande.


-X-


Het Van Gogh Museum verwacht topdrukte (en dan niet alleen in verband met de vele Japanse toeristen die de tentoonstelling zullen bezoeken). Dus alle reden - nu meer dan ooit - om je entreekaarten vooraf via de website te bestellen.


Prenten uit Van Gogh's collectie.

"Ik benijd de Japanners om die enorme helderheid die alle dingen bij hen hebben. Hun werk is even gemakkelijk als ademhalen en zij maken een figuur in enkele trefzekere lijnen met hetzelfde gemak, alsof het even simpel is als het dichtknopen van je vest."
Vincent van Gogh in een brief aan zijn broer Theo (1888).

Tekst en (iPhone) foto's: ©www.agreylady.nl (tenzij anders vermeld)

Over de kunst van voedsel: We are food in Museum Jan Cunen

17 maart 2018
Het pruttelt en kookt in Noord-Brabant en dat zit zo. Dit jaar heeft de provincie zichzelf uitgeroepen tot 'European Region of Gastronomy 2018' met de bedoeling "een impuls te geven aan de Brabantse expertise en het aanbod op het gebied van food." En dat is dus wat je hoort borrelen en bruisen: allemaal 'genietmomenten' tijdens de vele gastro-gerelateerde evenementen op de Brabantse voedselagenda.

Ook Museum Jan Cunen, gehuisvest in de kapitale stadsvilla 'Constance' in Oss, draagt een steentje bij aan het feestgedruis, want daar kun je watertanden bij de expositie 'We are food - over de kunst van voedsel'.
Wat ligt er zoal op ons bordje?



1. Kees de Kort, 'Grensverleggend gebaar', 1983. 2. Prominent in de tentoonstelling 'Bacon and Eggs' van Daan de Boer, 2012. 3. 'Aardbeien II', Wijnand Warendorf, 2012.
Heel hip & happening, alles wat te maken heeft met - al dan niet healthy - food. Denk maar aan de superfood-hype, foodfestivals zoals 'Rollende Keukens', de opkomst van bepaalde diëten zoals Paleo en Pioppi en het succes van programma's als (kijkcijferhit) 'Heel Holland Bakt' en de ontwapenende Yvette van Boven met haar schattige Jack Russel Marie.
Na de vergeten groenten zijn avocado's, zeewier en bloemkoolrijst op dit moment hele populaire producten en menigeen is tegenwoordig raw, veganist, vegetariër of op zijn minst flexitariër. Men eet niet uit pakjes, geen toegevoegde suikers, koolhydraten of gluten (en daar weet ik alles van, want mijn nageslacht heeft ook nogal wat voedsel-pretenties door principes en/of vermeende allergieën) :-)
Daarnaast is er volop aandacht voor de andere kant, de zorgelijke kant rondom voedsel. Onderwerpen als voedselkwaliteit en -verspilling, overconsumptie en de bio-industrie halen bijna dagelijks het nieuws.

Eten wat de pot schaft en gebakken peren

En nu moet je weten dat Noord-Brabant van oudsher een voedselproducerende provincie* is die de laatste jaren niet altijd even positief in het nieuws is geweest. En nee, dan heb ik het niet over de drugscriminaliteit, maar over de hoge vee-dichtheid** en de mega-varkensstallen met de haast onvermijdelijke overlast. Het is dan ook niet gek dat de regio met beide handen een gelegenheid aanpakt om te werken aan een positief imago. Et voila: Brabant celebrates food! tijdens het feestjaar 'European Region of Gastronomy 2018'. Een heel jaar lang wordt Brabant met veel promotie en marketing op de kaart gezet als zijnde de 'agrofood'-provincie van Nederland.

*Met meer dan 110.000 werknemers en ruim 17.000 bedrijven is de agrofoodsector één van de grootste werkgevers van de provincie (Bron GRBN). En een leuk weetje: Oss is dé vleesverwerkende stad in Brabant en de stadsnaam zit - niet voor niks - verstopt in één van Nederlands bekendste voedselmerken: het Engelse woord ox (os) in Unox.
** De provincie heeft twee keer zoveel varkens als mensen.






1. 'Parmavarken met Stressverschijnselen', 1988 van Kees de Kort (net als foto 3 en 5). 2. Catinka Kersten met 'Looks Like I Own You Now', 2012. 3. 'Zonder titel', 1987. 4. Hinke Posthuma, 'Varkentje', 'Tevreden Varkentje', beiden 2012 en 'Varken', 2013. 5. 'Apotheose I en II', 2001.
"Hedendaagse kunstenaars uit binnen- en buitenland, waaronder Marie Cécile Thijs, Tjalf Sparnaay en Itamar Gilboa laten zien hoe mooi, spannend of zelfs opwindend (zie het werk van Stephanie Sarley, red.) ons voedsel kan zijn op schilderijen en foto's, in sieraden en objecten. Kijk op een nieuwe en ongewone manier naar voedsel". Tot zover de uitleg van Museum Jan Cunen bij de tentoonstelling in de mooie, uit 1888 stammende, en oorspronkelijk voor een margarine-fabrikant gebouwde imposante stadsvilla.

Da's een eitje en zien eten doet eten

Goed. Met deze expositie sluit het Osse museum dus uitstekend aan bij het provinciale themajaar en zo'n onderwerp is altijd interessant, heel beeldend en het spreekt iedereen wel aan. Dus genoeg ingrediënten (om maar in stijl te blijven) om deze tentoonstelling tot een succes te maken. 
De exhibitie kent twee delen. Op de bel-etage is het eerste wat opvalt, het uit een particuliere collectie geleende 'Gouden Varken' uit 2000 van Guido Geelen  - met een referentie naar het spaarvarken - (maar niet op de foto) én het immense en intrigerende textiele werk van Daan de Boer. Zijn op een Engels ontbijt gebaseerde 'Bacon and Eggs' (2012) hangt vanaf de zolderetage twee verdiepingen naar beneden en dat werk is daardoor heel prominent aanwezig. En erg indrukwekkend.
Beide werken en de andere schilderijen en objecten op deze etage hebben als onderwerp het varken: hét symbool van de vlees- en vleesverwerkende industrie waar Oss groot van én mee is geworden. 





1. '6 Kweeperen' van Kenne Grégoire, 2017. 2. Installatie en 3. detail van 'Food Chain Project', Itamar Gilboa, 2013-2014. 4. van Wijnand Warendorf 'Stilleven met vissen', 2002. 5. Tjalf Sparnaay met 'Colablikje', 2010.
Een verdieping hoger ziet de bezoeker hoe voedsel, eerlijkheid en esthetiek zich tot elkaar verhouden. Zonder een moment belerend te zijn - in tegendeel zou ik willen zeggen, want er is vrij weinig wat samensteller Feico Hoekstra aan overwegingen en overdenkingen meegeeft - gaat het in dit tweede deel -  in 'je bent wat je eet' - om je eigen waarneming en associaties.

Met je neus in de boter en eieren voor je geld

Er is een grote rol voor hyperrealistisch werk. Je ziet prachtige kunst van fijnschilders als Tjalf Sparnaay* (met vier schilderijen, waaronder het speciaal voor Museum Jan Cunen gemaakte 'gebakken ei'), Wijnand Warendorf en Lorena Kloosterboer. Daarnaast zie je haarscherp fotografisch werk van Marie Cécile Thijs, Inez van Lamsweerde, Cornelie Tollens en Louise te Poele, die in haar geënsceneerde foto's hele vervreemdende combinaties van attributen maakt. 

Boter bij de vis en of je worst lust

Speciale aandacht zou ik willen vragen voor het werk van de Amerikaanse Stephanie Sarley (en hierboven al aangekondigd waar het ging om 'opwindende' kunst). Haar video- en fotowerk is zeer suggestief en zelfs zo beeldend, dat Instagram haar account verwijderde. Want hoe sappig en 'Not Suitable For Work'* is het om een citrusvrucht te bepotelen, ook wel 'vingeren' genoemd? "De verwijdering van foto's uit de serie 'Fruit Fingering' (uit 2016, red.) op social media heeft mijn kunst een extra dimensie gegeven. Het is een vorm van protest geworden: een nieuw soort performance art." Inmiddels heeft de kunstenaar haar pagina weer terug. Kijk maar.

* Tjalf Sparnaay's werk was ook te zien in de mooie tentoonstelling 'hyperrealisme, 50 jaar schilderkunst' (waaronder ook zijn 'gebakken ei'). Mijn weblog over die expositie zie je hier
** (ik moest het even opzoeken...)Deze term wordt vooral gebruikt bij websites naar erotische afbeeldingen, die je alleen privé zou kunnen of mogen bekijken.





1. 'Blood Orange', 2016 van Stephanie Sarley. 2. Theeservies-delen 'Tea Time' van Jorine Oosterhoff (2005). 3. Suzanne Reitsma, foto's uit de serie 'Chewing', 2015-2018. 4. Drie foto's van Marie Cécile Thijs
Ik ben benieuwd of de foto van Stephanie Sarley in dit weblog wordt opgemerkt door de 'internet-social-media-politie'? Hoe dan ook: ga vooral zelf kijken naar de vier foto's van haar hand.
De tentoonstelling is nog tot en met zondag 16 september te zien, dus je hebt nog alle tijd en geen excuus om niet te gaan... :-)
Kijk op www.museumjancunen.nl voor bezoekersinformatie.


-X-




1. It's all in the details: kijk dit voetgangerslicht in Oss. Een koeienkop i.p.v. een mannetje. 2. Stadsvilla 'Constance', alias Museum Jan Cunen.
Tekst en alle (iPhone) foto's: © www.agreylady.nl

Auto Post Signature

Auto Post  Signature