Je reinste sterrenparade bij 'Hallo World' in Museum Hamburger Bahnhof

28 juni 2018
Je ziet louter top of the bill kunstenaars in het mooie Museum Hamburger Bahnhof in Berlijn. Ik noem een Warhol (naar verluidt meer dan zestig stuks :-), 'n Kiefer, 'n KoonsHaringNewman, McCarthy en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Pure 'name dropping.
Toch heeft dit Berlijnse museum veel meer te bieden dan 'slechts' deze voortreffelijke, maar doorgaans makkelijk te behappen kunstenaars. Want alleen al voor de creatieve collectie-selectie is deze 'galerie' voor hedendaagse kunst een must see en zou het hoog op je to do list moeten staan bij je eerstvolgende stedentripje naar de Duitse hoofdstad. En ja, ik weet het: dit museum moet concurreren met een heleboel andere interessante bezienswaardigheden. (Ik heb mij laten vertellen dat Berlijn 180 musea en vaste expositie-ruimtes heeft). Maar toch...

Kijk en lees wat dit museum in het voormalig treinstation zo bijzonder maakt.
Viel Spaß beim Lesen!



1. Andy Warhol, 'Mao', 1973. 2. Robert Indiana, 'Imperial Love', 1966-2006. 3. Goshka Macuga, 'Pavilion for International Institute of Intellectual Co-operation', 2016. Het 'Spandoek' is van Mladen Stilinovic, 'An Artist Who Cannot Speak English Is No Artist', 1992.
Het begint al goed als je het museum benadert: op het voorplein staat een van die bekende 'one-word-poem'-PopArt-werken van Robert Indiana, namelijk het cortenstalen sculptuur 'Imperial Love', 1966-2006. (Verdrietig genoeg overleed Indiana op 19 mei jl. op 89-jarige leeftijd). 
Eenmaal langs het entreegebied van het voormalige treinknooppunt en station - dat maar heel kort als zodanig dienst heeft gedaan - sta je in een grote, lichte hal die fungeert als centrale ruimte en die leidt naar alle andere delen van het gebouw. In totaal is er een tentoonstellingsoppervlak van ongeveer 10.000 m², met een internationale 'sterrenparade' van kunst vanaf the sixties.

Museum Hamburger Bahnhof is onderdeel van de Staatliche Museen zu Berlin. Deze 'nationale musea in Berlijn' zijn een 'keten' van 17 kunstinstituten (musea en onderzoekslocaties) die worden gefinancierd door de Duitse overheid en de deelstaten. Ieder voor zich zijn de dependances heel divers en hebben zij hun eigen specialisatie. Voor het gemak én de leesbaarheid beperk ik mij hier tot de zes belangrijkste moderne en hedendaagse kunst-, design- en fotografie-huizen, met een kort-door-de-bocht beschrijving van hun collectie.
  • Alte Nationalgalerie: kunst van de negentiende eeuw (zoals Romantiek en Impressionisme);
  • Neue Nationalgalerie: is gehuisvest in een gebouw uit 1968 ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe. Het museum is momenteel in verband met een renovatie gesloten. Je ziet er kunst van de twintigste eeuw (van klassiek modern tot de zestiger jaren). Een deel van de collectie is tijdelijk te zien in Museum Hamburger Bahnhof; 
  • Museum Berggruen: In dit museum zie je twee collecties. 1. Heinz Berggruen: een kunstverzameling met werken van Pablo Picasso en andere klassiek-moderne kunstenaars en 2. Sammlung Scharf-Gerstenberg: een collectie surrealistische kunst;
  • Museum für Fotografie, dat spreekt voor zich;
  • in het Kunstgewerbemuseum (Museum of Decorative Arts) zie je design|toegepaste kunst door de eeuwen heen, en tenslotte natuurlijk het onderhavige
  • Hamburger Bahnhof - Museum für Gegenwart: hedendaagse kunst van na 1960. 




In de centrale hal is ruimte voor immense én kleinere installaties: 1. en 5. Duane Hanson, 'Policeman and Rioter', 1967. 2. António Ole, 'Margem da Zona Limite or Township Wall', 2001/18. 3. Marjetica Potrč, 'Caracas: Growing Houses', 2012. 4. Nam June Paik, 'I Never Read Wittgenstein (I Never Understood Wittgenstein), 1997.
Goed. En nu - selbstverständlich - verder met de collectie van het Hamburger Bahnhof, want voor dit kunsthuis wilde ik immers een lans breken.
Het instituut toont belangrijke figuren en bewegingen in de kunst sinds 1960 (en gaat dus verder waar de Neue Nationalgalerie stopt). En ondanks de opvallende ruimtelijkheid van het gebouw*, is het onmogelijk om de hele collectie tegelijk te tonen. In plaats daarvan wordt de schilderkunst, de beeldhouwwerken, de fotografie, installaties en multimedia-concepten in de collectie in wisselende thematische presentaties getoond.
* En let op: er is een vleugel in het museum - de zogenaamde 'Rieckhallen' - die je maar al te makkelijk over het hoofd ziet. Vraag bij de balie een plattegrond, zodat je deze mooie industriële museumzalen aan een hele lange gang niet mist.

Name dropping

Een deel van die vaste collectie bestaat overigens uit een permanente bruikleen van kunstwerken van verzamelaar Erich Marx (Zwitserland, 1921), jurist en vastgoed-magnaat. Van zijn fortuin kocht Marx sinds 1975 hedendaagse kunst, zoals werken van Beuys, Warhol, Kiefer en een heleboel andere moderne meesters.
En om maar even een voorbeeld te geven: Marx betaalde voor Joseph Beuys' installatie 'Das Kapital Raum 1970-1977' (1980) en nu te zien in het museum, tientallen miljoenen euro's. Maar dan heb je ook wat: zeer uiteenlopende objecten - alles zwart - een vleugel waar een bijl tegenaan leunt, ouderwetse filmapparaten, bandrecorders, een zinken teil en gieter en een heleboel schoolborden met krijttekeningen en teksten die metershoog op de achtergrond hangen. 
Er is sowieso veel werk te zien van de in 1986 overleden Duitse kunstenaar. Vier of vijf (daar wil ik vanaf wezen) van zijn 'landschappelijke' installaties beslaan evenzovele zalen in het Berlijnse museum.  





1. en 2. Joseph Beuys, resp. 'Das Kapital Raum 1970-1977', 1980 en 'Das Ende des 20. Jahrhunderts', 1982-83. 3. Walter Dahn, 'Selbstportrait als Chinesischer Afrikaner', 1984. 4. Hans-Peter Feldmann, 'Nofretete', 2012. 5. Zaaloverzicht met op de voorgrond: Robert Indiana, 'KvF', 1991.
Sinds afgelopen april heeft het museum een deel van collectie samengebracht onder de noemer 'Hello World, Revision einer Sammlung'. Het museum zegt daarover: "deze herziening van de verzameling is een kritisch onderzoek naar de collectie en haar overwegend Westerse focus". En zo'n heroriëntering van de art scene op het eigen verzamel-beleid zie je momenteel op het hele Westerse halfrond plaatsvinden. Heel veel musea houden zich bezig met de vraag hoe de collectie er vandaag de dag uit zou zien, als er meer oog zou zijn geweest voor de kunstuitingen in de ons omringende (en zogenaamde) 2e en 3e wereld?

"Hello World legt de nadruk op trans-nationale artistieke netwerken en cross-culturele verwikkelingen vanaf het einde van de 19e eeuw tot heden". Concreet betekent dit, dat het museum tot eind augustus is ingericht met een tiental thematische hoofdstukken. Je ziet er presentaties met titels als "Woher kommen wir?", "Die tragbare Heimat" en "Ein Paradies erfinden": allemaal met een eigen concept. Maar je begrijpt, het voert hier te ver om hier uitgebreid op in te gaan. 

In de centrale hal zie je grote én kleinere sculpturen en installaties (onder de naam "Agora"). Zoals gezegd is Joseph Beuys heel prominent aanwezig. Op de eerste etage zie je een  grote presentatie met alleen figuratieve beelden (prachtige sculpturen, bustes en torso's van mensen als Rudolf Belling, Hans Arp, Asger Jorn, Picasso, maar ook Paul McCarthy en ga zo maar door).
In "Rot, Gelb und Blau gehen um die Welt" zie je een expositie met een Nederlands tintje. Daar hangt Barnett Newman's 'Who's Afraid of Red, Yellow and Blue IV' (1969-1970)*, waarin de Amerikaanse kunstenaar reflecteert op 'onze' Piet Mondriaan

#kunstweetje: Barnett Newman maakte vier versies van 'Who's Afraid of Red, Yellow and Blue":
I is in privé-bezit; 
II is van de Staatsgalerie Stuttgart;
III is van het Stedelijk Museum Amsterdam en
IV hangt (dus) in Museum Hamburger Bahnhof.
Versie III en IV zijn ooit gevandaliseerd (zoals wij Nederlanders maar al te goed weten...).   






1. Andy Warhol, 'Hammer and Sickle', 1976. 2. David Bradley, 'Pueblo Feast Day', 2005. 3. Andy Warhol, 'Joseph Beuys', 1980. 4. Andy Warhol, 'Double Elvis', 1963. 5. Groot 'masker' van Keith Haring, 'Untitled', 1987. 6. Lyonel Feininger, 'Teltow II', 1918 (Collectie Neue Nationalgalerie). 

Ik hoop dat ik je een beetje lekker heb kunnen maken voor de mooie kunst in Museum Hamburger BahnhofZodra je een mogelijkheid hebt, raad ik je aan vooral zelf te gaan kijken!
En tot die tijd? 'Kwijlen' bij de foto's.... :-)

Berlin: die stadt die nimmer ist, aber immer wird. Een mooie omschrijving voor een stad die altijd in beweging is. Berlijn verandert constant. Geen mooie stad, wel oprecht en met heel veel geschiedenis. Een 'ingewikkelde' stad, maar wel straight.


-X-


Ik wil je nog even wijzen op het eerste deel van mijn verslag over mijn kunstreisje naar Berlijn. Want Sammlung Boros is ook een grote aanrader...


Barnett Newman, 'Who's Afraid of Red, Yellow and Blue IV' (1969-1970).
Tekst en alle (iPhone) foto's: © Miriam van der Meer (behalve deze hierboven... :-)

'Woekeren' met ruimte: Eduardo Chillida in de museumtuinen van het Rijksmuseum

24 juni 2018
Tijd, ruimte, leegte en stilte zijn belangrijke thema's in het monumentale werk van kunstenaar Eduardo Chillida. Met het lijnenspel van de tonnen wegende*, massieve, vaak stalen objecten, "beperkt Chillida de ruimte waarbinnen hij tijd en stilte wil vangen, of verbreedt hij de grenzen van de leegte". "Zonder leegte is er niets", aldus Chillida.
(en één van de sculpturen weegt zelfs 66 ton en daarvoor moest er een speciale fundering gelegd worden. Met recht een 'sterk staaltje')

Het bovenstaande klinkt nogal cryptisch, dus een vertaling is op zijn plaats (kunst hoeft immers niet elitair te zijn). In dit verslag zal ik een poging wagen het mooie werk van de sculpturist te verklaren. Hieronder volgt een (beeld-)reportage vanuit de mooie tuinen van het Rijksmuseum, alwaar afgelopen week de beeldententoonstelling opende met negen sculpturen van de ambachtelijke werkende, in 2002 overleden Spaans-Baskische kunstenaar. 
Kijk je mee?



1. Eduardo Chillida with 'Homenaje a Calder', 1979. Placido Arango Collection, foto Claude Gaspari. 2. 'Consejo al Espacio IX', 2000. 3. 'Mesa de Omar Khayyâm III', 1983.
Leuk weetje is dat Eduardo Chillida, (San Sebastian, Spanje, 1924-2002) aanvankelijk zijn loopbaan startte als prof-voetballer - hij was keeper bij de voetbalclub Real Sociedad - maar hij moest wegens een blessure noodgedwongen een carrière-switch maken. En dat werd het kunstenaarschap.
Chillida (of, zoals in het Baskisch Txillida) koos voor beeldhouwen omdat hij gefascineerd was geraakt door de Griekse sculpturen in het Louvre in Parijs, waar hij toentertijd tekenlessen volgde. Hij maakte in eerste instantie torso's en bustes in gips en terracotta, maar later - bij terugkeer naar zijn geboortegrond - begon hij te werken met staal en werden zijn sculpturen abstract. "Zo kon hij het donkere licht van zijn geliefde Baskenland vatten".

Om in staat te zijn de stalen constructies te maken die hij voor ogen had, moest - maar vooral wílde Chillida het ambachtelijke smeden leren. En daarvoor ging hij in de leer bij een lokale smid en bij industriële smederijen langs de Baskische kust, waardoor hij zich ontwikkelde tot een vakbekwaam en kundig smeder.
Internationale bekendheid en erkenning kreeg Chillida met zijn werken die op de Biënnale van Venetië in 1958 werden tentoongesteld. Tijdens die kunstmanifestatie won hij de Grote Prijs in de categorie sculpturen.




1. 'Stéle voor Millares', 1972. 2. 'Boog van de Vrijheid', 1993. 3. 'Diep is de Lucht', 1998. 4. Hommage aan Balenciaga', 1990.
Chillida werd geïnspireerd door het - door hem zo geliefde, ruige, weidse Baskische landschap en vooral door de rotsige kuststrook in de buurt van zijn geboortestad. Die begeestering vertaalde zich ook in zijn werk: hij smeedde monumentale abstracte, geometrische en kromlijnige vormen in cortenstaal, wat ook zo mooi verroest. En verankerd aan de rotsen bij de Noord-Spaanse havensteden als Gijón en San Sebastian staan enkele van die roestbruine kunstwerken.

De kunstenaar speelde met de elementen. Zijn belangrijkste sculpturen staan in de openbare ruimte en die beelden verweren door de wind, regen, de zon en het zeezout. Er is altijd een wisselwerking tussen de standplaats of de omgeving waar het kunstwerk staat, de mens die zich een beeld vormt én het sculptuur zelf. Kunstwerken doen 'iets' op de plek waar ze zich bevinden én andersom: de omgeving heeft invloed op de manier hoe je een sculptuur beleeft.
Dus het maakt nogal een verschil of een sculptuur hangt aan een klif boven een onstuimige zee of dat het staat in een museumtuin omgeven door allerlei grootsteedse drukte... 

aaien mag, graag zelfs

En je moet het maar zo zien: het is met een beeldhouwwerk soms net als bij mensen. Sommige personen nemen nu eenmaal veel ruimte in beslag (die zijn prominent aanwezig), terwijl anderen juist 'in het niet vallen'. Hetzelfde geldt voor zwaarte en lichtheid. Sommige werken zijn zwaar en 'trekken je naar beneden', andere objecten zijn zo gecreëerd dat ze lijken te zweven.

Als voorbeeld: een heel andere omgeving dan de Rijksmuseumtuinen.  'Pleine del Viento XV ',  1976 © Zabalaga – Leku, Adagp, Paris, 2018 © photo Archives Eduardo Chillida.



1. .' Windkam' ('Peine de Viento'), 1999. 2. en 3. Aaien mag: graag zelfs. 4. 'Homenaje a (Hommage aan) Calder', 1979.
In deze tentoonstelling 'Chillida in de Rijksmuseumtuinen' zie je een verzameling van acht monumentale sculpturen in de buitenruimte en in de entree/centrale hal van het museum hangt 'Hommage aan Calder' uit 1979. Het zijn kunstwerken uit verschillende periodes, die exemplarisch zijn voor de kunstenaars' ideeën over volheid en leegte, interieur en exterieur, zwaartekracht en balans
De beelden zijn afkomstig uit diverse collecties, waaronder vier exemplaren uit die van (top end) Galerie Ordovas in Londen.


-X- 


De tuinen van het Rijksmuseum zijn (tijdens de openingsuren) vrij en gratis toegankelijk.

De press-preview afgelopen donderdag (21/6): vlnr Taco Dibbits, hoofd-directeur Rijksmuseum, Ignacio Chillida, zoon van en mede-beheerder Chillida Foundation en Alfred Pacquement, gast-conservator (en voormalig directeur van Centre Pompidou, Parijs).
Tekst en alle (iPhone)foto's: © Miriam van der Meer, tenzij anders vermeld.

Sammlung Boros en meer: op strooptocht door kunstzinnig en 'bonkig' Berlijn

20 juni 2018
Ga je mee op een creatieve stadssafari door de eigenzinnige hoofdstad van de Bundesrepublik Deutschland? Laat je inspireren door de liberale zeitgeist in de ruige en onaangeharkte metropool. Het voormalig moeras aan de Spree (Berlijn komt van het Slavische woord 'berl', dat moeras betekent) is ruim, groots én alternatief. En in tegenstelling tot Amsterdam - 'lief Amsterdam' - is Berlijn nogal bonkig. Primitief bijna, want het durft lelijk en nonchalant te zijn.
Al te meer reden voor een hernieuwde kennismaking. Na vijf jaar is het de hoogste tijd om terug te gaan voor een bezoek aan de Berlinischer Galerie, de (hippe) Sammlung Boros en Museum Hamburger Bahnhof. En en passant pikt je tijdens zo'n rondgang door de stad als vanzelf nog volop Street Art mee. Maar daar moet je dan wel van houden, natuurlijk.

Oké. Trek de wandelschoenen maar aan en follow the leader.




1. Katja Novitskova, Sammlung Boros, foto: © NOSHE. 2. Een deel van de installatie van Emilio Vedova, 'Absurd Berlin Diary '64'. 3. (Waar ik niet naar toe ging.....) het Trabant Museum (#touristcliché).
De afstanden zijn groot en alles is er ruim: niets is benepen. Om je van A naar B te verplaatsen is een tageskarte voor het openbaar vervoer (een BVG-dagkaart voor de U-bahn, bus en tram kost € 7) haast een vereiste of een huurfiets is ook een goede optie.
Berlijn is ook de hoofdstad van het recente verleden: overal nog zichtbaar, voelbaar en pijnlijk soms. Verbazingwekkend hoeveel 'Berlijnse Muur-memorabilia' je nog overal om je heen ziet. Ook de bouwkunst is een verwarrende mengelmoes van statige oude gebouwen uit allerlei stijlperiodes én afgebladderde DDR appartementsblokken. En wat ik zeker niet had verwacht: Berlijn blijkt ook een van de groenste steden van Europa: 22% van de stad bestaat uit 'natuur', vaak in de vorm van - nogal rommelige - stadsparken. 

kunstschau Berlin

Goed. Over naar de kunst. We beginnen de kunstroute in de Berlinische Galerie. Dit museum is één van de nieuwste kunsthuizen in de stad en het verzamelt kunst gemaakt in Berlijn van 1880 tot op heden, "waarbij een lokale focus wordt gecombineerd met een internationale uitstraling" (aldus de wervende folder). Opgericht in 1975, opende dit museum van de staat Berlijn in 2004 zijn eigen onderkomen in een gerenoveerd industrieel gebouw, waar vooral de markante, kruiselings geplaatste trap in het oog springt.







1. Casten Nicolai, installatie 'Tele', 2018. 2. Arthur Segal, 'Helgoland', 1923.3. en 4. Twee detailfoto's van 'The Art Show' van Edward Kienholz en Nancy Reddin Kienholz, 1963-1977. 5. De trapconstructie in het midden van het museum. 6. Lotte Laserstein, 'Selbstporträt im Atelier Friedrichsruher Strasse', 1927. 7. Sculptuur van Rudolf Belling, 'Erotik', 1920.
En als ik mijn mening zou moeten geven over dit kunsthuis en wat ik er zag, dan is mijn eindconclusie: heel degelijk. Het museum heeft een 'huiscollectie' dat focust op kunstenaars die in Berlijn werkten tussen het einde van de 19e eeuw tot heden. Dat lijkt én is misschien wat 'smal', maar de kwaliteit van het getoonde is hoog. Wat ik miste was enthousiasme, lef en 'bezieling', maar dat zal vooral aan mij hebben gelegen. Ik zeg dan ook: vel vooral zelf je oordeel en ga kijken. Als je van Duitse moderne kunst houdt, eigenlijk een must.

de Boros verzameling

Van een andere orde is de (hippe) Sammlung Boros. Oké, daar gaan we, want nu volgt een succes story waar de honden geen brood van lusten (en een roddelblad is er niets bij).
Stel je ben Pool van geboorte en je vlucht met je familie voor het communistische regime naar West-Duitsland. Daar haal je een master in communication design (met een scriptie over de 'bad guys and bad girls' in James Bond films). Vervolgens richt je een eigen reclamebureau op en je wordt daarmee heel succesvol en dientengevolge heeééél rijk. What to do? Nou, je gaat hedendaagse kunst verzamelen. Zo simpel is het.
En dat is precies wat Christian Boros (Zabrze, Polen, 1964) deed, met als gevolg dat Boros sinds 2006 opgenomen is in de ARTnews-lijst van de 200 grootste kunstverzamelaars in de wereld.
Ja? En dan? Want wat moet je daarmee als je niet genoeg muren hebt om al die kunst op te hangen?




1. Yngve Holen, foto: © NOSHE. 2. Yngve Holen, foto: © NOSHE. 3. Avery Singer, foto: © NOSHE. 4. Christian en Karen Boros, foto: © Wolfgang Stahr.
In 2003 kochten Boros en zijn vrouw* een voormalige (Reichsbahn-)bunker uit de Tweede Wereldoorlog (die in 1943 werd gebouwd in opdracht van Adolf Hitler) en die ook na de oorlog in de DDR-tijd een bonte en rijke historie kende (als bananenopslag en later als een fetish nachtclub met de dubieuze reputatie van de 'meest hardcore-club ter wereld', met technomuziek, 7 dark rooms en veelvuldige SM raves en seksfeesten). De verbouwing duurde alles bij elkaar zo'n 5 jaar (en het waarom wordt duidelijk tijdens de rondgang door het gebouw, want dan zie je de metersdikke, gewapend betonnen muren en dat soort bouwkundige obstakels). 

In 2008 opende de Sammlung Boros haar (ijzeren) deuren en zie je - op afspraak - wisselende tentoonstellingen met werk uit de eigen collectie. En om er maar een paar te noemen: Danh Vo, Elizabeth Peyton, Wolfgang Tillmans, Ai Weiwei, Thomas Ruff, Klara Lidén, Anselm Reyle, Tobias Rehberger en Olafur Eliasson (Bron: Wikipedia). 

Zoals gezegd is toegang tot de bunker alleen mogelijk op afspraak en dan krijg je (voor je € 14,00 p.p.) een Duits- of Engelstalige rondleiding van zo'n anderhalf uur (in een groepje van ongeveer 12 'man'). En let op: reserveer tijdig, want het tijdslot zit vaak al twee maanden van tevoren volgeboekt.
Je mag absoluut niet fotograferen (vandaar een paar persfoto's) en niet op eigen houtje ronddwalen langs alle schilderijen, objecten en installaties in het razend spannende en industriële gebouw (die kleine raampjes in het kolos zijn bijvoorbeeld fake - er komt in de bunker geen daglicht binnen - die venstertjes waren alleen bedoeld om te maskeren dat het hier een bunker betrof).

* Geinig weetje: hieronder een foto van de bunker. En zie je de glazen opbouw met dakterras (mét onzichtbaar zwembad)? Daar woont Christian Boros met zijn gezin 'bovenop' zijn eigen huiscollectie. Op de website Freunden von Freunden lees je een interview met Boros, maar jammer genoeg geen foto's van deze geweldige woonplek. Desondanks jaloersmakend.


1. De bunker met bovenop het penthouse van de Boros-familie. 2. Justin Matherly bij de entree.
Tja, wat zal ik zeggen? Een bezoek aan de Boros Collectie is een geweldige ervaring die ik niet had willen missen. Er hangt een mysterieuze, spannende sfeer, het gebouw is razend interessant en de kunst in één woord geweldig. De toegewijde, sympathieke jonge gids vertelt met overgave en verve over de historie van het gebouw en leert je van alles over de getoonde kunst. Van hem of haar krijg je interessante wetenswaardigheden en uitleg over de bedoelingen van de betreffende kunstenaar. 

pro and cons

En dat is gelijk het minpunt en mijn bezwaar. Mijn mede-bezoekers en ik werden in 90 minuten door het gebouw en langs alle kunstwerken 'gesleurd' zonder de tijd te hebben om een en ander op ons in te laten werken. Je moet goed opletten om niets te missen en door de snelheid beklijft de helft van wat je ziet ook niet. Er is geen tijd om mindful de kunst te consumeren. Laat staan dat je ergens kunt gaan zitten (er staan ook geen bankjes) om je een eigen visie te vormen. Dat voor wat betreft slow art...

Gaan? Jazeker!




1. t/m 4. Overal in de straten zie je allerlei vormen van Street Art....

De opmerkzame lezer mist het verslag van mijn bezoek aan Museum Hamburger Bahnhof (en dat klopt). Dit mooie museum verdient extra aandacht, dus dat relaas hou je van mij tegoed.


-X-


Onaangepast, maar hyper-democratisch Berlijn. Ik zou er kunnen wonen....



Nog overal 'koude oorlog- en DDR-memorabilia', zoals op de foto tussen twee 'Amerikaanse' soldaten bij Checkpoint Charlie.
Tekst en (iPhone) foto's © Miriam van der Meer, tenzij anders vermeld.

Auto Post Signature

Auto Post  Signature