Erwin Olaf met 'Erwin Olaf' in het Gemeentemuseum Den Haag

16 februari 2019
Een tentoonstelling die simpelweg zijn naam draagt: Erwin Olaf (nou ja, officieel heet hij Springveld: Erwin Olaf Springveld). Aankomende juni wordt de bewierookte en inmiddels wereldberoemde fotograaf zestig jaar en dat is reden voor een feestelijke dubbeltentoonstelling in het Gemeentemuseum en het aanpalende Fotomuseum, allebei in Den Haag. (Later dit jaar volgt nog een expositie in het Rijksmuseum). 

Vaak glamorous, altijd gepolijst en soms kinky of edgy foto's. Volledig geënsceneerd en zwaar gefotoshopt, want daar staat Erwin Olaf om bekend. Afgelopen donderdag stond ik tijdens de persconferentie oog in oog met deze vriendelijke en (ook niet onbelangrijk... ;-) aantrekkelijke verschijning. Soms ook wat verlegen en ietwat stoethaspelend, maar de ontmoeting was een uitermate prettige ervaring, kan ik je vertellen.

Nog enigszins onder de indruk maakte ik het navolgende (beeld-)verslag van mijn bezoek aan de beide tentoonstellingen.



1. Drieluik 'self-portrait 50 years: I wish, I am, I will be', 2009. 2. Drie foto's uit de nieuwste serie 'Palm Springs', 2018. 3. 'American Dream, self-portrait with Alex', 2018.
Met wie hebben we hier van doen? Erwin Olaf werd (bijna) zestig jaar geleden geboren in Hilversum en tijdens zijn studie aan de School voor Journalistiek in Utrecht eind jaren zeventig maakte hij zijn eerste fotoserie. De opdracht was om een werkstuk in te leveren met als thema 'Wat is normaal?': een vraagstuk dat leitmotiv zou worden in Olaf's gehele verdere loopbaan.
Om te voldoen aan dit schoolproject toog de fotograaf in spe naar de omstreden inrichting voor verstandelijk gehandicapten, genaamd 'Dennendal' (toentertijd in het nieuws als 'de Dennendal-affaire') en aanvankelijk richtte hij zich dan ook op de zogenaamde documentaire fotografie, met beeldverslagen van actiegroepen en protestbewegingen. En ook die politieke en sociale betrokkenheid blijkt een terugkerend topic in zijn werk (in de expo 'visueel activisme' genoemd).
Het museum noemt Olaf een 'boze provocateur', de kunstenaar zelf zegt: "in wezen ben ik een kwaaie krantenlezer."

kwaaie krantenlezer 

Vanaf de jaren tachtig gaat Olaf steeds autonomer werken. Hij maakt serie na serie. Ik noem er een paar: 'Ladies' Hats' (1985-94), 'Chessmen' (1987-88), 'SM in Holland' (1989), 'Blacks' (1990), 'Bořek Šípek' (1991), 'Rain' (2004), 'Hope' (2005), 'Grief' (2007), 'Fall' (2008), 'Dusk' (2009), 'Dawn' (2010), 'Hotel' (2010), 'Berlin' (2012) and so on, and so on...
Daarnaast verschenen er evenzovele (koffietafel) fotoboeken van zijn hand, minstens dertien volgens Wikipedia

lichaamstaal als choreografie

Volgens allerlei bronnen was Erwin Olaf in de jaren tachtig en negentig (nog) "doelbewust uit op effect en het choqueren" met beelden waarin "extremen in uiterlijk en identiteit de boventoon voeren. Ze tonen een exuberante, gestileerde en provocerende wereld. Glimmende lijven, naakte lichamen in al hun glorie en vastgebonden handen en voeten. Macht en seks zijn terugkerende thema’s."
En ja, zijn series als 'Squares', Chessmen' en 'SM in Holland' deden veel stof opwaaien en ook de homo-erotische naaktportretten - de fotograaf ging/gaat zelf soms ook uit de kleren - werden als choquerend ervaren.
In deze series portretteerde hij scènes van (half) naakte oudere mensen, mannen met erecties, kleine mensen en extreem dikke, naakte vrouwen, soms in bondage-kleding. Het meest spraakmakende was zijn eerste 'selfie' in 1985: het zwart/witte portret met klodders sperma op zijn gezicht.





  
Een serie met vroeg werk van Olaf: 1. twee foto's gemaakt in Dennendal, 1978. 2. Bij de entree een blow up van 'Squares, Pearls', 1986. 3. (Links:) 'Getting close, self-portrait with Teun', 1985 en (rechts:) 'Getting close again, selfportrait with Teun', 2018. 4. Zeven foto's uit de 'Ladies' Hats'-serie, 1985-94. 5. Vier foto's uit de 'Squares'-serie, 1983-93. 6. 'II', 1989 (uit de serie 'SM in Holland').
Hierboven zie je een blokje 'vroege foto's' en allemaal in zwart/wit. Deze beelden zijn te zien in het Fotomuseum. Erwin Olaf wilde (bij beide presentaties) per se witte wanden, waar zijn werk - naar eigen zeggen - het beste op uitkomt. "Zo hoort het ook" volgens Olaf, want hij weet niet beter: "in een museum zijn de muren wit!" Hij zag het voor zich als een visioen, "als ik ooit in een museum kom te hangen, dan moet het wit zijn." En zo geschiedde. 
Behalve in de 'helden-galerij'. Voor deze aparte ruime - "met op de wanden het roze van de Maja poederdoos van mijn moeder" - selecteerde Erwin Olaf twintig historische foto's van beroemde voorgangers. Het zijn werken die hem inspireerde als fotograaf. Je zie er iconisch werk van mensen als Man Ray, Horst P. Horst, Bernard Faucon en Robert Mapplethorpe.
Vooral in de opstelling in het Fotomuseum* zie je de liefde voor het ambachtelijke en "de transitie die hij doormaakte van analoog werkende fotojournalist naar digitale beeldmaker en verhalenverteller."
* Bij dit deel van de expositie is ook een door de fotograaf ingesproken audio-tour beschikbaar.

'Zelfportretten moeten iets communiceren wat diep uit jezelf komt. Je moet je kwetsbaar maken, anders wordt het ijdel'*

* Deze uitspraak is afkomstig uit een interview in het NRC, waarin de fotograaf heel boeiend vertelt over zijn (soms naakte) zelfportretten.

Vervolgens gaan we verder in het naastgelegen Gemeentemuseum, waar je het glossy werk van Olaf vanaf 2000 onder ogen krijgt. En hoewel de fotograaf ook 'op bestelling' heeft gewerkt (denk aan merken als Diesel, Moooi, Lavazza, Indochine en ook het Rijksmuseum) hangt er in de vertoning slechts één serie gemaakt in opdracht. Maar dan wel gelijk een eervolle, namelijk die van het koninklijk huis.

koningsgezind 

Verleden jaar werd Olaf door de Rijksvoorlichtingsdienst gevraagd om het staatsieportret van onze vorst en vorstin te maken. En passant mocht hij toen ook de koninklijke familie in een meer ongedwongen pose fotograferen. En ja, één van die beelden is bekend geworden als de (informele) kerstgroet van het Oranje-gezin.






1. t/m 3. 'The Royals', de koning, koningin en hun kinderen in 2018. 4. Uit de serie 'Berlin': 'Portrait 13', 2012. 5. (Links:) 'The Boxing School' en (rechts:) 'The Kitchen', beiden uit de serie 'Hope' uit 2005. 6. (Links:) 'Self-portrait, No. 1, 48 years old' en (rechts:) 'Self-portrait, No. 4, 48 years old, beiden uit 2007.
"Ik ben trots op het koningshuis, omdat het een verbindend element is binnen een af en toe zeer verdeelde democratie." Een fotografeer-sessie in het Paleis op de Dam had "iets magisch", maar meer wil de fotograaf er niet over kwijt. "Ik heb - net als een dokter - ook een beroepsgeheim."

Olaf spreekt met veel waardering over de hoofdpersonen in zijn foto's, wie het ook zijn. De kunstenaar zegt hierover: met dit zelfportret ('Cum', 1985) "wilde ik voelen hoe het is om zelf voor de camera te staan. Ik had toen al aardig wat mensen gevraagd om zich voor mijn camera bloot te geven, ook letterlijk. Om aan mijn modellen te tonen dat ik one of the guys was, poseerde ik dus zelf.
De modellen - tijdens de persconferentie bekende Olaf dat hij liever spreekt van 'acteurs', want de benaming 'modellen' zou hen geen recht doen - worden door de fotograaf dan ook met veel respect en egards behandeld. Hij weet maar al te goed: het vergt moed om voor zijn camera te staan.
Alle foto's zijn geënsceneerd en alles is decor, ook de ruimten waarin de shoots plaatsvinden. Olaf is in die setting als de regisseur op zijn eigen filmset, met het eindproduct van soms maar één foto.

"Wat ik het liefst wil laten zien, is een perfecte wereld met een barst erin. Ik wil het beeld verleidelijk genoeg maken om mensen mijn verhalen in te trekken, en dan een klap uitdelen."

In het Gemeentemuseum zie je (dus) het vrije werk van Olaf vanaf 2000 tot en met de allernieuwste series, zoals zijn project in Shanghai (2017) en zijn meest recente en nog niet eerder vertoonde reeks  Palm Springs (2018). Hier toont Olaf zijn fotografie als installaties, in combinatie met film, geluid en sculptuur.




1. 'Portrait 08', 2012 uit de serie Berlin. 2. 'Köln, eine armlänge abstand', 2016-2019 uit de serie Skin Deep. 3. Zaaloverzicht. 4. (Links:) 'Fu 1088, the mother' en (rechts:) "Fu 1088, the father', beiden 2017 uit de Shanghai-serie.
Persoonlijk ben ik erg onder de indruk van de zelfportretten (het is immers een mooi mens) en dan met name de serie van drie foto's genaamd 'self-portrait 50 years: I wish, I am, I will be' uit 2009, de allereerste foto van dit artikel.
(Van links naar rechts) zie je de fotograaf zoals hij zichzelf zou willen zien, zoals hij toen echt was én zoals hij er naar verwachting uit zal gaan zien.
"Mijn longemfyseem was het uitgangspunt voor deze reeks. Voor de laatste foto had ik mijn vader als uitgangspunt genomen – dezelfde onzekere grote ogen en de mond open. Ik lijk fysiek misschien nog op de middelste man, maar ik voel me soms als op de laatste foto*."
(Dit wetende, verklaart het, waarom de fotograaf in interviews soms zo hijgend en piepend praat).
 * ook uit het NRC interview.

Je begrijpt: ik zeg go, go, go! En dan naar beide musea, want alleen dán krijg je het chronologische overzicht van (bijna) 40 jaar passievol fotograferen.
Bezoekersinformatie op de website van het Gemeentemuseum én het Fotomuseum (naast elkaar) in Den Haag. 
Ps: Erwin Olaf wordt in Nederland vertegenwoordigd door Flatland Gallery in Amsterdam.

-X-


Dan iets heel anders.... 
Ook deze week geopend: Alle Rembrandts in het Rijksmuseum. Stay tuned voor mijn verslag!


1. Moi voor 'American Dream, portrait of Alex', 2018 uit de Palm Springs-serie. Foto: www.daringinitiatives.com.
2. Fotomuseum Den Haag.
Tekst en alle (iPhone)foto's: ©MiriamvanderMeer | www.agreylady.nl (behalve de foto hierboven).

Auto Post Signature

Auto Post  Signature